ECLI:NL:RBROT:2022:11420

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
27 december 2022
Zaaknummer
9836060
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. D.L. Spierings
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging verstekvonnis en loonvordering in arbeidszaak met matiging wettelijke rente

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 december 2022 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tussen [eiseres01] en AaN de Maas Exploitatie B.V. [eiseres01] was in dienst bij AaN de Maas en had een loonvordering van € 9.476,63 wegens achterstallig loon, vakantietoeslag en andere kosten. Na een verstekvonnis op 1 februari 2022, waarin haar vorderingen werden toegewezen, heeft AaN de Maas een deel van het achterstallige loon betaald, maar stelde dat het verstekvonnis vernietigd moest worden omdat alles inmiddels was betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat AaN de Maas inderdaad het loon had betaald, maar dat de betaling te laat was en heeft daarom een wettelijke verhoging van € 553,47 toegewezen. Tevens is wettelijke rente toegewezen vanaf 1 maart 2020. De kantonrechter heeft het verstekvonnis vernietigd en een nieuwe uitspraak gedaan, waarbij AaN de Maas in de proceskosten is veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9836060 CV EXPL 22-12829
datum uitspraak: 23 december 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiseres in de oorspronkelijke procedure, gedaagde in het verzet,
gemachtigde: [naam01] ,
tegen
“AaN de Maas” Exploitatie B.V.,
vestigingsplaats: Schiedam,
gedaagde in de oorspronkelijke procedure, eisers in het verzet,
gemachtigde: mr. D.M. aan de Wiel.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘AaN de Maas’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 3 januari 2022, met bijlagen;
  • het verstekvonnis van 1 februari 2022, met zaaknummer 9628110 CV EXPL 22-802;
  • de verzetdagvaarding van 22 april 2022, met bijlagen;
  • de brief van AaN de Maas van 24 oktober 2022, met bijlagen;
  • de e-mail van [eiseres01] van 22 november 2022, met bijlagen.
1.2.
Op 12 oktober 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken. [eiseres01] was daarbij aanwezig, met mr. [naam02] (haar voormalige gemachtigde). Namens AaN de Maas zijn [naam03] (indirect bestuurder) en de gemachtigde verschenen.

2..De beoordeling

Waar gaat het om?
2.1.
Het gaat in deze zaak om het volgende. [eiseres01] is op 15 februari 2019 in dienst getreden bij AaN de Maas, op basis van een jaarcontract. [eiseres01] werkte als vestigingsmanager in het restaurant van AaN de Maas. Op 24 juni 2019 heeft [eiseres01] zich volledig ziekgemeld. Vanaf augustus 2019 is AaN de Maas gestopt met het betalen van loon, omdat zij zich op het standpunt stelde dat [eiseres01] de arbeidsovereenkomst had opgezegd. Partijen zijn hierover in gesprek geraakt en zijn het erover eens geworden dat de arbeidsovereenkomst voortduurt tot de einddatum van 15 februari 2020 en dat AaN de Maas het loon tot dat moment moet doorbetalen. AaN de Maas heeft niet direct al het achterstallige loon betaald. Zij stelt dat zij dit niet kon, door financiële problemen als gevolg van de coronapandemie. In juli 2020 hebben partijen afgesproken dat AaN de Maas de achterstand zal inlopen door per maand € 350,- te betalen. Daarmee is AaN de Maas in oktober 2020 gestopt. Zij heeft daarvoor opnieuw als reden gegeven dat dit financieel voor haar niet mogelijk is. Partijen zijn vervolgens in een discussie geraakt over de vraag welk bedrag er nu nog precies open staat. Daarover zijn ze het niet eens geworden.
2.2.
[eiseres01] is vervolgens een procedure gestart tegen AaN de Maas. Zij heeft in die procedure € 9.476,63 aan achterstallig loon gevorderd (inclusief vakantietoeslag en loon over opgebouwde vakantiedagen). Verder heeft ze aanspraak gemaakt op wettelijke verhoging, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. AaN de Maas is niet verschenen in de procedure. In het verstekvonnis van 1 februari 2022 zijn daarom alle vorderingen van [eiseres01] toegewezen.
2.3.
Op 1 april 2022 en 20 april 2022 heeft AaN de Maas alsnog in totaal € 5.534,65‬ betaald aan [eiseres01] . Zij is vervolgens deze verzetprocedure begonnen. Zij stelt in deze procedure dat het verstekvonnis moet worden vernietigd, omdat zij inmiddels al het achterstallige loon heeft betaald. Zij vindt daarnaast dat de wettelijke verhoging moet worden gematigd, omdat ze het loon te laat betaald heeft door de slechte financiële situatie. De kantonrechter oordeelt als volgt.
AaN de Maas hoeft geen loon meer te betalen aan [eiseres01]
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling was nog niet duidelijk of AaN de Maas inmiddels het volledige loon heeft betaald. AaN de Maas heeft daarom de gelegenheid gekregen om dat beter inzichtelijk te maken. Zij heeft vervolgens bij een brief alle loonstroken en betaalbewijzen overhandigd en geconcludeerd dat alles betaald is. [eiseres01] heeft hier vervolgens op gereageerd. Zij heeft de juistheid van de loonstroken en van de betaalbewijzen niet ter discussie stelt. De kantonrechter gaat er dus vanuit dat die allemaal kloppen. [eiseres01] stelt echter dat wanneer zij alle bedragen uit de loonstroken bij elkaar optelt, er € 69,82 te weinig is uitbetaald. De kantonrechter volgt haar hier niet in. Als alle loonstroken bij elkaar worden opgeteld, volgt daaruit een bedrag van € 24.860,80. Dat is ook precies wat AaN de Maas heeft betaald.
2.5.
Vermoedelijk heeft [eiseres01] geen rekening gehouden met de salariscorrectie die is toegepast voor de maand juni 2019. Bij dagvaarding heeft [eiseres01] voor die maand een salarisstrook met een bedrag van € 1.791,67 overgelegd. AaN de Maas heeft bij haar akte voor die maand twee stroken overgelegd. Een strook van € 1.860,92 en vervolgens een correctiestrook van -€ 69,25. Dat komt onder de streep dus ook neer op een bedrag van € 1.791,67. De kantonrechter vermoedt dat [eiseres01] deze correctiestrook niet heeft meegeteld. De stelling van [eiseres01] dat nog niet al het loon is betaald, is om die reden onvoldoende onderbouwd. Daarom oordeelt de kantonrechter dat al het loon van [eiseres01] inmiddels is betaald.
AaN de Maas moet € 553,47 aan wettelijke verhoging betalen
2.6.
Het is wel duidelijk dat het loon dat [eiseres01] in deze procedure vordert ruimschoots te laat is betaald. Op grond van de wet moet AaN de Maas daarom wettelijke verhoging betalen (artikel 7:625 BW). AaN de Maas heeft aangevoerd dat zij wel eerder wilde betalen, maar dat zij dit niet kon, door financiële problemen. [eiseres01] heeft niet betwist dat dit de reden was van de late betaling. Met het oog daarop matigt de kantonrechter de wettelijke verhoging tot 10%. Deze verhoging wordt toegewezen over het bedrag dat op het moment van de dagvaarding open stond. Dat bedrag ziet op achterstallig loon van augustus 2019 tot en met februari 2020 en op opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen. Dit loon is meer dan vijf dagen te laat is betaald, dus het maximum van 10% is bereikt. Daarom moet AaN de Maas € 553,47 aan wettelijke verhoging betalen.
AaN de Maas moet wettelijke rente betalen vanaf 1 maart 2020
2.7.
Op grond van de wet moet AaN de Maas ook wettelijke rente betalen over de bedragen die te laat betaald zijn (artikel 6:119 BW). AaN de Maas heeft die vordering ook niet betwist, zodat die toegewezen wordt. [eiseres01] heeft niet inzichtelijk gemaakt hoe het bedrag aan achterstallig loon, dat op het moment van dagvaarden openstond, is opgebouwd. Zij heeft gesteld dat dit ziet op loon van augustus 2019 tot en met februari 2020. Dat bedrag moest dus in ieder geval uiterlijk 1 maart 2020 worden betaald (artikel 7:623 BW). Hetzelfde geldt voor de opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen (artikel 7:641 BW). Daarom wordt de wettelijke rente toegewezen vanaf die datum, tot het moment van de betalingen, namelijk 1 en 20 april 2022.
AaN de Maas hoeft geen buitengerechtelijke kosten te betalen
2.8.
[eiseres01] vordert ook een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten die zij heeft gemaakt. Zij heeft daarover in de dagvaarding en in de latere stukken niets gesteld. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
AaN de Maas moet de proceskosten betalen
2.9.
Zoals uit het voorgaande blijkt, had [eiseres01] op het moment van dagvaarden nog € 5.534,65‬ aan loon tegoed. Dit bedrag is pas na de dagvaarding betaald. [eiseres01] is dus ook terecht deze procedure begonnen. AaN de Maas wordt daarom veroordeeld in de proceskosten. Deze worden berekend op basis van het hiervoor genoemde bedrag van € 5.534,65‬. De proceskosten worden daarom vastgesteld op € 125,09 aan dagvaardingskosten, € 244,- aan griffierecht en € 777,50 aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punten x € 311,- tarief). Dit is totaal € 1.146,59. Voor kosten die [eiseres01] maakt na deze uitspraak moet AaN de Maas ook een bedrag betalen van € 124,- (1/2 punt x € 311,- tarief met maximum € 124,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen.
2.10.
AaN de Maas heeft in haar conclusie van antwoord en tijdens de zitting aangevoerd dat zij niet op de hoogte was van de oorspronkelijke procedure. De kantonrechter overweegt dat de deurwaarder in de (door hem ondertekende dagvaarding) heeft verklaard dat hij de dagvaarding bij AaN de Maas door de brievenbus heeft gedaan. Uit de wet volgt dat deze verklaring van de deurwaarder dwingende bewijskracht heeft (artikel 157 lid 1 Rv). Dat betekent dat de rechter er van moet uitgaan dat dit waar is, tenzij er tegenbewijs wordt geleverd (artikel 151 Rv). Dat tegenbewijs heeft AaN de Maas niet geleverd. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat de verzetdagvaarding bij AaN de Maas is bezorgd. De kosten van de verzetdagvaarding blijven daarom voor haar eigen rekening. Overigens is de kantonrechter het wel met AaN de Maas eens dat het netjes van de gemachtigde van [eiseres01] was geweest, als hij per mail aan AaN de Maas had laten weten dat hij een procedure is gestart. Er was namelijk al sprake van mailcontact. Dat is echter geen verplichting, zodat dit geen reden is voor een andere beslissing over de proceskosten.
Het verstekvonnis wordt vernietigd
2.11.
Uit het voorgaande blijkt dat de kantonrechter anders oordeelt dan in het verstekvonnis. Dat vonnis wordt daarom vernietigd en er wordt een nieuwe (vervangende) uitspraak gedaan.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dat betekent dat het vonnis direct kan worden uitgevoerd, ook al wordt er hoger beroep ingesteld.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
vernietigt het verstekvonnis dat tussen partijen is gewezen op 1 februari 2022, met zaaknummer 9628110 \ CV EXPL 22-802;
3.2.
veroordeelt AaN de Maas om aan [eiseres01] te betalen € 553,47 en de wettelijke rente van artikel 6:119 BW over € 5.534,65 vanaf 1 maart 2020 tot 1 april 2022 en over € 1.720,26 vanaf 1 april 2022 tot en met 20 april 2022;
3.3.
veroordeelt AaN de Maas in de proceskosten, aan de kant van [eiseres01] tot vandaag vastgesteld op € 1.146,59 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag van volledige betaling;
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en in het openbaar uitgesproken.
33394