Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Brickfund Fascinatio Boulevard C.V.,
1..De procedure
- het tussenvonnis van 22 juli 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van Brickfund;
- de rolbeslissing van 18 november 2022;
- de antwoordakte van [gedaagde01] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Juridisch Eigenaar Brickfund Fascinatio en een gedaagde die zelf procedeert. Brickfund heeft de aanvangshuurprijs van een woning laten toetsen door de Huurcommissie, die 14 punten heeft toegekend aan de WOZ-waarde. Brickfund betwist echter de WOZ-waarde die door de Huurcommissie is gehanteerd en stelt dat er geen rekening is gehouden met transformatiewerkzaamheden aan de woning. De Hoge Raad heeft eerder bepaald dat in dergelijke gevallen de kantonrechter de relevante waarde op een andere manier kan vaststellen.
Brickfund heeft een taxatie laten uitvoeren door Ooms Makelaars, die de marktwaarde op peildatum 1 januari 2019 op € 160.000,00 heeft vastgesteld. Dit resulteert in een puntentotaal van 149, wat leidt tot een maximale huurprijs van € 758,69. Aangezien deze huurprijs boven de liberalisatiegrens ligt, wordt de overeengekomen huurprijs van € 890,00 als redelijk beschouwd. De gedaagde heeft echter betoogd dat de gemeente de WOZ-waarde moet vaststellen en heeft een percentage van 8,5% waardeverschil voorgesteld, wat leidt tot een lagere maximale huurprijs.
De kantonrechter oordeelt dat de overeengekomen huurprijs van € 890,00 redelijk is, omdat deze boven de liberalisatiegrens ligt en beide partijen het eens zijn over de huurprijs. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 1.002,43. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde de proceskosten moet betalen, ongeacht een eventueel hoger beroep.