Op 9 december 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan een bipolaire stoornis en een pedoseksuele stoornis. De officier van justitie had op 23 november 2022 verzocht om een aansluitende zorgmachtiging op basis van artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank oordeelde dat betrokkene, die eerder twee minderjarige meisjes seksueel heeft misbruikt, een ernstig risico vormt voor anderen en dat zijn geestelijke gezondheid fragiel is. Ondanks de behandeling en medicatie, is er een risico op ontregeling, wat kan leiden tot ernstig nadeel voor anderen.
De advocaat van betrokkene stelde dat de zorgmachtiging afgewezen moest worden, omdat het risico op ernstig nadeel al op een andere manier werd ondervangen door de voorwaarden van de voorwaardelijke straf. De rechtbank volgde dit verweer niet en oordeelde dat een zorgmachtiging noodzakelijk is om snel te kunnen ingrijpen bij dreigend ernstig nadeel. De rechtbank wees de zorgmachtiging toe voor de duur van zes maanden, met ingang van 9 december 2022, en bepaalde dat verplichte zorg kan worden toegepast, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beslissing is genomen in het belang van de geestelijke gezondheid van betrokkene en de veiligheid van anderen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 15 december 2022.