2.6.De twee medewerkers van [naam bedrijf] hebben aangifte gedaan tegen [gedaagde 1] . Hun aangiften luiden - voor zover van belang - als volgt:
De aangifte van [persoon B]
“
Ik was vandaag samen met mijn collega [persoon C] aan het werk op het [adres 2] in Rotterdam. Dit betreft een leegstaand rijtjeshuis. Mijn bedrijf, [naam bedrijf] , zijn daar bezig om deze woning te renoveren. Vandaag was ik daar ook aan het renoveren.
Ik was boven in de badkamer aan het tegelen. Mijn collega [persoon C] was beneden in de keuken bezig. Ik hoorde opeens een hoop herrie van beneden uit komen. Ik hoorde een onbekende stem en ik hoorde mijn collega [persoon C] zeggen: “doe even rustig”. Verder kon ik niks verstaan. Ik liep naar beneden om polshoogte te nemen.
Ik liep naar de trap om naar beneden te gaan. Ik zag daar een man staan. Deze man had ik nog nooit eerder gezien. (…)
Ik zag dat deze man een mes in zijn rechterhand vast had. Ik zag dat dit mes zwart van kleur was met een bruin handvat. Het mes liep van dik naar dun, het zag eruit als een keukenmes. Ik schat het mes ongeveer 30 centimeter. Ik zag dat deze man het mes met het snijvlak naar mij toe richtte en dat hij meerdere malen met zijn hand, waar het mes in zat, stekende bewegingen naar mij maakte. Ik schrok erg toen ik dit zag. Ik was echt bang dat hij mij daadwerkelijk wilde steken. Ik voelde mij hierdoor erg bedreigd.
Ik hoorde deze man tegen mij zeggen: “kom jij ook maar naar beneden en jullie gaan het schoonmaken wat er op die container staat.” Op dat moment wist ik helemaal niet wat er op de container stond of waar die man het over had.
Ik liep de trap af. Zodra ik dichter bij deze man kwam draaide de man het mes van mij af en draaide het naar zijn eigen onderarm toe. Ik hoorde deze man zeggen dat wij met hem mee moesten lopen naar buiten om te kijken naar de container.
Toen ik beneden in de woning stond zag ik dat deze man met zijn gezicht naar ons toe stond en achteruit liep naar de container toe. Hij had het mes nog steeds in zijn rechterhand en naar zijn onderarm gedraaid. Ik hoorde de man wederom gillen: “jullie gaan het nu schoonmaken anders steek ik jullie neer”. De man heeft een paar keer gegild dat hij ons neer zou steken als we de container niet zouden schoonmaken.
Voor de deur van het huis waar wij in werkte, [adres 2] in Rotterdam, stond een grote container. Die container stond er al heel de week alleen vanmorgen hadden ze hem geleegd en hadden ze hem gedraaid terug gezet. Toen ik buiten kwam met die man en mijn collega zag ik op deze container twee borsten staan met huisnummer [huisnummer X] . Ik zei tegen die man dat wij dit niet hadden gedaan. Ik hoorde de man zeggen dat dit hem niet uitmaakte en dat wij het moesten schoonmaken. Ik zei tegen die man dat hij rustig aan moest doen en dat ik een schuursponsje zou gaan pakken. Ik hoorde die man zeggen: “ga dat maar doen anders ga ik mensen bellen”.
Ik was nog steeds bang en ik voelde me bedreigd doordat deze man zei dat hij ons neer ging steken en het mes in zijn rechterhand had. Ik probeerde die man rustig te krijgen zodat hij geen gekke dingen zou gaan doen.
Ik liep met mijn collega terug de woning in om zogenaamd een schuursponsje te pakken. Ik deed de voordeur dicht en draaide hem op slot. Mijn collega [persoon C] belde 112. Ik zag dat deze man terug liep naar zijn woning, dit bleek [adres 1] te zijn. Na een paar minuten hoorde ik gebons op de voordeur van [adres 2] en zag ik dat de man weer terug was alleen nu zonder het mes. Ik hoorde niet wat hij zei want we hadden alle ramen en deuren dicht gedaan. Ik stond nog na te trillen van de schrik omdat deze man steekbewegingen naar mij had gemaakt en zei dat hij mij neer ging steken. Ik besefte me in huis dat het heel anders af had kunnen lopen als die man mij had gestoken. (…)”;
De aangifte van [persoon C]
“
Ik doe aangifte van bedreiging. De man dreigde mij met een een mes tussen mijn
ribben te steken. (…) Ik ben heel erg geschrokken. Ik had wel het besef dat het
afgelopen kan zijn als iemand zo met een mes op je afgelopen komt. Ik was stijf van
de zenuwen. Want ik wist niet wat ik kon of moest doen toen de man met een mes op mij afgelopen kwam.
Op donderdag 19 mei 2022, omstreeks 13.00 uur, was ik samen met mijn collega bezig met een renovatie aan de [adres 2] in Rotterdam. Als de huurders uit de woning zijn maken wij de woningen weer gereed voor de volgende huurder. De woning aan [adres 2] is een rijtjeswoning. Op de begane grond bevindt zich een keuken aan de straatzijde. Aangrenzend aan de open keuken bevindt zich de woonkamer. In de hal voorbij de voordeur bevindt zich een trap die naar de eerste verdieping leidt. Op die eerste verdieping bevindt zich een badkamer aan de straatzijde. De voordeur van de woning stond open vanwege de warmte om door te tochten en omdat wij spullen in de container gooiden die aan de overkant van de straat tegenover de woning staat.
Op donderdag 19 mei 2022, omstreeks 13.00 uur, was ik aan het werk in de keuken. Mijn collega was aan het werk in de badkamer. Ik hoorde een man roepen en schreeuwen. Ik zag dat er een man de woonkamer binnenliep. (…)
Ik zag dat de man naar mij toeliep in de woonkamer. Ik zag dat ik oogcontact had met de man. Ik hoorde dat de man herhaaldelijk schreeuwde: “Ik steek je tussen je
ribben”. Ik zag dat de man vervolgens voor mij kwam staan in woonkamer. De man stond heel dichtbij mij. Er was bijna geen ruimte tussen ons. Ik schat dat de afstand
ongeveer 30 centimeter was tussen ons. Ik zag dat hij een zwart keukenmes van
ongeveer 30 centimeter vasthield in zijn linkerhand. Ik zag dat de man, op het moment dat de man dichtbij mij stond, het keukenmes op heuphoogte naar mij richtte. Ik vroeg aan de man wat er aan de hand was. Ik hoorde dat de man schreeuwde dat wij hem aan het uitlachen waren met borsten op de container. Ik bleef rustig. Ik zag dat mijn collega van de badkamer naar beneden liep. Ik zag dat de man nog steeds het keukenmes vasthield. We liepen met zijn drieën naar de container om te kijken wat er aan de hand was. Op de container was graffiti gespoten met grote borsten en nummer [huisnummer X] . Ik had een beetje afstand genomen. Ik zag dat de man met het keukenmes herhaaldelijk een dreigende steekbeweging maakte met het mes in de richting van het bovenlichaam van mijn collega. Ik zag dat de afstand tussen de man met het keukenmes en mijn collega op dat moment ongeveer een meter was. Ik hoorde dat de man met het keukenmes zijn stem verhief en herhaaldelijk zei dat wij hem uitlachten. Er ging vanalles door mijn hoofd. Ik was bang dat de man met het keukenmes echt zou gaan steken. Mijn collega zei dat wij wel een schuurpapiertje zouden pakken en het van de container af zouden halen.
Op donderdag 19 mei 2022, omstreeks 13.05 uur, liep de man met het keukenmes weg. Ik zag dat de man met het keukenmes naar huisnummer [huisnummer X] ging. Ik heb hem daar niet naar binnen zien gaan. Mijn collega en ik zijn direct naar binnen gegaan en wij hebben de deur dichtgegaan. Ik zag dat de man vervolgens terugkwam naar nummer [adres 2] zonder mes. Ik hoorde dat er op de deur gebonkt werd. Ik hoorde dat er wat geroepen werd maar dat heb ik niet echt meer gehoord. Ik ben snel de deur aan de achterzijde van de woning dicht gaan doen. Ik heb direct de politie gebeld die even later ter plaatse kwam. De man met het keukenmes is aangehouden en wij gingen met de politie mee naar het bureau om afzonderlijk van elkaar aangifte van bedreiging te doen. (…)”.