ECLI:NL:RBROT:2022:2312

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
10/030004-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en witwassen via Marktplaats met valse bankapp

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 maart 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met anderen drie verkopers van auto’s op Marktplaats heeft opgelicht. De verdachte deed zich voor als koper en maakte gebruik van een valse bankapp, waardoor het leek alsof de koopsom van de auto was overgemaakt aan de verkoper. Na de aankoop werd de auto op naam van de verdachte gezet en de volgende dag doorverkocht. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan zowel oplichting als witwassen van de uit de oplichting verkregen auto’s. De verdachte ontkende opzet te hebben gehad, maar de rechtbank achtte de samenwerking met de medeverdachte voldoende bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren en de vorderingen van de benadeelde verkopers werden nagenoeg volledig toegewezen. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het misbruik van vertrouwen dat de verdachte had gepleegd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/030004-19
Datum uitspraak: 22 maart 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ),
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. C.H. Pentinga, advocaat te Amsterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 februari en 22 maart 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 23 februari 2022 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S.B. Epozdemir heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 6 primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering feiten 1 t/m 5
Standpunt verdediging
De verdediging heeft betoogd dat de verdachte geen opzet heeft gehad, ook niet in voorwaardelijke zin, op het plegen van oplichting. Zij wist niet dat de door haar gebruikte betaalapp nep was en was dan ook in de veronderstelling dat er daadwerkelijk voor de auto’s werd betaald. Dit betekent dat zij zich evenmin schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van de auto’s.
Beoordeling
In juli en augustus 2018 zijn bij de politie drie aangiftes van oplichting binnengekomen. In al deze gevallen had de aangever via Marktplaats een afspraak gemaakt voor de verkoop van een tweedehands auto. De personen die zich als kopers voordeden, maakten vervolgens gebruik van een valse internetbankierenapp, waardoor het (ten onrechte) leek alsof er geld was overgemaakt.
Uit het dossier en haar verklaring ter terechtzitting volgt dat de verdachte steeds samen met een man aanwezig is geweest bij alle drie de aankopen van de auto’s. Zij maakten samen een proefrit, waarna de verdachte de (nep)betalingen voor de aankopen van de auto’s met een betaalapp verrichtte en de zogenaamde betaalbevestigingen aan de verkopers toonde . De auto’s zijn vervolgens met medewerking van de verdachte op haar naam gezet en een dag na aankoop in haar bijzijn doorverkocht. Het geld is bij deze verkopen steeds door de verdachte in ontvangst genomen. De verdachte heeft verklaard dat de medeverdachte [naam medeverdachte] haar heeft gevraagd om de auto’s tegen betaling op haar naam te zetten en dat hij haar instructies gaf over de werking van de betaalapp.
Gelet op de hierboven genoemde feiten en omstandigheden oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte. Er was sprake van een gezamenlijke uitvoering van de oplichting volgens een van tevoren afgestemd plan. De verklaring van de verdachte dat zij niet wist dat aangevers niet betaald kregen, acht de rechtbank niet aannemelijk. Zij is gevraagd om tegen betaling voor één dag auto’s op haar naam te zetten. Niet valt in te zien wat daar bij legitieme aankopen de reden voor kan zijn. Daarnaast is zij bij de aankopen van de auto’s aanwezig geweest, waarbij zij de medeverdachte heeft voorgesteld als haar broer en de indruk wekte dat de auto voor haar bestemd was en nam zij initiatief tot het verrichten van betalingen met een app op een telefoon die zij speciaal daarvoor verstrekt heeft gekregen. Hiervoor heeft zij instructies en een code ontvangen. Door het verrichten van de betalingen was de verdachte op de hoogte van de aankoopbedragen van de auto’s. Deze auto’s werden al een dag na aankoop met haar medeweten voor aanzienlijk lagere bedragen dan de aankoopbedragen weer verkocht. Ook deze gang van zaken roept vraagtekens op, waarbij niet valt in te zien wat daar de legitieme reden voor kan zijn. Uit dit alles en uit de aangifte van [naam slachtoffer 1] en de getuigenverklaringen van [naam getuige 1] en [naam getuige 2] leidt de rechtbank bovendien af dat de verdachte een actievere rol heeft gespeeld ten tijde van de aan- en verkopen van de auto’s dan zij heeft willen doen voorkomen.
De feitelijke handelingen die de verdachte heeft verricht leveren een wezenlijke bijdrage op voor het meermalen medeplegen van oplichting. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen door de gestolen auto’s door te verkopen, terwijl zij wist dat de betreffende auto’s van misdrijf afkomstig waren.
De rechtbank acht de primair tenlastegelegde feiten 1 tot en met 5 dan ook wettig en overtuigend bewezen op grond van de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, zoals als bijlage aan dit vonnis gehecht.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 6 primair ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
zij in de periode van 16 juli 2018 tot en met 17 juli 2018 te Gorinchem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
de afgifte van een (personen)auto, merk/type Ford Fiesta, door zich te melden als geïnteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde Ford Fiesta bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 1] , en die auto te bezichtigen en met die auto een proefrit te maken en
vervolgens die auto te kopen en het aankoopbedrag van 4500 euro
over te maken via een fake betalingsapp op een mobiele telefoon, vanaf een niet bestaand rekeningnummer van ABN Amro, te weten [rekeningnummer 1] naar het rekeningnummer van verkoper zijn vrouw, te weten [rekeningnummer 2] en de bevestiging van die fake overboeking aan die verkoper en zijn vrouw te tonen
2
zij in de periode van 17 juli 2018 tot en met 18 juli 2018 te Heerenveen, een voorwerp, te weten een auto, merk/type Ford Fiesta, aan Atjebro Automotive heeft overgedragen en omgezet, terwijl zij wist, dat dat voorwerp afkomstig was uit enig misdrijf
3
zij in de periode van 8 augustus 2018 tot en met 9 augustus 2018 te Schijndel, gemeente Meierijstad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
een auto, merk/type Seat Ibiza, door
zich te melden als geïnteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde Seat Ibiza bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 2] ,
en te vragen naar de staat en de uiterste verkoopprijs van die auto en de mogelijkheid te bespreken om de verkoop digitaal in orde te maken en het aankoopbedrag van 6500 euro over te maken via een
fake betalingsapp op een mobiele telefoon, vanaf een niet bestaand rekeningnummer naar het rekeningnummer van die verkoper en de bevestiging van die fake overboeking aan die verkoper te tonen
4
zij omstreeks de periode van 8 augustus 2018 tot en met 9 augustus in Nederland,
een voorwerp, te weten een auto, merk/type Seat Ibiza, heeft overgedragen en omgezet, terwijl zij wist, dat dat voorwerp afkomstig was uit enig misdrijf
5
zij op 15 augustus 2018 te Enschede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
een auto, merk/type Fiat 500, door zich te melden als geïnteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde fiat 500 bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 3] , en die auto te bezichtigen en een proefrit met die auto te maken en de verkoopprijs van die auto te bespreken en het aankoopbedrag van 9200 euro over te maken via een fake betalingsapp op een mobiele telefoon, vanaf een niet bestaand rekeningnummer naar het rekeningnummer van die verkoper en de bevestiging van die fake overboeking aan de schoondochter van die verkoper te tonen
6
zij in de periode van 15 augustus 2018 tot en met 16 augustus 2018 te Assen, een voorwerp, te weten een auto, merk Fiat 500 heeft overgedragen en omgezet, terwijl zij wist, dat dat voorwerp afkomstig was uit enig misdrijf
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan
worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1 primair, 3 primair, 5 primair

Medeplegen van oplichting

2 primair, 4 primair, 6 primair

Witwassen

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten,
de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks van oplichtingen via Marktplaats. De verdachte en haar mededaders hebben zich tegenover de aangevers voorgedaan als bonafide kopers en met een valse internetbankierenapp de indruk gewekt dat zij de auto’s ter plekke betaalden. De aangevers zijn zo bewogen tot de afgifte van hun personenauto’s, in de onjuiste veronderstelling dat er voor die auto’s was betaald. Vervolgens zijn deze auto’s doorverkocht aan autohandelaren en zijn die verkoopopbrengsten opgestreken.
De verdachte heeft door deze handelwijze misbruik gemaakt van het vertrouwen van mensen, met alle vervelende financiële gevolgen van dien. Ook schaadt haar gedrag meer in het algemeen het vertrouwen in een platform als Markplaats.nl en in het online betalingsverkeer. Zij heeft dit alleen gedaan vanuit het oogpunt van eigen financieel gewin. Dit rekent de rechtbank de verdachte flink aan.
De rechtbank heeft een uittreksel uit de justitiële documentatie van 25 januari 2022 gezien, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder een vermogensfeit.
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten zal de rechtbank een taakstraf van na te noemen duur opleggen. Bij de bepaling van de duur van de taakstraf weegt de rechtbank mee dat de verdachte geen initiërende rol heeft gehad bij de oplichtingen, maar dat zij daartoe door de medeverdachte is aangezet. Ook is in strafmatigende zin rekening gehouden met het tijdsverloop.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam slachtoffer 1] (hierna: [naam slachtoffer 1] ) ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 4.500,- aan materiële schade en een vergoeding van proceskosten van
€ 61,40.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam slachtoffer 2] (hierna: [naam slachtoffer 2] ) ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 6.500,- aan materiële schade en een vergoeding van € 403,88 aan proceskosten.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam slachtoffer 3] (hierna: [naam slachtoffer 3] ) ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 9.343,04 aan materiële schade en een vergoeding van € 250,- aan immateriële schade.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [naam slachtoffer 1] dient te worden toegewezen tot het bedrag van € 4.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en dat [naam slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [naam slachtoffer 2] integraal dient te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [naam slachtoffer 3] dient te worden toegewezen tot het bedrag van € 9.343,04,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en dat [naam slachtoffer 3] voor het overige niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De officier van justitie heeft ten aanzien van de vorderingen hoofdelijke veroordeling met de medeverdachte gevorderd.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelden niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in de vorderingen gelet op de bepleite vrijspraken. Subsidiair heeft de verdediging zich geconformeerd aan het standpunt van de officier van justitie en verzocht de gijzeling bij de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel te beperken tot 1 dag.
Beoordeling
[naam slachtoffer 1] , [naam slachtoffer 2] en [naam slachtoffer 3] hebben ieder materiële schadevergoeding gevorderd ter hoogte van de waarde van de auto’s die door middel van de bewezen verklaarde oplichtingen door de verdachte en haar mededaders zijn weggenomen. Omdat voldoende is komen vast te staan dat zij voor deze bedragen zijn opgelicht, zullen de vorderingen in zoverre worden toegewezen.
[naam slachtoffer 1] heeft voorts proceskosten van € 61,40,- gevorderd voor het bijwonen van de zitting. De rechtbank acht ook dit gedeelte van de vordering voldoende onderbouwd en zal het gevorderde bedrag toewijzen.
[naam slachtoffer 2] heeft nog een materiële schadevergoeding van € 403,88,- gevorderd voor bijstand van een advocaat. De rechtbank acht ook dit gedeelte van de vordering voldoende onderbouwd en zal het gevorderde bedrag toewijzen.
[naam slachtoffer 3] heeft verder materiële schadevergoeding van € 143,04 gevorderd voor juridische bijstand en voor reis-, parkeer- en telefoonkosten. Deze kosten zijn voldoende onderbouwd en zullen worden toegewezen.
[naam slachtoffer 3] heeft daarnaast ook vergoeding van immateriële schade gevorderd. Naar zijn aard is bij dit type delict – oplichting - in de regel geen sprake van aantasting in de eer of goede naam of van aantasting van de persoon op andere wijze. Er zijn geen omstandigheden gesteld of gebleken die in dit geval toch recht geven op vergoeding van smartengeld. De rechtbank zal [naam slachtoffer 3] daarom niet-ontvankelijk verklaren in dit deel van zijn vordering.
Omdat de verdachte de strafbare feiten, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader de benadeelde partijen betaalt is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partijen hebben gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het aan [naam slachtoffer 1] te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 16 juli 2018, dat van [naam slachtoffer 2] vanaf 8 augustus 2018 en dat van [naam slachtoffer 3] vanaf 15 augustus 2018.
Omdat de vorderingen van de benadeelde partijen (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Conclusie
De verdachte moet [naam slachtoffer 1] een schadevergoeding betalen van € 4.561,40, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht (voor het bedrag aan materiële schade van € 4.500,-).
De verdachte moet [naam slachtoffer 2] een schadevergoeding betalen van € 6.903,88, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
De verdachte moet [naam slachtoffer 3] een schadevergoeding betalen van € 9.343,04, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 63, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair,
5 primair en 6 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf voor de duur van 120 uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
116 urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
58 dagen;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met haar mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 1] , te betalen een bedrag van
€ 4.561,40, bestaande uit € 4.500,- aan materiële schade en € 61,40 aan proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 1] te betalen
€ 4.500,-(hoofdsom), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 juli 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 4.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
55 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met haar mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 2] , te betalen een bedrag van
€ 6.903,88, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 2] te betalen
€ 6.903,88(hoofdsom), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 6.903,88 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
69 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met haar mededader, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam slachtoffer 3] , te betalen een bedrag van
€ 9.343,04, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer 3] te betalen
€ 9.343,04(hoofdsom), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 augustus 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 9.343,04 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
81 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verklaart de benadeelde partij [naam slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen, waaronder begrepen betaling door haar mededader, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. K.A. Baggerman, voorzitter,
en mrs. V.F. Milders en L. Stevens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C. van Wingerden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
zij in of omstreeks de periode van 16 juli 2018 tot en met 17 juli 2018 te Gorinchem, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ of van een valse hoedanigheid en/ of door listige kunstgrepen en/ of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
de afgifte van een (personen)auto, merk/type Ford Fiesta, door zich te melden als geinteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde Ford Fiesta bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 1] , en/of die auto te bezichtigen en/ of met die auto een proefrit te maken en/ of
(vervolgens) die auto te kopen en/of het aankoopbedrag van 4500 euro
over te maken via een (fake) betalingsapp op een mobiele telefoon, vanaf een niet bestaand rekeningnummer van ABN Amro, te weten [rekeningnummer 1] naar het rekeningnummer van verkoper zijn vrouw, te weten [rekeningnummer 2] en/of de bevestiging van die
(fake) overboeking aan die verkoper en zijn vrouw te tonen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair
ene [naam medeverdachte] en/of een onbekend gebleven persoon in of omstreeks de periode van 16 juli 2018 tot en met 17 juli 2018 te Gorinchem, althans in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ of een valse hoedanigheid en/ of door listige kunstgrepen en/ of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
de afgifte van een (personen)auto, merk/type Ford Fiesta, door zich te melden als geinteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde Ford Fiesta bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 1] , en/of die auto te bezichtigen en/ of met die auto een proefrit te maken en/ of
(vervolgens) die auto te kopen en/of het aankoopbedrag van 4500 euro over te maken via een (fake) betalingsapp op een mobiele telefoon;
bij en/ of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
17 juli 2018 te Gorinchem althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/ of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door via een (fake) betalingsapp op een mobiele telefoon het aankoopbedrag van de genoemde auto, te weten 4500 euro van een niet bestaand bankrekeningnummer van ABN Amro, te weten [rekeningnummer 1] , over te maken naar de bankrekening van de vrouw van die [naam slachtoffer 1] , te weten [rekeningnummer 2] en/of de (fake) bevestiging van die overboeking te tonen aan die [naam slachtoffer 1] en/of zijn vrouw en/of vervolgens die gekochte auto op haar naam te stellen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
2
zij in of omstreeks de periode van 17 juli 2018 tot en met 18 juli 2018 te Gorinchem en/ of Heerenveen, althans in Nederland,
een voorwerp, te weten een auto, merk/type Ford Fiesta, en/of geld, te weten 2700 euro, afkomstig van de verkoop van die Ford Fiesta aan Atjebro Automotive heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten een auto, merk/type Ford Fiesta en/of geld, 2700 euro, gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp en/of dat geld geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
(art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair
zij op of omstreeks 18 juli 2018 te Heerenveen, in elk geval in Nederland, opzettelijk uit de opbrengst van een door misdrijf verkregen goed, te weten een auto, merk/type Ford Fiesta,voordeel heeft getrokken, door die eerder door oplichting verkregen Ford Fiesta te verkopen voor een bedrag van 2700 euro;
(art 416 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
3
zij in of omstreeks de periode van 8 augustus 2018 tot en met 9 augustus 2018 te Schijndel, gemeente Meierijstad, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ of van een valse hoedanigheid en/ of door listige kunstgrepen en/ of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/ of het teniet doen van een inschuld, te weten
een auto, merk/type Seat Ibiza, door
zich te melden als geinteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde Seat Ibiaz bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 2] ,
en/ of te vragen naar de staat en/ of de uiterste verkoopprijs van die auto en/ of de mogelijkheid te bespreken om de verkoop digitaal in orde te maken en/ of het aankoopbedrag van 6500 euro over te maken via een
(fake) betalingsapp op een mobiele telefoon, vanaf een niet bestaand rekeningnummer naar het rekeningnummer van die verkoper en/ of de bevestiging van die (fake) overboeking aan die verkoper te tonen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair
ene [naam medeverdachte] en/of een onbekend gebleven persoon in of omstreeks de periode van 08 augustus 2018 tot en met 9 augustus 2018 te Schijndel, gemeente Meierijstad, althans in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ of een valse hoedanigheid en/ of door listige kunstgrepen en/ of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/ of het teniet doen van een inschuld, te weten
een auto, merk/type Seat Ibiza, door zich te melden als
geinteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde Seat Ibiza bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 2] , en/ of te vragen naar de staat en/of de uiterste verkoopprijs van die auto en/of de mogelijkheid te bespreken om de verkoop digitaal in orde te maken en/ of het aankoopbedrag van 6500 euro zogenaamd over te maken via een (fake) betalingsapp op een mobiele telefoon,
bij en/ of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
9 augustus 2018 te Schijndel, gemeente Meierijstad althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/ of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door via een (fake) betalingsapp op een mobiele telefoon het aankoopbedrag van de genoemde auto, te weten 6500 euro van een niet bestaand bankrekeningnummer over te maken naar de bankrekening van die [naam slachtoffer 2] en/of de (fake) bevestiging van die overboeking te tonen aan die [naam slachtoffer 2] en/of vervolgens die gekochte auto op haar naam te stellen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
4
zij in of omstreeks de periode van 8 augustus 2018 tot en met 9 augustus 2018 te Schijndel, gemeente Meierijstad en/of Diemen, althans in Nederland,
een voorwerp, te weten een auto, merk/type Seat Ibiza, en/of geld, 5000 euro, akomstig van de verkoop van die Seat Ibiza, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/ of omgezet, en/ of
van een voorwerp, te weten een auto, merk/type Seat Ibiza, en/of geld, te weten 5000 euro, gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
(art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair
zij op of omstreeks 9 augustus 2018 te Diemen, in elk geval in Nederland,
opzettelijk uit de opbrengst van een door misdrijf verkregen goed, te weten een auto, merk/type Seat Ibiza, voordeel heeft getrokken, door de eerder door oplichting verkregen Seat Ibiza te verkopen voor een bedrag van 5000 euro;
(art 416 lid 2 Wetboek van Strafrecht)
5
zij op of omstreeks 15 augustus 2018 te Enschede, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ of van een valse hoedanigheid en/ of door listige kunstgrepen en/ of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
een auto, merk/type Fiat 500, door zich te melden als geinteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde fiat 500 bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 3] , en/of die auto te bezichtigen en/of een proefrit met die auto te maken en/of de verkoopprijs van die auto te bespreken en/of het aankoopbedrag van 9200 euro over te maken via een (fake) betalingsapp op een mobiele telefoon, vanaf een niet bestaand rekeningnummer naar het rekeningnummer van die verkoper
en/of de bevestiging van die (fake) overboeking aan de schoondochter
van die verkoper te tonen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair
ene [naam medeverdachte] en/of een onbekend gebleven persoon op of omstreeks 15 augustus 2018 te Enschede, althans in Nederland
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/ of een valse hoedanigheid en/ of door listige kunstgrepen en/ of door een samenweefsel van verdichtsels,
[naam slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
een auto, merk/type Fiat 500, door zich te melden als geinteresseerde(n) voor de op Marktplaats te koop staande genoemde fiat 500 bij de verkoper, de genoemde [naam slachtoffer 3] , en/of die auto te bezichtigen en/of een proefrit met die auto te maken en/of de verkoopprijs van die auto te bespreken en/of het aankoopbedrag van 9200 euro over te maken via een (fake) betalingsapp op een mobiele telefoon;
bij en/ of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
15 augustus 2018 te Enschede althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/ of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door via een (fake) betalingsapp op een mobiele telefoon het aankoopbedrag van de genoemde auto, te weten 6500 euro van een niet bestaand bankrekeningnummer over te maken naar de bankrekening van die [naam slachtoffer 3] en/of de (fake) bevestiging van die overboeking te tonen aan de schoondochter van die [naam slachtoffer 3] en/of vervolgens die gekochte auto op haar naam te stellen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
6
zij in of omstreeks de periode van 15 augustus 2018 tot en met 16 augustus 2018 te Enschede en/of Assen, althans in Nederland,
een voorwerp, te weten een auto, merk Fiat 500 en/of geld, 5000 euro, afkomstig van de verkoop van die Fiat 500, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/ of omgezet, en/ of
van een voorwerp, te weten een auto, merk Fiat 500 en/of geld, 5000 euro, gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
(art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht)
Subsidiair
zij op of omstreeks 15 augustus 2018 te Assen, in elk geval in Nederland opzettelijk uit de opbrengst van een door misdrijf verkregen goed, te weten een auto, merk/type Fiat 500, voordeel heeft getrokken, door de eerder door oplichting verkregen Fiat 500 te verkopen voor een bedrag van 5000 euro;
(art 416 lid 2 Wetboek van Strafrecht)