In boetezaak 202001754 schrijft de toezichthouder in het rapport van bevindingen van 14 juli 2020 onder meer het volgende.
“
Datum en tijdstip van de bevinding: 6 juli 2020 omstreeks 06:10 uur.
Tijdens mijn inspectie, belast met de AM (levende) keuring van schapen, bevond ik mij in de stal van Slachthuis ' [slachterij] . Er werd mij een koppel schapen ter keuring aangeboden. Ik liep door het hok heen en de schapen stonden op en liepen bij mij vandaan, wat normaal gedrag is voor schapen. In een hoek zag ik één schaap blijven liggen, dit schaap trok mijn aandacht omdat het als enige bleef liggen. Ik liep naar het schaap, met I&R (identificatie en registratie) nummer: NL 100044692016 (zie foto 1), toe en toen ik vlakbij was stond het op. Ik zag dat de linker achterpoot verdikt was en dat het schaap er flink kreupel op liep. Ik heb de exploitant verzocht het schaap te vangen zodat ik het aan een nader onderzoek kon onderwerpen. Daarbij heb ik het volgende vastgesteld:
Ik zag dat het schaap haar linker achterpoot in stilstand optrok of naar voren verplaatste om het minder te belasten, dit is een teken van pijn (zie foto 2). Ik zag dat de linker onderpoot vanaf de hak tot en met de kroonrand circulair verdikt was (zie foto 3). Ik zag dat met name de kroonrand sterk verdikt was (zie foto 4 en 5). Ik palpeerde de onderpoot en deze voelde warm aan. Toen ik lichte druk uitoefende op de onderpoot trok het schaap de poot weg, dit is een teken van pijn. Als dierenarts herkende ik de gezwollen, pijnlijke en warme onderpoot als een ontstoken onderpoot.
Ik zag dat er zich een weefselmassa in de tussenklauwspleet bevond (zie foto 5 en 6). Gezien de woekering van de massa en de snelheid waarmee de massa ging bloeden na aanraking herkende ik dit als hypergranulatieweefsel (wild vlees) (zie foto 2). Als dierenarts weet ik dat hypergranulatieweefsel ontstaat wanneer een wond continue geprikkeld wordt waardoor er voortdurend nieuw weefsel wordt aangemaakt. Gezien de mate van granulatie schat ik dat de ontsteking aan de onderpoot meerdere dagen voorafgaand aan het transport aanwezig was. Ik rook van een afstandje aan de poot en ik rook de typische geur van een necrotiserende ontsteking (ontsteking waarbij weefsel afsterft).
Ik mat met een rectaal thermometer de lichaamstemperatuur van het schaap en deze bedroeg 40,5 graden Celsius (referentie 38,5 tot 40,0). Ik stelde vast dat het schaap koorts had, een teken van systemische ziekte.
Het schaap is niet toegelaten tot slacht, direct gedood en ter destructie bestemd.
Op basis van mijn kennis als dierenarts stel ik het volgende:
Bovengenoemd schaap had een pijnlijke ontsteking aan de linker onderpoot. Het schaap liep kreupel en wilde de poot in stilstand verminderd of niet belasten. Tijdens het transport is het schaap gedwongen om de poot te belasten, bijvoorbeeld tijdens het op- en afladen van de veewagen. Tevens heeft de ontstoken onderpoot koorts bij het schaap veroorzaakt, wat duidt op ziekte. Dit schaap had niet vervoerd mogen worden omdat het transport van een dier met een pijnlijke en ontstoken linkerachterpoot, wat bovendien ook nog ziek is, onnodig extra lijden heeft veroorzaakt.
De vervoerder vervoerde een dier dat niet mocht worden vervoerd omdat het niet geschikt was voor het voorgenomen transport; het dier was niet in staat zich op eigen kracht pijnloos te bewegen, bovendien was het dier ziek.”