ECLI:NL:RBROT:2022:12003

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
27 februari 2023
Zaaknummer
10045360
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van premieachterstand in zorgverzekering

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] wegens een achterstand in de betaling van de verzekeringspremie. De procedure is gestart met een dagvaarding op 2 augustus 2022, waarin Zilveren Kruis een bedrag van € 283,61 vordert, bestaande uit de hoofdsom van € 234,56, rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde heeft de vordering niet betwist, maar verzocht om uitstel van betaling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een premieachterstand heeft en dat Zilveren Kruis recht heeft op betaling van de hoofdsom en de gevorderde rente. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat Zilveren Kruis aan de wettelijke vereisten heeft voldaan door een aanmaning te sturen. De gedaagde heeft geen bewijs geleverd dat zij niet in staat was om de premie tijdig te betalen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief proceskosten, en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10045360 / CV EXPL 22-24695
datum uitspraak: 23 december 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Leiden,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 2 augustus 2022, met bijlagen;
  • de e-mail van 11 augustus 2022 van [gedaagde01] , met bijlage;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de e-mail van 24 oktober 2022 van [gedaagde01] .

2..De feiten

2.1.
Tussen partijen is een zorgverzekeringsovereenkomst tot stand gekomen. Op grond van deze overeenkomst is [gedaagde01] bij vooruitbetaling verzekeringspremie verschuldigd.
2.2.
[gedaagde01] heeft een achterstand in de betaling van de verschuldigde verzekeringspremie laten ontstaan. De gemachtigde van Zilveren Kruis heeft [gedaagde01] schriftelijk aangemaand tot betaling van de verzekeringspremie.

3..Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis eist samengevat:
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 283,61 met rente;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 234,56, rente van € 0,28 (berekend tot 8 juni 2022), rente van € 0,37 (van 8 juni tot 2 augustus 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 48,40 (incl. btw).
3.2.
Zilveren Kruis baseert de eis op het volgende. [gedaagde01] is op grond van de zorgverzekeringsovereenkomst gehouden de maandelijkse premie te betalen. In deze procedure wordt de onbetaald gebleven premie over de periode mei tot en met juni 2022 als hoofdsom gevorderd. Doordat [gedaagde01] in verzuim is en vruchteloos is aangemaand tot betaling conform het bepaalde in artikel 6:96 BW, is zij ook wettelijke rente en een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
3.3.
[gedaagde01] betwist niet dat het openstaande bedrag aan premie moet worden betaald. Zij wil hiervoor graag uitstel van betaling krijgen. De buitengerechtelijke incassokosten en dagvaardingskosten is [gedaagde01] echter niet verschuldigd. Zij voert daartoe aan dat zij in de gelegenheid is gesteld de rekening (in termijnen) te betalen.

4..De beoordeling

4.1.
Als onbetwist staat vast dat [gedaagde01] een bedrag van € 234,56 aan premieachterstand verschuldigd is aan Zilveren Kruis. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 234,56 dan ook toe.
4.2.
De gevorderde wettelijke rente, die berekend tot de dag van dagvaarding € 0,65 bedraagt, is als onvoldoende gemotiveerd betwist en op de wet gegrond toewijsbaar.
buitengerechtelijke incassokosten
4.3.
Zilveren Kruis maakt tevens aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten. Deze vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Zilveren Kruis stelt op 9 juni 2022 een aanmaning als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW aan [gedaagde01] te hebben gezonden en heeft daarvan een afschrift in het geding gebracht. [gedaagde01] stelt zich bij schriftelijke reactie van 11 augustus 2022 op het standpunt dat zij nooit de mogelijkheid heeft gehad om de rekening te betalen. Vervolgens heeft zij, na ontvangst van de dagvaarding, op 3 augustus 2022 contact opgenomen met de gemachtigde van Zilveren Kruis. Tijdens dat telefoongesprek zou de gemachtigde van Zilveren Kruis zelf hebben erkend dat zij [gedaagde01] nooit een brief of e-mail heeft gestuurd, hetgeen door de gemachtigde van Zilveren Kruis wordt betwist. [gedaagde01] voert aan dat zij de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten daarom niet verschuldigd is.
4.4.
De kantonrechter stelt voorop dat de zorgpremie ingevolge de zorgverzekeringsovereenkomst een brengschuld is en dat het de verantwoordelijkheid van de verzekerde is om tijdig haar zorgpremie te voldoen. De verzekeraar hoeft geen facturen (of betalingsherinneringen) te versturen om de verzekerde uitdrukkelijk in de gelegenheid te stellen de premie tijdig te betalen. [gedaagde01] betwist bovendien niet dat zij de aanmaningsbrief van 9 juni 2022 heeft ontvangen, waardoor van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde01] wordt uitgegaan. Daarnaast staat vast dat [gedaagde01] niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van de gevorderde hoofdsom is overgegaan. Het bedrag van € 48,40 (incl. btw) aan vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is dan ook terecht in rekening gebracht. De kantonrechter wijst de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten toe.
4.5.
Voor zover [gedaagde01] zich erop beroept dat Zilveren Kruis de procedure nodeloos aanhangig heeft gemaakt dan wel haar rauwelijks heeft gedagvaard nu zij geen betalingsherinneringen heeft ontvangen, kan dit haar niet baten nu vast staat dat ten tijde van de dagvaarding sprake was van een betalingsachterstand en het de verantwoordelijkheid van [gedaagde01] was om het openstaande bedrag tijdig te voldoen. [gedaagde01] voert in dit verband verder aan dat zij niet de mogelijkheid heeft gehad om de rekening in termijnen te betalen. Zilveren Kruis is echter niet verplicht om een betalingsregeling met [gedaagde01] te treffen (artikel 6:29 BW). Voor zover Zilveren Kruis daartoe alsnog bereid is, adviseert de kantonrechter [gedaagde01] om zo snel mogelijk contact op te nemen met de gemachtigde van Zilveren Kruis, aangezien het initiatief voor het treffen van een dergelijke betalingsregeling in beginsel bij [gedaagde01] ligt.
proceskosten
4.6.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vast op € 129,74 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 150,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 75,00 tarief). Dit is totaal € 407,74. Voor kosten die [gedaagde01] maakt na deze uitspraak moet Zilveren Kruis een bedrag betalen van € 37,50 (1/2 punt x € 75,00 tarief). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Zilveren Kruis te betalen € 283,61, bestaande uit de hoofdsom, vervallen rente en buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 234,56 vanaf 2 augustus 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vastgesteld op € 407,74;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.I. Mentink en in het openbaar uitgesproken.
50724