ECLI:NL:RBROT:2022:12288
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor vrijheidsbeneming en kosten rechtsbijstand in strafprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 oktober 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding en vergoeding van kosten voor rechtsbijstand, ingediend door de verzoeker, geboren op [geboortedatum01] 1984. De verzoeker was van 4 tot 6 december 2021 in verzekering gesteld en verzocht om een schadevergoeding van € 210,= voor de vrijheidsbeneming, alsook om een vergoeding van € 280,= voor de kosten van rechtsbijstand in verband met het opstellen en indienen van het verzoekschrift. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in de strafzaak met parketnummer 10/242426-19 was veroordeeld voor belaging en een vrijheidsbeperkende maatregel was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat er gronden van billijkheid aanwezig waren voor de toekenning van de schadevergoeding, ondanks dat artikel 530 Sv niet expliciet voorziet in vergoeding van kosten voor rechtsbijstand in deze procedure. De rechtbank heeft de verzoeken toegewezen en de verzoeker een schadevergoeding van € 210,= en een vergoeding voor rechtsbijstand van € 280,= toegekend. De beschikking is gegeven door rechter W.A.F. Damen, in tegenwoordigheid van griffier M. Looij-Jacobs.