ECLI:NL:RBROT:2022:4035

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
24 mei 2022
Zaaknummer
9742314 VV EXPL 22-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over vergoeding van kosten voor MRI-scan met betrekking tot de rol van CAK Volmacht B.V.

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de kantonrechter op 12 mei 2022 uitspraak gedaan over een geschil tussen een eiser en CAK Volmacht B.V. De eiser, die zonder gemachtigde optrad, vorderde een vergoeding van kosten voor een MRI-scan ter hoogte van € 1.070,-. De procedure begon met een dagvaarding op 17 maart 2022, gevolgd door verschillende processtukken en een mondelinge behandeling op 14 april 2022. Tijdens deze behandeling is de eis van de eiser gewijzigd, waardoor de zaak zich enkel richtte op de vergoeding van de MRI-scan.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen sprake was van onverwijlde spoed, wat een vereiste is voor een kort geding. De rechter heeft ook overwogen dat het niet voldoende aannemelijk was dat de bodemrechter zou oordelen dat CAK Volmacht gehouden was tot vergoeding van de kosten, mede omdat er twijfel bestond over de rol van CAK Volmacht als verzekeraar. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen plaats was voor een voorziening in kort geding, gezien de onduidelijkheid over de verzekeringsrelatie en de omstandigheden rondom de declaratie van de MRI-scan.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van de eiser afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. dr. P.G.J. van den Berg.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 9742314 VV EXPL 22-14
datum uitspraak: 12 mei 2022
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser],
woonplaats: [woonplaats eiser],
eiser,
zonder gemachtigde,
tegen
CAK Volmacht B.V., die mede handelt onder de naam
Promovendum,
vestigingsplaats: Dordrecht,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.H.P. Claassen.
De partijen worden hierna ‘[eiser]’ en ‘CAK Volmacht’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 17 maart 2022, met producties;
  • de twee brieven van [eiser] van 23 en 28 maart 2022, met producties;
  • de brief van CAK Volmacht van 6 april 2022, met producties;
  • de akte wijziging respectievelijk vermeerdering van eis van [eiser];
  • de brief van CAK Volmacht van 12 april 2022, met producties;
  • de pleitaantekeningen van [eiser];
  • de pleitnota van CAK Volmacht;
  • de akte wijziging respectievelijk vermindering van eis van [eiser] van 22 april 2022;
  • de brief van CAK Volmacht van 25 april 2022.
1.2.
Op 14 april 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met [eiser] en mr. M.H.P. Claasen besproken. De zaak is vervolgens voor twee weken aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen er samen uit te komen. [eiser] heeft vervolgens zijn eis gewijzigd/verminderd.

2..De beoordeling

2.1.
Gelet op de akte wijziging/vermindering van eis van [eiser] van 22 april 2022 gaat het in deze zaak inmiddels nog slechts om gevorderde vergoeding van de kosten van een MRI-scan ten belope van € 1.070,- en van de proceskosten.
2.2.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De kantonrechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van de geldvordering van [eiser] op CAK Volmacht voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. Daarbij zal de kantonrechter in de afweging van de belangen van partijen mede hebben te betrekken de vraag naar het risico van onmogelijkheid van terugbetaling (zie Hoge Raad 28 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AP0263 en Hof ’s-Hertogenbosch 22 december 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:3976).
2.3.
Wat betreft de kosten van de MRI-scan is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken van onverwijlde spoed. Bovendien is voorshands onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat CAK Volmacht gehouden is tot vergoeding daarvan, aangezien twijfel bestaat of CAK Volmacht als verzekeraar van [eiser] heeft te gelden (of, zoals zij heeft betoogd, slechts een gevolmachtigd agent is van VGZ Zorgverzekeraar N.V., hierna VGZ) en CAK Volmacht voorts onbetwist heeft aangevoerd dat de nota voor de MRI-scan nimmer ter declaratie is ingediend en die MRI-scan als medisch specialistische zorg bovendien slechts op verwijzing voor vergoeding in aanmerking komt. Onder deze omstandigheden is voor een voorziening in kort geding, waarin geen ruimte is voor nader feitenonderzoek of bewijslevering, geen plaats.
2.4.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt. Daartoe is redengevend enerzijds de onduidelijkheid ten aanzien van de vraag of CAK Volmacht moet worden aangemerkt als de verzekeraar van [eiser] en de verstrekkendheid van de door [eiser] oorspronkelijk ingestelde vorderingen, die, zoals ter zitting besproken, naar zich liet aanzien bezwaarlijk in kort geding zouden kunnen worden toegewezen (waarna [eiser] ter zitting heeft verzocht zijn eis te mogen wijzigen), terwijl anderzijds genoemde onduidelijkheid mede door correspondentie van CAK Volmacht, althans VGZ, in het leven is geroepen. Ook bij de omstandigheid dat door tussenkomst van (de gemachtigde van) CAK Volmacht thans, naar de kantonrechter uit de na de zitting ontvangen reacties begrijpt, tussen [eiser] en VGZ een oplossing is gevonden, past – zoals doorgaans bij een regeling in der minne – een compensatie van de proceskosten.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vorderingen af;
3.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. P.G.J. van den Berg en in het openbaar uitgesproken.
31688