Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 9 augustus 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de aanvullende producties van 14 januari 2022, tevens vermindering van eis in reconventie, met producties aan de zijde van [horecagroothandel/leverancier B] ;
- de aanvullende producties van 17 januari 2022 aan de zijde van [horecagroothandel/leverancier B] ;
- de aanvullende productie van 20 januari 2022 aan de zijde van [vastgoedbedrijf A] ;
- de conclusie van antwoord in reconventie.
2..De vaststaande feiten
[Afbeelding incheckrapport met gegevens van vastgoedbedrijf A en horecagroothandel/leverancier B]
- bij aanvang van de huurovereenkomst € 3.388,00;
- per 1 juni 2019 € 3.476,09;
- per 1 juni 2020 € 3.531,70; en
- per 1 juni 2021 € 3.595,27.
Wij hebben inmiddels bericht gekregen van de monteur over de herstelwerkzaamheden.
Er zijn 4 deurpanelen gedeukt/gescheurd
De deur is ontzet en ligt uit de rails
De rubbers liggen er uit
Kabels moeten vervangen worden
Bij het huren van deze pand was de overhead deur in zeer slechte staat dit heeft uw collega dhr. [persoon E] bij de bezichtiging ook gezien, wij hebben geen schade aan de deur gemaakt.
(…)U geeft aan dat de overheaddeur ‘in zeer slechte staat’ was bij ingangsdatum huurperiode. Het incheckrapport dat u op inspectiedatum 16 april 2018 heeft ondertekend bevestigt deze bewering echter niet. Er is op dit rapport slechts een verzoek genoteerd waarbij wordt gevraagd of de deur elektrisch kan worden. Pandeigenaar is niet ingegaan op dit verzoek.
Toen wij ter plaatste kwamen werd de deur op dat moment overeind gehouden door een heftruck. Meneer vertelde dat hij de kabels zelf door geknipt heeft hierdoor is de deur naar beneden gevallen. Alle looprollen waren eruit en lagen op de grond, wij hebben 4 kapotte panelen geconstateerd. Meneer vertelde dat de deur niet meer kon sluiten en heeft dit daarom gedaan. Echter ben ik van mening dat een handbediende deur niet zomaar zo erg vast kan lopen. Voor eventuele vragen kun je mij telefonisch bereiken.”.
3..De vorderingen in conventie
- € 5.810,09 aan huurachterstand berekend tot en met februari 2022;
- € 700,00 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
- € 29.400,00 aan contractuele boete berekend tot en met februari 2022;
- de ter zake verschuldigde som van € 300,00 voor iedere kalendermaand, te rekenen vanaf 1 maart 2022 dat [horecagroothandel/leverancier B] de huurpenningen niet prompt op de vervaldag heeft voldaan;
- betaling van de kosten van deze procedure.
4..Het verweer in conventie
5..De vorderingen in reconventie
- [vastgoedbedrijf A] te veroordelen om te gehengen en te gedogen dat [horecagroothandel/leverancier B] een huurprijs zal voldoen van 15% minder dan de overeengekomen huurprijs voor 2020 en 19% minder van de overeengekomen huurprijs over 2021, althans een in goede justitie te bepalen (omzetafhankelijk) percentage, althans een in goede justitie door de kantonrechter te bepalen huurkorting en aanverwante voorwaarden toe te wijzen;
- in het geval van een omzetafhankelijke huurprijs, [vastgoedbedrijf A] te veroordelen tot acceptatie van het feit dat de omzetafhankelijke huurprijs dient te worden voldaan binnen veertien dagen nadat de desbetreffende maand waar de huur op ziet is verstreken, althans binnen een andere in goede justitie te bepalen periode;
- de huurovereenkomst op grond van artikel 3:300 BW zodanig aan te passen dat bovenstaande veroordelingen op grond van onvoorziene omstandigheden middels vonniswijziging in de plaats zullen treden van de bepalingen in de huurovereenkomst;
- [vastgoedbedrijf A] te veroordelen om aan [horecagroothandel/leverancier B] te betalen al hetgeen [horecagroothandel/leverancier B] na aftrek van de huurkorting teveel heeft betaald;
- [vastgoedbedrijf A] te veroordelen in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval voldoening binnen de bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag van volledige betaling;
- [vastgoedbedrijf A] te veroordelen om aan [horecagroothandel/leverancier B] te betalen een bedrag aan nakosten van € 199,00, voor het geval [vastgoedbedrijf A] niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twee dagen na betekening aan het te wijzen vonnis heeft voldaan.
6..Het verweer in reconventie
7..De beoordeling
8..De beslissing
- de overheaddeur door slijtage kapot is gegaan dan wel bij het aangaan van de huurovereenkomst al was versleten;
- de reparatiekosten van de overheaddeur € 5.849,14 bedragen en door [horecagroothandel/leverancier B] zijn betaald;
- [horecagroothandel/leverancier B] op de rolzitting van
- en indien zij dit bewijs schriftelijk wenst te leveren zij bij die gelegenheid de op het bewijsthema betrekking hebbende stukken direct in het geding moet brengen;
- en indien zij dit bewijs wenst te leveren door het doen horen van getuigen zij bij akte opgave moet doen van het aantal en de personalia van de door haar voor te brengen getuigen en van de verhinderdata van alle betrokkenen voor de maanden mei, juni en juli 2022, zodat vervolgens een datum voor het getuigenverhoor kan worden bepaald;