ECLI:NL:RBROT:2022:5787

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
14 juli 2022
Zaaknummer
C/10/639477 / FA RK 22-3949
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis en verdachte huidafwijkingen

Op 22 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak is aangespannen door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, die verzocht om een zorgmachtiging voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie. Betrokkene vertoonde ernstig gedrag dat leidde tot levensgevaar en lichamelijk letsel, mede door een verdachte plek op haar neus die zich verspreidde naar andere delen van haar gezicht, vermoedelijk plaveiselcarcinoom. De rechtbank heeft de advocaat van betrokkene niet gevolgd in het verweer dat betrokkene het zelfbeschikkingsrecht heeft over haar lichaam en dat haar weigering om de verdachte plekken te laten onderzoeken gerespecteerd moet worden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid is om vrijwillig zorg te accepteren en dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene in toenemende mate angstig is en terugtrekgedrag vertoont. De arts heeft verklaard dat betrokkene alleen tijdens psychotische ontregeling haar weigering om onderzoek te ondergaan volhoudt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en heeft een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking.

De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg besproken en goedgekeurd, met uitzondering van enkele maatregelen die niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 5 juli 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/639477 / FA RK 22-3949
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 22 juni 2022 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. J.A. van Gemeren te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 9 juni 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 1 juni 2022;
  • de niet-ingevulde zorgkaart;
  • het zorgplan van 19 april 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en
de Wvggz;
- het bericht dat er geen relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 juni 2022.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam huisarts/straatdokter] , huisarts, tevens straatdokter, verbonden aan het stedelijk daklozenteam van de gemeente Rotterdam (hierna: arts).
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden met behulp van een tolk Engels.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, alsook het door hinderlijk gedrag over zich afroepen van agressie.
Uit de overgelegde stukken en de toelichting van de arts tijdens de mondelinge behandeling blijkt dat er ernstige zorgen zijn over een verdachte plek op de neus van betrokkene, die zich inmiddels heeft verspreid naar andere plekken in haar gezicht. Het vermoeden bestaat dat het een plaveiselcarcinoom is, dat zich net zoals een melanoom kan verspreiden door het hele lichaam en wat onbehandeld kan leiden tot de dood.
Verder is betrokkene in toenemende mate angstig en vertoont ze terugtrekgedrag. Ze denkt dat mensen haar kamer bezoeken, die haar bedreigen en haar verkrachten. Betrokkene spreekt hier vervolgens mensen op aan, waaronder haar buurman en andere bewoners in het complex, wat kan leiden tot agressie jegens haar.
2.3.
De arts verklaart tijdens de mondelinge behandeling dat, hoewel het daklozenteam intensief contact heeft met betrokkene, betrokkene iedere vorm van onderzoek weigert naar de verdachte plekken in haar gezicht. Betrokkene vindt het niet erg als ze hieraan dood gaat, omdat ze al vaker dood is gegaan en telkens weer is opgestaan uit de dood.
De rechtbank volgt de advocaat van betrokkene niet in haar verweer dat betrokkene het zelfbeschikkingsrecht heeft over haar eigen lichaam en dat haar weigering om de verdachte plekken te laten onderzoeken moet worden gerespecteerd, net zoals dat gebeurt bij een Jehovagetuige die uit geloofsovertuiging een bloedtransfusie weigert.
De arts heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat betrokkene alleen tijdens psychotische ontregeling deze overtuiging heeft. Toen ze nog in zorg was, was de samenwerking met betrokkene goed, stond ze wel open voor behandeling en zorg en ging ze om die reden mee naar de tandarts en andere hulpverleners.
De doelstelling van de verplichte zorg is om betrokkene vanuit een gedwongen setting in te stellen op antipsychotica, dit tevens met het doel om haar weer wilsbekwaam te maken waardoor zij een weloverwogen keuze kan maken om iets aan de verdachte plekken in haar gezicht te doen of niet. In beginsel zal betrokkene ambulant behandeld worden.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling herhaald dat er niets met haar aan de hand is en dat ze geen behandeling of zorg nodig heeft. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat hoewel betrokkene in beginsel ambulant wordt behandeld, niet is verzocht om het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten. Aangezien betrokkene niet bereid is om vrijwillig mee te werken aan ambulante behandeling, acht de rechtbank deze vorm van verplichte zorg noodzakelijk en voegt deze ambtshalve toe.
Als
reguliere verplichte zorgacht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken.
Verplichte zorg in crisissituaties
Tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat als betrokkene haar depotmedicatie niet accepteert en/of als gevolg van haar psychische stoornis niet meewerkt aan een onderzoek naar de verdachte plekken in haar, betrokkene kan worden opgenomen.
In dat geval mag gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, het insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 december 2022;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 22 juni 2022 mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, in tegenwoordigheid van L. Mast, griffier, en op 5 juli 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.