In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de kantonrechter op 12 mei 2022 uitspraak gedaan over een geschil tussen een eiser en CAK Volmacht B.V. De eiser, die zonder gemachtigde optrad, vorderde een vergoeding van kosten voor een MRI-scan ter hoogte van € 1.070,-. De procedure begon met een dagvaarding op 17 maart 2022, gevolgd door verschillende processtukken en een mondelinge behandeling op 14 april 2022. Tijdens deze behandeling is de eis van de eiser gewijzigd, waardoor de zaak zich enkel richtte op de vergoeding van de MRI-scan.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen sprake was van onverwijlde spoed, wat een vereiste is voor een kort geding. De rechter heeft ook overwogen dat het niet voldoende aannemelijk was dat de bodemrechter zou oordelen dat CAK Volmacht gehouden was tot vergoeding van de kosten, mede omdat er twijfel bestond over de rol van CAK Volmacht als verzekeraar. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen plaats was voor een voorziening in kort geding, gezien de onduidelijkheid over de verzekeringsrelatie en de omstandigheden rondom de declaratie van de MRI-scan.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van de eiser afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. dr. P.G.J. van den Berg.