ECLI:NL:RBROT:2022:6769

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 augustus 2022
Publicatiedatum
15 augustus 2022
Zaaknummer
9869056
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot proceskostenvergoeding in civiele procedure tussen netbeheerder en gedaagde

In deze civiele procedure, aangespannen door Stedin Netbeheer B.V. tegen een gedaagde die zelf procedeert, heeft de kantonrechter op 12 augustus 2022 uitspraak gedaan over de vordering tot proceskostenvergoeding. Stedin, als netbeheerder, had geconstateerd dat de gedaagde geen energiecontract had afgesloten voor zijn woning, ondanks meerdere aanmaningen. Op 4 mei 2022 heeft Stedin de gedaagde gedagvaard, waarna de gedaagde op 6 mei 2022 een bedrag van € 217,34 heeft betaald en alsnog een energiecontract heeft afgesloten. Stedin vorderde de proceskosten, omdat de gedaagde niet tijdig had gereageerd op de aanmaningen en de dagvaarding. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde verplicht was om een energiecontract af te sluiten of zijn aansluiting te laten afsluiten, en dat hij in gebreke was gebleven. De rechter heeft geoordeeld dat de proceskosten voor rekening van de gedaagde komen, en heeft deze vastgesteld op € 164,97, na verrekening van de betaling door de gedaagde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9869056 CV EXPL 22-14360
datum uitspraak: 12 augustus 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stedin Netbeheer B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Stedin’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 4 mei 2022, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord van [gedaagde];
  • de twee nagezonden e-mails van 19 mei 2022, met een identieke bijlage;
  • de repliek, die een vermindering van eis bevat, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge reactie van [gedaagde].

2..De feiten

2.1.
[gedaagde] woont op het adres [adres]. In zijn woning bevinden zich een actieve elektriciteits- en gasaansluiting. Stedin is als netbeheerder verantwoordelijk voor het transport van energie naar deze aansluitingen.
2.2.
Op 23 december 2020 heeft Stedin geconstateerd dat er ten behoeve van de woning geen energiecontract is afgesloten. Stedin heeft [gedaagde] daarom diverse aanmaningen gestuurd, waarin ze hem heeft opgeroepen om een energiecontract af te sluiten, of zijn energie-aansluitingen door Stedin te laten afsluiten.
2.3.
Op 4 mei 2022 had [gedaagde] nog geen gevolg gegeven aan deze aanmaningen. Stedin heeft daarom op die dag de inleidende dagvaarding van deze procedure uitgebracht. In een bijlage bij deze dagvaarding schrijft Stedin over wat [gedaagde] kan doen na ontvangst van deze dagvaarding (voor zover van belang) het volgende:

1. U bent het eens met de vordering
In dat geval dient u alsnog een overeenkomst af te sluiten met een energieleverancier. Zorg dat uw energieleverancier dit per omgaande, doch uiterlijktwee werkdagenvoor zitting registreert in het daarvoor bestemde systeem. Na registratie krijgt Stedin hiervan automatisch bericht. U dient een kopie van uw contract of andere bevestiging per e-mail ([e-mailadres], onder vermelding van dossier nummer 21613281) aan Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso toe te sturen.
Tevens dient u in dat geval het totaal verschuldigde, zoals hieronder gespecificeerd, aan Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso te voldoen. (…) Alleen indienuiterlijk twee werkdagen vóór de in de dagvaarding vermelde zittingsdatumaan al het voorgaande is voldaan, wordt de dagvaarding ingetrokken en vermijdt u verdere kosten. (…)
Verschuldigd, bij tijdige betaling vóór de zitting
voor hoofdsom € 75,00
voor salaris € 37,00
voor dagvaarding en informatiekosten€ 105,31
Totaal bij tijdige betaling vóór zitting (19/05/2022) € 217,31”
2.4.
Op 6 mei 2022 heeft [gedaagde] een bedrag van € 217,34 aan de gemachtigde van Stedin betaald en heeft hij alsnog een energiecontract afgesloten ten behoeve van de woning.

3..Het geschil

3.1.
Stedin eist na vermindering van eis (samengevat) [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en nakosten en dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Stedin baseert de eis op het volgende. [gedaagde] had vanaf 23 december 2020 wel een actieve energie-aansluiting maar ondanks aanmaningen geen geldend energiecontract. Daardoor werd Stedin feitelijk energieleverancier. Dat is haar als netbeheerder echter niet toegestaan op grond van de wet. Stedin was daarom verplicht om de energie-aansluitingen af te sluiten zolang [gedaagde] geen nieuw energiecontract afsloot. Zij is daarom terecht deze procedure begonnen, waarbij zij ook aanspraak maakte op een gefixeerde schadevergoeding van € 75,-, vanwege gemiste inkomsten en gemaakte buitengerechtelijke kosten. Na de dagvaarding heeft [gedaagde] € 217,34 betaald. Daarmee heeft hij de schadevergoeding, de dagvaardingskosten en het salaris van de gemachtigde voor het opstellen van de dagvaarding betaald. Pas op 13 juni 2022 heeft Stedin gehoord dat [gedaagde] ook een nieuw energiecontract had afgesloten. Toen waren de proceskosten al gemaakt. De overige proceskosten moeten daarom ook voor rekening van [gedaagde] komen.
3.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert aan dat hij € 217,34 heeft betaald aan Stedin en dat hij inmiddels een nieuw energiecontract heeft afgesloten.

4..De beoordeling

Vermindering van eis
4.1.
Onder randnummer 3 en 4 van de repliek schrijft Stedin dat zij haar vordering wil verminderen met € 217,34 en dat de vordering onder punt 1 en 2 van het petitum komt te vervallen. Uit het vervolg van de dagvaarding begrijpt de kantonrechter dat Stedin daarmee ook bedoeld heeft om de vorderingen onder 3 tot 5 van het petitum in te trekken. Stedin concludeert namelijk slechts dat de proceskosten voor rekening van [gedaagde] moeten komen (randnummer 5 en 12). Bovendien hangen vordering 3 tot 5 onlosmakelijk samen met de ingetrokken vordering 1 en 2. In dit vonnis wordt daarom uitsluitend geoordeeld over de proceskosten.
Proceskosten
4.2.
Er is geen discussie over dat [gedaagde] verplicht was om ofwel een energiecontract af te sluiten ofwel zijn energieaansluiting te laten afsluiten en dat hij dit allebei ondanks vele aanmaningen van Stedin niet heeft gedaan. Stedin is daarom terecht deze procedure begonnen.
4.3.
Stedin heeft in de bijlage bij de dagvaarding (2.3) duidelijk aangegeven wat [gedaagde] moest doen om Stedin de dagvaarding te laten intrekken. Hij moest (1) een bedrag van € 217,31 betalen, (2) een energiecontract afsluiten (3), ervoor zorgen dat de energieleverancier dit contract registreert in het systeem en (4) een kopie van het contract aan de gemachtigde van Stedin sturen.
4.4.
Het staat vast dat [gedaagde] het genoemde bedrag op tijd heeft betaald (1) en dat hij een energiecontract heeft afgesloten (2). Nergens blijkt echter uit dat [gedaagde] Stedin er ook van op de hoogte heeft gebracht dat hij dat contract heeft afgesloten (3 en 4). Stedin heeft in de repliek aangevoerd dat zij hier pas op 13 juni 2022 van op de hoogte is geraakt. Vervolgens heeft [gedaagde] in zijn tweede mondelinge reactie niet gesteld dat Stedin al eerder kon weten dat hij een energiecontract had afgesloten. Stedin heeft daarom terecht de procedure door laten gaan. [gedaagde] wordt om die reden veroordeeld in de proceskosten.
4.5.
De proceskosten worden tot aan deze uitspraak aan de kant van Stedin vastgesteld op € 105,31 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 74,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 37,- tarief). Dit is totaal € 307,31. Hierop komt door de betaling van [gedaagde] nog een bedrag van € 142,34 in mindering (€ 217,34 - € 75,-). [gedaagde] wordt daarom veroordeeld tot betaling van € 164,97. Voor kosten die Stedin maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] een bedrag betalen van € 18,50 (1/2 punt x € 37,- tarief). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.6.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Stedin tot vandaag vastgesteld op € 164,97;
5.2.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
33394