In deze zaak vorderden eisers, [eiser01] en [eiser02], schadevergoeding van gedaagde, Exploitatie Capelle CW B.V. (ECCW), na schade aan hun auto tijdens het gebruik van een autowasstraat. De schade aan de achterspoiler van de auto, die op 23 maart 2022 optrad, werd veroorzaakt door een droogroller in de wasstraat. Eisers stelden dat ECCW tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst om de auto te wassen en vorderden een bedrag van € 5.322,21, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
ECCW betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat er geen gebreken aan de autowasstraat waren en dat de schade niet aan hen kon worden toegerekend. De kantonrechter oordeelde echter dat ECCW niet voldoende had onderbouwd dat de schade niet aan hen te wijten was. De kantonrechter concludeerde dat ECCW tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst en dat de schadevergoeding van € 4.490,33 aan [eiser02] c.s. moest worden betaald, evenals de buitengerechtelijke incassokosten van € 831,88. De wettelijke rente werd toegewezen vanaf de datum van de schade. ECCW werd ook veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.249,49 werden vastgesteld.
Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de betaling onmiddellijk moest plaatsvinden, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.