Wat de rechtbank vindt
7. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
8. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres via een telefonisch spreekuur onderzocht.Hij heeft beschreven dat eiseres een frozen shoulder aan haar rechterschouder heeft en artrose aan haar linkerschouder.
9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 2 augustus 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier en informatie van de behandelaars bestudeerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aan de FML van 17 november 2020 toegevoegd dat eiseres meer beperkingen heeft op het gebied van statische houdingen.
10. Eiseres voert in beroep aan dat zij het oneens is met de gestelde beperkingen en dat zij zich afvraagt waarop deze zijn gebaseerd. Door de rechtbank wordt dit zo begrepen dat zij de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek betwist. Uit de beroepsgronden van eiseres blijkt dat zij met name van mening is dat er onvoldoende beperkingen zijn aangenomen voor haar fysieke klachten.
11. In rechtspraak van de Centrale Raad van Beroepis vastgesteld dat als de medische grondslag van het primaire besluit gemotiveerd wordt betwist en er in de primaire fase geen sprake is geweest van een spreekuurcontact met een geregistreerde verzekeringsarts, als uitgangspunt geldt dat in de fase van bezwaar de betrokkene door een verzekeringsarts bezwaar en beroep tijdens een spreekuurcontact moet worden onderzocht. Van een spreekuurcontact kan in zo’n situatie in beginsel slechts worden afgezien indien de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende kan motiveren dat in het licht van de aard van de klachten en de beschikbare medische informatie, een spreekuurcontact geen toegevoegde waarde heeft.
12. In dit geval heeft in de primaire fase een telefonisch spreekuurcontact plaatsgevonden tussen een verzekeringsarts en eiseres. Op de zitting heeft de gemachtigde van het UWV laten weten dat dit telefonisch contact niet kan worden aangemerkt als een spreekuurcontact. De rechtbank deelt deze mening en is van oordeel dat van een spreekuurcontact met een medisch onderzoek in de primaire fase dus geen sprake is geweest. In bezwaar heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep alleen dossieronderzoek verricht. In zo’n geval moet de verzekeringsarts bezwaar en beroep dus motiveren waarom een spreekuurcontact in bezwaar geen toegevoegde waarde heeft.
13. Die motivering heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in beroep gegeven. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft in zijn rapportage van 20 april 2022 aan dat hij de volledige beschikking had over het medische dossier van eiseres van de orthopedische kliniek Bergman Clinics. Volgens hem is de aard en ernst van de schouderproblematiek van eiseres hierin gedetailleerd beschreven. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt dat persoonlijk contact met eiseres niet nodig was omdat gelet op het dossier van de Bergman Clinics de medische situatie van eiseres voor hem duidelijk was. Daarnaast stelt hij dat de bestudering van de dossierstukken niet heeft geleid tot aanvullende vragen of onduidelijkheden. De rechtbank is van oordeel dat dit een voldoende motivering is voor het afzien van een spreekuurcontact in de bezwaarfase. Het medisch dossier van Bergman Clinics bevat inderdaad uitgebreide informatie over de schouderproblematiek van eiseres en ziet op de datum in geding. Pas met de motivering die in beroep is gegeven is het bestreden besluit deugdelijk gemotiveerd. Het gebrek dat kleeft aan het bestreden besluit zal met toepassing van artikel 6:22 van de Awb worden gepasseerd omdat aannemelijk is dat eiseres daardoor niet is benadeeld.
14
.In beroep heeft eiseres een rapportage van haar orthopeed van 26 januari 2022 overgelegd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapportage van
21 februari 2022 hierover gesteld dat dit geen ander beeld geeft van de aanwezige pathologie en het functioneren van eiseres op de datum in geding.
15. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
16. De verzekeringsarts heeft aangenomen dat eiseres een frozen shoulder aan haar rechterschouder heeft en artrose aan haar linkerschouder. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen en statische houdingen.
17. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 2 augustus 2021 uiteengezet op welke punten hij tot een andere conclusie dan de verzekeringsarts komt. Het komt er op neer dat er ook ten aanzien van de linkerschouder van eiseres beperkingen moeten worden aangenomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aan de FML van 17 november 2020 toegevoegd dat eiseres meer beperkingen heeft op het gebied van statische houdingen.
18. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat eiseres ongeveer 4 uur per dag met een toetsenbord en /of muis kan werken. Eiseres voert aan dat zij minder lang met een toetsenbord en muis kan werken; zij houdt het nog geen uur vol. Zij verwijst hiervoor naar de rapportage van haar orthopeed van 26 januari 2022.
19. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapportage van
21 februari 2022 over de informatie van de orthopeed gesteld dat dit geen ander beeld geeft van de aanwezige pathologie en het functioneren van eiseres op de datum in geding. Hij geeft aan dat uit de rapportage van de orthopeed van 26 januari 2022 blijkt dat eiseres klachten heeft aan haar rechterschouder na een operatie in 2019. De verzekeringsarts bezwaar en beroep geeft aan dat dit in de bezwaarfase al bekend was en dat op basis van deze klachten beperkingen zijn aangenomen in de FML.
20. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing van de klachten die eiseres ervaart op 7 december 2020.
21. Eiseres voert verder aan dat er ten onrechte geen urenbeperking is aangenomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn rapportage van 2 augustus 2021 gesteld dat hij op grond van de pathologie geen aanleiding ziet om een urenbeperking aan te nemen. Volgens hem wordt er niet voldaan aan de criteria van de verzekeringsgeneeskundige standaard ‘Duurbelastbaarheid in arbeid’. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt dat er geen sprake is van een onderliggende zéér ernstige somatische of psychische aandoening die een sterk afgenomen energieniveau aannemelijk maakt. Ook voldoet eiseres volgens hem niet aan de in de standaard ‘Duurbelastbaarheid in arbeid’ genoemde behandel- of preventieve aspecten. Ook op dit onderdeel geldt dat dat wat eiseres ervaart aan mogelijkheden en beperkingen niet overeenkomt met dat wat medisch objectief kan worden onderbouwd. Dat een urenbeperking medisch objectief gezien nodig is, blijkt niet uit de stukken die eiseres in beroep heeft verstrekt.
De arbeidskundige beoordeling
22. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- (315100) Administratief ondersteunend medewerker;
- (315174) Telefonist (centrale), medewerker callcenter (inbound).
23. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 3 augustus 2021 voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk.
24. Eiseres voert aan dat de geduide functies erg veel overeenkomsten hebben met haar oude functie (welke ze niet meer kan uitvoeren vanwege haar beperkingen). Zij krijgt hierdoor het gevoel dat zij weer dezelfde baan moet zoeken. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geeft aan dat de ongeschiktheid van de maatgevende arbeid is gebaseerd op de overschrijding van de belastbaarheid van eiseres op het gebied van werken met een toetsenbord en /of muis. De maatgevende arbeid vereist namelijk ten minste 6 uur per dag toetsenbord en /of muis gebruik. Omdat de verzekeringsarts in de FML werken met een toetsenbord en /of muis beperkt mogelijk heeft geacht, namelijk voor ongeveer 4 uur per dag, is de maatgevende arbeid niet geschikt. De arbeidskundige bezwaar en beroep stelt in zijn rapport van 30 september 2021 dat de geduide functies niet hetzelfde zijn als de maatgevende arbeid omdat er een verschil zit in het aantal uur per dag werken met een toetsenbord en /of muis.
25. Daarnaast voert eiseres aan dat de geduide functies in strijd zijn met de conclusie van het arbeidsdeskundig rapport en met haar beperkingen zoals beschreven in onderdeel 3.2 van het arbeidsdeskundig rapport. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep stelt in zijn rapport van 30 september 2021 dat de geduide functies geschikt zijn voor eiseres en wijst daarbij op de onderbouwing die daarvoor gegeven is in het arbeidsdeskundig rapport van
3 augustus 2021. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
26. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op
7 december 2020 met de middelste van de geduide functies 40,28% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als verkoper binnendienst, zodat eiseres voor de overige 59,72% arbeidsongeschikt is.