In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 november 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres01] en [gedaagde01]. [eiseres01] vorderde schadevergoeding van [gedaagde01] omdat deze de zorgovereenkomst per direct had opgezegd zonder de overeengekomen opzegtermijn van één maand in acht te nemen. De opzegging vond plaats via een e-mail op 12 september 2022, terwijl de zorgovereenkomst volgens de voorwaarden alleen kon worden beëindigd met inachtneming van de opzegtermijn of in goed overleg. De kantonrechter oordeelde dat de opzegtermijn niet was gerespecteerd en dat er geen sprake was van goed overleg of dringende redenen die een onmiddellijke beëindiging rechtvaardigden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] aansprakelijk is voor de schade die [eiseres01] heeft geleden door het niet naleven van de opzegtermijn. [eiseres01] heeft schade geleden omdat zij sindsdien zonder inkomen en werk zit. De vordering van [eiseres01] tot betaling van € 1.800,71 bruto werd toegewezen, evenals de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 270,11. De proceskosten werden ook aan [gedaagde01] opgelegd, die in totaal € 709,03 bedragen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde01] onmiddellijk aan de veroordelingen moet voldoen, ongeacht een eventuele hoger beroep.