ECLI:NL:RBROT:2022:3342

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 april 2022
Publicatiedatum
4 mei 2022
Zaaknummer
C/10/635829 / FA RK 22-2132
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 april 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een eerder verleende zorgmachtiging. Het verzoek tot deze zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 29 maart 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire-I-stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en psychische schade. Ondanks dat de betrokkene het niet eens is met de diagnose, heeft de rechtbank geen aanleiding gezien om aan de diagnose te twijfelen, gezien de onderbouwing door meerdere psychiaters.

Tijdens de mondelinge behandeling op 15 april 2022 is gebleken dat de betrokkene niet bereid is om vrijwillige zorg te accepteren, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreept. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect kunnen bereiken. De toegewezen vormen van verplichte zorg zijn onder andere het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, ingaande op de datum van de beschikking.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en is op 26 april 2022 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/635829 / FA RK 22-2132
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 15 april 2022 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. M.H. de Lange te Vlaardingen.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 29 maart 2022. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van
24 maart 2022;
  • de niet-ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 7 maart 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 april 2022.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met de hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam sociaal psychiatrisch verpleegkundige] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige, en [naam verpleegkundige] , verpleegkundige, beiden verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 3 november 2021 is een zorgmachtiging verleend tot en met 3 mei 2022. Tijdig, op 29 maart 2022, is het verzoek tot een aansluitende zorgmachtiging ingediend.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire-I-stoornis. Betrokkene is het niet eens met de diagnose, maar onderbouwt dit verder niet. De rechtbank ziet gelet op de stukken geen aanleiding om aan de diagnose, die door meerdere psychiaters is gesteld, te twijfelen. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zijn behandelaar heeft afgesproken dat deze hem zal helpen bij het verkrijgen van een second opinion.
2.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. De rechtbank volgt de advocaat van betrokkene niet in haar verweer dat onvoldoende is komen vast te staan dat sprake is van ernstig nadeel. Bij betrokkene is sinds enkele maanden sprake van een hypomaan/maniform beeld. Dat blijkt uit zijn verhoogde stemming en zijn expansieve, provocerende en grensoverschrijdende gedrag. Uit de overgelegde stukken blijkt dat er als gevolg hiervan conflicten zijn met omwonenden. Betrokkene parkeert zijn auto voor de deur van een omwonende, als hij vindt dat die omwonende zijn auto fout parkeert. Betrokkene ruimt zwerfvuil op in zijn straat en deponeert het in de tuin of onder de ruitenwissers van de omwonende van wie hij denkt dat deze dit heeft gedaan. Als reactie hierop is hij bedreigd door boze omwonenden. Onlangs is betrokkene meegenomen door de politie, nadat hij thuis naakt voor het raam stond. Betrokkene is op dit moment onvoldoende in staat om in te schatten hoe zijn doen en laten op de buitenwereld overkomt. Hij ziet niet in dat hij zelf een aandeel heeft in de conflicten. Hij ontkent dat hij overlast en conflicten veroorzaakt. Betrokkene wijst daarbij op twee buurtonderzoeken die hij zelf heeft uitgevoerd en die volgens hem een heel ander beeld laten zien. Nog daargelaten dat de rechtbank niet beschikt over de resultaten van deze onderzoeken, ziet zij geen aanleiding om te twijfelen aan wat hierover is vermeld in de medische verklaring, het zorgplan en de politiegegevens. Verder heeft Antes deelgenomen aan het overleg persoonsgerichte aanpak, waarin naar voren is gekomen dat betrokkene overlast veroorzaakt in de buurt en zijn huur niet betaalt en dat als dit zo doorgaat, hij zijn woning dreigt kwijt te raken. De hulpverleners hebben afspraken weten te maken met de woningbouwvereniging, die zich vooralsnog coulant opstelt. Tot slot hebben de behandelaren er op gewezen dat langdurige psychiatrische instabiliteit (met name een manie) leidt tot psychotische ontregeling, die blijvend schade aanricht aan het brein en dat het de vraag is of betrokkene terugkomt op zijn oude niveau van functioneren. Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is van ernstig nadeel als gevolg van een psychische stoornis.
2.4.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft geen ziektebesef en -inzicht. Hij vindt dat hij geen medicatie nodig heeft. De verwachting is dat betrokkene een (medicamenteuze) behandeling zal weigeren als er geen zorgmachtiging is. Tegen deze achtergrond oordeelt de rechtbank dat verplichte zorg nodig is.
2.6.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk, proportioneel en doelmatig om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het meewerken aan ambulante behandeling.
De rechtbank volgt de advocaat van betrokkene niet in haar verweer dat deze vormen van verplichte zorg niet voorzienbaar en niet proportioneel zijn. Hoewel betrokkene zegt dat hij na overleg met de huisarts en psychiater is gestopt met de medicatie, blijkt uit de stukken genoegzaam dat hij hier zelf mee is gestopt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft betrokkene bovendien verklaard dat hij de medicatie niet nodig vindt. Verder heeft de sociaal psychiatrisch verpleegkundige naar voren gebracht dat betrokkene de ambulante behandelafspraken onvoldoende nakomt.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het beperken van de bewegingsvrijheid, het insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene, het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen en het opnemen in een accommodatie, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de voorzienbaarheid en noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd. Gebleken is dat deze vormen van zorg de afgelopen jaren niet nodig zijn geweest, en zelfs een wijziging van de eerdere zorgmachtiging niet heeft geleid tot een opname in een accommodatie.
2.7.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Met de door de advocaat van betrokkene voorgestelde alternatieven, zoals buurtbemiddeling en de benoeming van een (wettelijk) vertegenwoordiger en/of bewindvoerder, kan het ernstig nadeel onvoldoende worden afgewend. Verder is betrokkene procesbekwaam en vormt het feit dat er voor hem (nog) geen vertegenwoordiger is aangewezen geen beletsel om een beslissing te nemen over het voorliggende verzoek.
2.8.
Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.6. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 april 2023;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 15 april 2022 mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J.V. Verduijn, griffier, en op 26 april 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.