ECLI:NL:RBROT:2022:6073

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2022
Publicatiedatum
21 juli 2022
Zaaknummer
9996382 / VZ VERZ 22-9500
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wisselbeschikking inzake verzoek tot aanpassingen aan nieuwbouwwoning

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 15 juli 2022, hebben verzoekers een verzoekschrift ingediend met de vraag om verweerster te verplichten aanpassingen aan hun nieuwbouwwoning te verrichten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoekschrift niet het juiste procesinleidend stuk was, zoals vereist door artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De kantonrechter is van oordeel dat verzoekers hun vordering bij exploot van dagvaarding hadden moeten indienen, in plaats van via een verzoekschrift. Hierdoor is de procedure op het verkeerde spoor geraakt.

De kantonrechter heeft besloten dat de procedure voortgezet zal worden als een dagvaardingsprocedure. Verzoekers moeten verweerster alsnog bij exploot oproepen en daarbij een kopie van het ingediende verzoekschrift en de beschikking aan verweerster meebetekenen. De kantonrechter heeft verzoekers erop gewezen dat het verzoek niet-ontvankelijk zal worden verklaard als het exploot van oproeping niet tijdig op de griffie is ingediend.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de procedure in de huidige stand zal worden voortgezet volgens de regels van de dagvaardingsprocedure. Verzoekers krijgen de gelegenheid om hun stellingen aan te passen aan de toepasselijke procesregels. De zaak is gepland voor rolzitting op 17 augustus 2022, waarbij verzoekers verweerster moeten oproepen met inachtneming van de wettelijke termijnen. De beschikking is gegeven door mr. A.J.M. van Breevoort en is in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9996382 / VZ VERZ 22-9500
uitspraak: 15 juli 2022
beschikking ex artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam,
in de zaak van

1..[verzoeker 1] ,

2. [verzoeker 2],
beiden wonende in [woonplaats] ,
verzoekers,
gemachtigde: [naam gemachtigde] te Den Haag,
tegen
[verweerster],
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
verweerster.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Op 12 juli 2022 is op de griffie van deze rechtbank een op 11 juli 2022 gedateerd verzoekschrift van verzoekers ontvangen.

2..Het verzoek en de beoordeling daarvan

2.1.
Vooropgesteld wordt dat de kantonrechter op grond van artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) verplicht is om - ook zonder een daartoe strekkend verweer - te onderzoeken of de procedure met het juiste procesinleidend stuk aanhangig is gemaakt. Als de kantonrechter vervolgens constateert dat de zaak op het verkeerde ‘spoor’ zit, moet hij de wissel omzetten en er zorg voor dragen dat de procedure wordt doorgeleid naar het juiste spoor.
2.2.
De inhoud van het verzoekschrift van verzoekers komt er - kort samengevat - op neer, dat zij willen dat verweerster een aantal aanpassingen aan hun nieuwbouwwoning doet. De kantonrechter is van oordeel dat verzoekers dit ingevolge het bepaalde in artikel 143 Rv bij exploot van dagvaarding hadden moeten vorderen.
2.3.
Verzoekers hebben dan ook een verkeerd inleidend processtuk gebruikt. De procedure zal - gelet op het bepaalde in artikel 69 Rv - worden voortgezet als een dagvaardingprocedure en verzoekers zullen verweerster alsnog bij exploot moeten oproepen. Bij die oproeping moeten verzoekers een kopie van het bij de kantonrechter ingediende verzoekschrift van 11 juli 2022 en deze beschikking aan verweerster laten meebetekenen.
2.4.
Verzoekers worden erop gewezen dat het verzoek niet-ontvankelijk zal worden verklaard, wanneer het uit te brengen exploot van oproeping niet uiterlijk op de dag vóór de hieronder vermelde rolzitting op de griffie is ingediend.

3..De beslissing

De kantonrechter:
beveelt dat de procedure in de stand waarin deze zich bevindt zal worden voortgezet volgens de regels die gelden voor de dagvaardingsprocedure;
stelt verzoekers daarbij in de gelegenheid om hun stellingen zo nodig aan de op de dagvaardingsprocedure toepasselijke procesregels aan te passen;
bepaalt dat de zaak op de rolzitting van
woensdag 17 augustus 2022 om 15:30 uurzal komen;
beveelt dat verzoekers verweerster tegen de hiervoor genoemde dag en tijd - met inachtneming van de wettelijke termijnen - bij exploot zullen oproepen, onder betekening van deze beschikking en het verzoekschrift van 11 juli 2022;
bepaalt dat het door verzoekers te nemen processtuk uiterlijk op de dag voor de hiervoor genoemde rolzitting om 12:00 uur op de griffie moet zijn ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken in het openbaar.
38671