Medische beoordeling
De arts heeft aangenomen dat eiseres fysieke beperkingen heeft vanwege oligoartritis van de knieën, een hielspoor, chronische tendinomyalgene pijn en carpaletunnelsyndroom. Op basis hiervan is de belastbaarheid vastgesteld en opgenomen in de FML. De chronische tendinomyalgene klachten leiden volgens de arts niet tot beperkingen in de belastbaarheid, omdat het juist van belang is om actief te blijven. In de FML zijn beperkingen opgenomen voor het persoonlijk functioneren (niet werken op hoogtes of met gevaarlijke machines), de dynamische handelingen (duwen en trekken, tillen, dragen, lopen, klimmen, knielen of hurken) en de statische houdingen (zitten, staan, knielen of hurken).
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de rapportage van 11 juni 2021 uiteengezet dat de conclusie van de arts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. Wel neemt hij op basis van de in bezwaar verkregen gegevens aan dat eiseres psychisch minder belastbaar is door een depressieve stoornis. Dit leidt tot extra beperkingen in het persoonlijk functioneren, namelijk geen hoog handelingstempo en weinig deadlines of productiepieken.
Eiseres stelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep ten onrechte niet meer beperkingen heeft aangenomen voor haar energetische, psychische en lichamelijke klachten. Om dit te onderbouwen heeft zij verwezen naar de medische informatie die zij heeft opgestuurd en naar de beoordeling die de arboarts heeft gedaan.
In reactie op de beroepsgrond dat geen rekening is gehouden met haar angstklachten en de moeite die zij heeft om hulp te vragen, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep uitgelegd dat het niet gaat om de persoonlijke klachtenbeleving, maar om beperkingen die objectief medisch zijn vast te stellen. Op basis van informatie van behandelaars en de bevindingen tijdens het spreekuur bij de arts is geen grond om meer of andere beperkingen aan te nemen. De nagezonden informatie van de huisarts brengt hierin geen verandering, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep, omdat hierin geen nieuwe medische feiten of omstandigheden zijn opgenomen. De rechtbank vindt deze motivatie begrijpelijk. De beroepsgrond slaagt niet.
Hetzelfde geldt voor de beroepsgrond dat er onvoldoende beperkingen zijn aangenomen voor hand- en vingergebruik. De verzekeringsartsen hebben rekening gehouden met de bevindingen tijdens het spreekuur en de medische informatie. Ze hebben hierin geen reden gezien voor beperkingen op hand- en vingergebruik. De enkele stelling van eiseres is onvoldoende om dit voor onjuist te houden.
De rechtbank concludeert verder dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft toegelicht dat met de energetische belemmeringen van eiseres rekening is gehouden door de beperkingen voor (zware) fysieke arbeid. Deze beperkingen volstaan volgens hem voor de depressieve stoornis, zodat er geen grond is voor een urenbeperking. De rechtbank ziet geen reden hieraan te twijfelen, ook niet vanwege de omstandigheid dat de arboarts op dit onderdeel tot een andere conclusie is gekomen. Het is vaste rechtspraakdat het enkele feit dat een bedrijfsarts meer beperkingen opneemt in de FML dan de verzekeringsarts, niet betekent dat de FML van de verzekeringsarts onjuist is. Een door een bedrijfsarts opgestelde FML is immers bedoeld om de re-integratiemogelijkheden van de betrokkene in kaart te brengen. Daarmee heeft deze FML dus een ander doel dan de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet WIA. Dit is voor het verzoek om verkorting van de loonsanctie niet anders. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om een uitzondering aan te nemen op de eerdergenoemde vaste rechtspraak. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie is dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing om verdergaande beperkingen aan te nemen voor eiseres op 9 oktober 2020.
De arbeidskundige beoordeling
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het rapport van 15 december 2021 op grond van de FML functies geselecteerd die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan doen. Het gaat om: