Wat de rechtbank vindt
7. De rechtbank heeft op 17 juni 2022 met toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de partijen verzocht om een zitting achterwege te laten Partijen hebben twee weken de tijd gekregen om hierop te reageren. Aangezien partijen niet hebben gereageerd binnen de termijn is met stilzwijgende toestemming een zitting achterwege gebleven en heeft de rechtbank het onderzoek op 5 juli 2022 gesloten. De gemachtigde van eiseres heeft met een email van 5 juli 2022 laten weten dat geen instemming is gegeven om de zaak schriftelijk af te doen. Nu het onderzoek al gesloten is, beschouwt de rechtbank dit aan als een verzoek om het onderzoek te heropenen. De rechtbank ziet daartoe geen aanleiding. De rechtbank is van oordeel dat de vergissing om niet voor het verstrijken van de gegeven termijn te laten weten dat een zitting wordt gewenst, voor rekening en risico van eiseres moet komen.
8
.De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 1 januari 2021 voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. De rechtbank zal dat uitleggen.
9. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
10. De arts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Zij heeft eiseres middels een telefonisch spreekuur gesproken. Zij heeft beschreven dat er vanaf 25 mei 2020 geen aanleiding bestaat voor het aannemen van ‘geen benutbare mogelijkheden’. Wel stelt de arts vast dat er nog sprake is van vermindering van benutbare mogelijkheden als rechtstreeks en medisch objectief vast te stellen gevolg van ziekte.
11. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de arts in haar rapport van 17 juni 2021 heroverwogen. Zij heeft het dossier bestudeerd en informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft zij eiseres gesproken op de hoorzitting van
15 juni 2021. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd dat de beperkingen in grote lijnen correct zijn aangenomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet wel aanleiding om op enkele punten (verdergaande) beperkingen aan te nemen. Deze beperkingen zijn aangepast in de gewijzigde FML van 17 juni 2021.
12
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in haar beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe haar beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
13. De arts heeft aangenomen dat er geen sprake meer is van ‘geen benutbare mogelijkheden’, wel moeten er beperkingen worden opgenomen voor persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen, statisch houdingen en werktijden.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep komt in haar rapport 17 juni 2021 grotendeels tot dezelfde conclusie als de arts. Wel moeten er beperkingen worden aangenomen op het gebied van conflicthantering. Gelet op de nekklachten zijn er beperkingen aangenomen voor tillen en dragen, veelvuldig reiken met name over de maximale afstand, bovenhands werken en ten aanzien van het bewegen van de nek in de uiterste standen.
15. Eiseres heeft een onderzoek laten verrichten door het Expertise Instituut. Hiervoor is eiseres gezien door een medisch adviseur en vervolgens door een arbeidskundige adviseur. De medisch adviseur overweegt dat er al sprake was van psychische klachten veroorzaakt door de somatische klachten. Eind 2020 namen de psychische klachten toe, die waren ontstaan door een verstoorde arbeidsrelatie. De medisch adviseur overweegt dat eiseres voldoet aan de kenmerken van een depressieve stoornis. De medisch adviseur komt tot de conclusie dat verdergaande beperkingen aangenomen moeten worden ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren. Tevens acht de medisch adviseur -wegens de combinatie van depressieve stoornis en chronische pijnklachten- energetische problematiek aanwezig, wat duidelijk naar voren komt in algehele amnese, dagverhaal en het onderzoek. De medisch adviseur overweegt dat hierdoor een urenbeperking noodzakelijk is, zodat er meer tijd is voor recuperatie voor eiseres.
16
.In het aanvullend rapport van 11 april 2022 is de verzekeringsarts bezwaar en beroep ingegaan op het rapport van de medisch adviseur. Ten aanzien van de psychische klachten heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep overwogen dat het erop lijkt dat de medisch adviseur beperkingen heeft aangenomen alleen op basis van haar actuele bevindingen en haar eigen onderzoek naar de psyche. Dit betreft echter de situatie ruim een jaar na datum in geding. De verzekeringsarts bezwaar en beroep neemt daarbij in aanmerking dat de medisch adviseur wel de bevindingen uit het huisartsenjournaal vermeldt, maar slechts de informatie tot 2019, terwijl er ook informatie uit 2020 is. Destijds concludeerde de huisarts dat er geen sprake is van een depressieve episode, maar overbelasting door tegenslagen. Verder ziet de verzekeringsarts bezwaar en beroep een tegenstrijdigheid in de beoordeling, nu eiseres ondanks het gesteld gebrek aan initiatief wel begonnen is aan een nieuwe baan en de depressieve klachten haar kennelijk niet belemmeren dit nieuwe werk op te pakken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep komt dan ook tot de conclusie dat er geen medische basis is voor het aannemen van ernstiger psychische klachten op de datum in geding. Wat betreft de darmklachten is de verzekeringsarts bezwaar en beroep van mening dat de medisch adviseur de beperkingen baseert op de situatie van ruim een jaar na de datum in geding. Ten aanzien van de energetische problematiek stelt de verzekeringsarts bezwaar en beroep het volgende. Voor een urenbeperking op grond van de psychische klachten is geen plaats nu geen sprake is van ernstige psychische klachten op de datum in geding. Voor een urenbeperking op grond van chronische pijnklacht bestaat ook geen aanleiding, omdat er niet blijkt dat er sprake is van een noodzakelijke recuperatiebehoefte.
17. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom de in beroep overgelegde stukken geen reden vormen om meer beperkingen aan te nemen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft deugdelijk gemotiveerd dat er in voldoende mate rekening is gehouden met de medische situatie van eiseres. Dat de medisch adviseur meer beperkingen aanneemt dan de verzekeringsarts bezwaar en beroep, leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de beperkingen die volgens de medisch adviseur moeten worden aangenomen voornamelijk berusten op de situatie van ruim een jaar na de datum in geding.
De arbeidskundige beoordeling
18. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de gewijzigde FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan doen. Het gaat om:
- (661 010) beleidsambtenaar;
- (532 040) administratief medewerker notaris, advocaat, rechtbank;
- (516 080) schadecorrespondent.
19. Eiseres voert aan dat zij de functie met SBC-code 661010 niet kan verrichten wegens het niet voldoen aan de ervaringsvereisten.
20. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 15 september 2021 voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft gemotiveerd dat eiseres een Hbo-opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening heeft afgerond. Deze opleiding bevatte ook een onderdeel arbeidsrecht. Daarnaast heeft eiseres vanaf 2005 tot en met 2016 als sociaal raadsvrouw gewerkt, waarbij de werkzaamheden onder andere bestonden uit het geven van informatie en advies op een breed sociaal juridisch terrein. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Voor de functie 661010 geldt één jaar ervaringsvereiste op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Eiseres heeft 11 jaar gewerkt als sociaal raadsvrouw. Kenmerkend aan de functie sociaal raadsvrouw is het adviseren over verscheidene sociale en juridische zaken. Hieronder valt ook arbeidsrechtelijke zaken. Aangenomen mag worden dat eiseres zich in die functie ook heeft beziggehouden met wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Dat dat niet het geval is geweest heeft zij niet aannemelijk gemaakt. Daarnaast merkt de rechtbank op dat de arbeidsdeskundig analist te kennen heeft gegeven dat iemand met deze kwalificaties zou kunnen worden aangenomen voor de functie met SBC-code 661010. De rechtbank beslist voldoende is gemotiveerd dat eiseres -gezien de ruime werkervaring als sociaal raadsvrouw- voldoet aan de ervaringsvereiste.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiseres op
1 januari 2021 met de middelste van deze functies 66,40% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als sociaal raadsvrouw, zodat eiseres voor de overige 33,40% arbeidsongeschikt is.