ECLI:NL:RBROT:2022:4506
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schending van de informatieplicht door eiseres in het kader van de Wet WIA en de gevolgen daarvan
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het UWV over de schending van de informatieplicht op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Eiseres ontving een uitkering op basis van de Wet WIA en had daarnaast inkomsten uit arbeid. Het UWV had eiseres een waarschuwing opgelegd wegens het niet melden van haar inschrijving als bestuurder van een besloten vennootschap bij de Kamer van Koophandel. Eiseres stelde dat zij niet had hoeven melden dat zij bestuurder was, omdat zij geen inkomsten uit de B.V. ontving en er geen arbeidsovereenkomst was.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de argumenten van eiseres en de wettelijke verplichtingen. De rechtbank oordeelde dat het UWV ten onrechte had aangenomen dat eiseres de inschrijving bij de KvK had moeten melden. De rechtbank concludeerde dat het voor eiseres niet redelijkerwijs duidelijk moest zijn dat zij deze informatie moest doorgeven, gezien de omstandigheden van haar situatie en de informatie op de website van het UWV. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van het UWV en verklaarde het beroep gegrond. Eiseres kreeg recht op vergoeding van het griffierecht en proceskosten.
De rechtbank benadrukte dat de verplichting om informatie te melden geldt voor gegevens waarvan de verzekerde redelijkerwijs moet begrijpen dat deze relevant zijn voor het recht op uitkering. In dit geval was er geen sprake van een schending van de informatieplicht, omdat de inschrijving bij de KvK geen invloed had op de uitkering van eiseres. De rechtbank besloot dat de opgelegde waarschuwing moest komen te vervallen en dat het UWV de proceskosten moest vergoeden.