3.1.De man vordert samengevat –
1. te verbieden dat de vrouw met [naam kind 3] naar [plaatsnaam 1] verhuist (zonder [naam kind 3] , mag zij vanzelfsprekend wel verhuizen) op straffe van een dwangsom;
subsidiair indien de vrouw al met [naam kind 3] zou zijn verhuisd te gebieden dat [naam kind 3] terugverhuist naar de woning en haar te verbieden om met [naam kind 3] wederom te verhuizen naar [plaatsnaam 1] of een andere locatie buiten [plaatsnaam 2] , zulks op straffe van een dwangsom;
2. te verbieden dat de vrouw [naam kind 3] inschrijft op een basisschool in (de buurt van) [plaatsnaam 1] op straffe van een dwangsom; subsidiair indien de vrouw [naam kind 3] al zou hebben ingeschreven op een andere basisschool dan [naam school] , te gebieden dat [naam kind 3] terug wordt ingeschreven op [naam school] , en de vrouw te verbieden om [naam kind 3] opnieuw op een andere school in te schrijven op straffe van een dwangsom;
3. te oordelen dat [naam kind 3] voorlopig, zolang hier in de bodemprocedure nog niet over is beslist, haar hoofdverblijf bij de man zal hebben;
4. te gebieden dat [naam kind 3] voorlopig, zolang hier in de bodemprocedure nog niet over is beslist, zal worden ingeschreven in de GBA op het adres van de woning, en de man te machtigen om de verandering van de hoofdverblijfplaats en inschrijving in het GBA te bewerkstelligen;
5. de man voorlopig mede te belasten met het gezag over de drie kinderen;
6. de vrouw te veroordelen in de kosten van deze procedure.