In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 13 april 2022, wordt een voorlopige omgangsregeling vastgesteld tussen een vader en zijn minderjarige dochter. De zaak betreft een verzoek om een omgangsregeling, waarbij de rechtbank eerder een informatieregeling had bepaald en de behandeling had aangehouden in afwachting van de resultaten van de omgangsbegeleiding. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 maart 2022 werd duidelijk dat de dochter, ondanks positieve ervaringen tijdens de omgangsbegeleiding, moeite had met het contact met haar vader. Dit werd toegeschreven aan een loyaliteitsconflict, waarbij de dochter haar moeder niet wilde teleurstellen. De rechtbank oordeelt dat het contact tussen de vader en de dochter zo snel mogelijk moet worden hersteld, en stelt een voorlopige regeling voor waarbij de dochter om de week op zaterdag contact heeft met haar vader. De ouders worden aangespoord om met behulp van een mediator te werken aan hun onderlinge communicatie en de ouderrelatie, zodat de dochter in een veilige en ondersteunende omgeving kan opgroeien. De rechtbank houdt de definitieve beslissing over de omgangsregeling aan tot de resultaten van de voorlopige regeling en de mediation bekend zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kinderrechter en biedt ruimte voor hoger beroep binnen de gestelde termijnen.