ECLI:NL:RBROT:2022:6097

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2022
Publicatiedatum
22 juli 2022
Zaaknummer
C/10/640155 / KG ZA 22-522
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van een kraakpand

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 juli 2022 een vonnis gewezen in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BAYPARK PROPERTIES B.V. en de gedaagden, die niet verschenen zijn. Eiseres, BAYPARK PROPERTIES B.V., is eigenaar van een pand gelegen aan [adres], dat voorheen werd gebruikt door een onderneming gespecialiseerd in elektrotechniek voor de binnenvaart. Sinds de verhuizing van deze onderneming staat het pand leeg en is het in gebruik genomen door krakers. Eiseres heeft aangifte gedaan van de kraak en heeft de krakers per exploot aangeschreven om het pand te ontruimen.

Eiseres vorderde in het kort geding onder andere dat de gedaagden binnen drie dagen na betekening van het vonnis het pand zouden ontruimen en dat hen zou worden verboden om het pand opnieuw in gebruik te nemen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres voldoende spoedeisend belang heeft, omdat zij het pand zo spoedig mogelijk wil gebruiken voor opslag en als projectbureau voor haar bouwprojecten op Katendrecht.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen onder a. en c. toegewezen, maar de vordering onder b. afgewezen, omdat eiseres daar geen belang meer bij had. De gevorderde vergoeding van kosten voor het verbruik van gas, elektriciteit en water is afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld of gedaagden schade hebben geleden. Gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 1.437,31. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/640155 / KG ZA 22-522
Vonnis in kort geding van 18 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAYPARK PROPERTIES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaten mr. J.M. de Heer en mr. X.W.T. Heerbaart te Rotterdam,
tegen
[gedaagden],
wonende te [vestigingsplaats gedaagden],
gedaagden,
niet verschenen.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 juni 2022;
  • de 8 producties van eiseres;
  • de mondelinge behandeling op 8 juli 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De vordering

Eiseres vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. gedaagden te veroordelen binnen drie dagen na betekening van het vonnis het pand
aan de [adres] te ontruimen en blijvend te verlaten met al
het hunne en met alle personen die daarin zijdens gedaagden verblijven en het pand
leeg en ter vrije beschikking aan eiseres te stellen, althans op een termijn die de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
b. gedaagden te verbieden om na de ontruiming het pand opnieuw in gebruik te nemen;
c. te bepalen dat het vonnis binnen de in artikel 557[a] lid 3 Rv genoemde termijn van
één jaar ook ten uitvoer kan worden gelegd jegens een ieder die zich ten tijde van
de executie in het pand bevindt of het pand binnentreedt en steeds wanneer zich dat voordoet;
d. gedaagden te veroordelen binnen zeven dagen na betekening van het vonnis over te
gaan tot vergoeding van de kosten voor het verbruik van gas, elektriciteit en water,
gedurende de tijd dat zij zonder recht of titel in het pand hebben verbleven, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verschuldigdheid tot aan de
dag der algehele voldoening;
e. gedaagden te veroordelen in de kosten van de procedure alsmede de nakosten, te
vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van verschuldigdheid tot aan
de dag der algehele voldoening.

3..De beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat tegen de niet verschenen gedaagden verstek zal worden verleend.
3.2.
Eiseres is eigenaar van het pand gelegen aan de [adres] (hierna: het pand). Het pand is een bedrijfsgebouw bestaande uit een loodsruimte op de begane grond en kantoorruimte op de 1e verdieping. Voorheen werd in het pand een onderneming, die is gespecialiseerd in elektrotechniek voor de binnenvaart, gedreven. Sinds die onderneming is verhuisd naar een andere locatie, staat het pand leeg. Eiseres is (met andere partijen) nauw betrokken bij de herontwikkeling van de Pols van Katendrecht waarop ook het pand is gelegen. Zij heeft het pand gekocht voor het realiseren van nieuwbouwwoningen. In mei 2022 heeft eiseres geconstateerd dat het pand werd bewoond door krakers. Het slot aan de voorkant was vervangen door een ander slot en de entree aan de achterzijde bleek te zijn gebarricadeerd. Eiseres heeft aangifte gedaan van de kraak.
3.3.
Eiseres stelt dat de krakers zich zonder recht of titel in het pand bevinden. Zij heeft de krakers per exploot aangeschreven om het pand per omgaande te ontruimen en ontruimd te houden. Daar is geen gevolg aan gegeven. Eiseres heeft gesteld een spoedeisend belang te hebben bij de gevorderde ontruiming, omdat zij de loodsruimte zo spoedig mogelijk wil gebruiken als opslagruimte. Eiseres wil de kantoorruimte op de 1e verdieping gebruiken als projectbureau voor haar bouwprojecten op Katendrecht. Tot die tijd zal deze ruimte in tijdelijk beheer worden gesteld van een leegstandsbeheerder. Het spoedeisend belang bij de gevorderde ontruiming is daarmee voldoende gegeven.
3.4.
De voorzieningenrechter acht het onverenigbaar met het belang dat eiseres bij de vordering heeft om inlichtingen als bedoeld in artikel 557a lid 2 Rv in te winnen.
3.5.
De vorderingen onder a. en c. komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en worden toegewezen. Met die toewijzing heeft eiseres geen belang meer bij toewijzing van de vordering onder b. Daarom wordt die afgewezen.
3.6.
De gevorderde vergoeding van de kosten voor het verbruik van gas, elektriciteit en water wordt afgewezen. Nog daargelaten dat voor dit gedeelte geen apart spoedeisend belang is gesteld, kan niet worden vastgesteld of eiseres op dit punt schade heeft geleden. Eiseres heeft verklaard dat haar niet bekend is of gedaagden in het pand energie verbruiken en wat het verbruik is.
3.7.
Gedaagden zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- betekening oproeping € 105,31
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
€ 656,00
totaal € 1.437,31
3.8.
Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853, r.o. 2.3) leidt de voorzieningenrechter af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en de wettelijke rente daarover.

4..De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden;
4.2.
veroordeelt gedaagden om, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, het pand aan de [adres] te ontruimen en blijvend te verlaten met al het hunne en met alle personen die daarin zijdens gedaagden verblijven en het pand leeg en ter vrije beschikking aan eiseres te stellen;
4.3.
bepaalt dat dit vonnis binnen de in artikel 557a lid 3 Rv genoemde termijn van een jaar ook ten uitvoer zal kunnen worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in het pand bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet;
4.4.
veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 1.437,31, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten op 18 juli 2022.
2091 / 1573