ECLI:NL:RBROT:2022:7006

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
22 augustus 2022
Zaaknummer
C/10/620045 / HA ZA 21-506
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en kosten in het kader van aandelenoverdracht tussen twee besloten vennootschappen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschappen Home Bake B.V. en Délifrance Nederland B.V. Home Bake vorderde betaling van Délifrance Nederland voor onbetaalde facturen en kosten die verband hielden met een aandelenoverdracht. Délifrance Nederland betwistte de vorderingen en stelde dat er geen rechtsgrond was voor de betaling van de gevorderde bedragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat Home Bake niet gerechtigd was om kosten die voortvloeien uit op haar rustende verbintenissen af te wentelen op Délifrance Nederland, tenzij daarvoor een deugdelijke rechtsgrond bestaat. De rechtbank oordeelde dat Home Bake onvoldoende had onderbouwd dat Délifrance Nederland verplicht was om de gevorderde bedragen te voldoen. De rechtbank wees alle vorderingen van Home Bake af en veroordeelde haar in de proceskosten. De proceskosten aan de zijde van Délifrance Nederland werden begroot op € 7.740,-, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/620045 / HA ZA 21-506
Vonnis van 20 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOME BAKE B.V.,
gevestigd te Ridderkerk,
eiseres,
advocaat mr. E.C. Douma te Amstelveen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DÉLIFRANCE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Zwijndrecht,
gedaagde,
advocaat mr. T. van Wijngaarden te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Home Bake en Délifrance Nederland genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 8 juni 2021, met producties 1 tot en met 35;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdheidverklaring, met producties 1 en 2;
  • de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident;
  • het vonnis in incident van 22 december 2021;
  • de brief van deze rechtbank van 7 februari 2022 waarbij partijen zijn opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 28 juni 2022;
  • het e-mailbericht van de rechtbank van 24 juni 2022 waarbij partijen zijn geïnformeerd over een wisseling van de behandelend rechter;
  • de mondelinge behandeling van 28 juni 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
Délifrance Nederland is een dochtervennootschap van de vennootschap naar Frans recht Délifrance S.A. Tot 28 juni 2019 (hierna: ‘overnamedatum’) hield Délifrance Nederland alle aandelen in het toenmalige Délifrance Home Bake B.V., dat op die datum middels een statutenwijziging haar naam wijzigde in en verder ging als Home Bake B.V. (hierna: Home Bake). De onderneming van Home Bake produceert broodproducten.
2.2.
Délifrance Nederland heeft op 28 juni 2019 haar aandelen in Home Bake verkocht en geleverd aan HB NL B.V. (hierna: HB NL). Ten aanzien van de inhoud van de overeenkomst die aan die aandelentransactie ten grondslag ligt zijn de daarbij betrokken partijen geheimhouding overeengekomen.
2.3.
Sinds 28 juni 2019 is HB NL enig aandeelhouder en bestuurder van Home Bake.
2.4.
In verband met de aandelentransactie zijn op 28 juni 2019 nog twee overeenkomsten gesloten, te weten (i) een “Supply Agreement for frozen bakery products” (hierna: ‘SA’) tussen Délifrance S.A. en Home Bake en (ii) een Transitional Service Agreement (hierna: ‘TSA’) tussen Home Bake en Délifrance Nederland.
2.5.
Home Bake leverde primair broodproducten aan Délifrance Nederland. Home Bake heeft daarvoor aan Délifrance Nederland facturen gezonden die in de regel ook zijn betaald. Vijf op 24 december 2020 gedateerde door Home Bake aan Délifrance Nederland onder vermelding van “PRICE ADJUSTMENT CONFORM CONTRACT” verzonden facturen van totaal € 116.066,50 zijn onbetaald gebleven. Dit geldt ook voor een factuur van € 503,58 welke als factuurdatum vermeldt 9 januari 2020 (factuurnummer PSI20-10731).
2.6.
Per e-mail van 25 februari 2021 heeft een financieel medewerkster van Délifrance Nederland het volgende aan Home Bake bericht:
“Bij brieven gedateerd 19/01/2021 hebben we u op naam van Délifrance België S.A. en Délifrance Nederland B.V. op de hoogte gebracht dat we de verschillende facturen betwisten.
Reden :geen overeenstemmende bestelling of akkoord in ons bezit.
In de bijlage vindt u een copie van de desbetreffende aangetekende zendingen.
Hierbij willen wij u ook laten weten dat we niet eens zijn met uw factuur nr. PSI20-10731 (per email ontvangen op 22/02/2021).”

3..Het geschil

3.1.
Home Bake vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Délifrance Nederland veroordeelt tot betaling aan Home Bake binnen twee dagen na betekening van dit vonnis van:
I. a. € 258.715,96, te vermeerderen met de wettelijke rente van 22 juli 2020 tot de
dag van volledige voldoening;
b. € 116.570,08, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel
6:119a BW vanaf de vervaldata tot de dag van volledige voldoening;
c. € 3.736,82 te vermeerderen met 21% btw, derhalve totaal € 4.521,55, zijnde de
op 22 april 2021 aangezegde buitengerechtelijke kosten;
II. de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten van € 157,- (zonder betekening)
dan wel € 246,- (met betekening), een en ander te voldoen binnen veertien dagen na
dagtekening van het vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de
(na)kosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Home Bake legt aan haar vordering I. onder a. ten grondslag dat Délifrance Nederland is tekortgeschoten in de nakoming van de TSA, dan wel onrechtmatig heeft gehandeld, door kosten van voor de overnamedatum, die voor rekening van Délifrance Nederland behoren te komen, ten laste van Home Bake te betalen.
3.3.
Ten aanzien van vordering I. onder b. geldt volgens Home Bake dat zij broodproducten aan Délifrance Nederland heeft verkocht en geleverd, waarvoor Délifrance Nederland de door haar verschuldigde koopprijs nog dient te voldoen.
3.4.
Délifrance Nederland concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Home Bake in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.5.
Délifrance Nederland betwist dat zij gehouden is de door Home Bake gevorderde bedragen te voldoen, nu noch uit de inhoud van de TSA, noch uit enige rechtsregel volgt dat op haar een betalingsverplichting rust.
Voorts betwist Délifrance Nederland nog voor geleverde producten te moeten betalen. Voor de facturen ten aanzien waarvan Home Bake betaling vordert, bestaat volgens Délifrance Nederland geen rechtsgrond.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

De kosten van vóór de aandelenoverdracht

4.1.
Home Bake vordert betaling door Délifrance Nederland van aan Home Bake gerichte facturen die betrekking hebben op perioden voorafgaande aan de overname van de aandelen. De rechtbank zal deze vordering afwijzen. Dat motiveert de rechtbank als volgt.
4.2.
Home Bake is niet gerechtigd om kosten die voortvloeien uit op haar rustende verbintenissen af te wentelen op Délifrance Nederland, tenzij daarvoor een deugdelijke rechtsgrond bestaat. Uit geen van de stellingen van Home Bake kan het bestaan van een dergelijke rechtsgrond worden afgeleid. Dat de betreffende kosten in werkelijkheid niet Home Bake maar Délifrance Nederland aangingen kan de rechtbank, zeker in het licht van de gemotiveerde betwisting door Délifrance Nederland, uit de stellingen van Home Bake en de door haar overgelegde producties niet afleiden.
4.3.
Voor zover Home Bake zich beroept op de TSA, heeft zij onvoldoende gemotiveerd gesteld dat uit die overeenkomst volgt dat partijen zijn overeengekomen dat de gevorderde kosten voor rekening van Délifrance Nederland komen. Home Bake verwijst niet naar enige bepaling op dit punt. Délifrance Nederland betwist bovendien gemotiveerd dat partijen ter zake iets relevants zijn overeengekomen. Délifrance Nederland heeft toegelicht dat de TSA slechts voorziet in een overbruggingsperiode waarin Home Bake na de aandelentransactie tijdelijk, tegen betaling door Home Bake aan Délifrance Nederland, gebruik kon blijven maken van de (administratieve) diensten van Délifrance Nederland.
4.4.
Voor zover Home Bake zich beroept op “de verkeersopvatting” ontbreekt een begrijpelijke onderbouwing. Uit de verkeersopvatting vloeit in beginsel geen verplichting voort voor de gewezen aandeelhouder om aan de nieuwe aandeelhouder of aan de rechtspersoon waarvan zij aandeelhouder was kosten te vergoeden die die rechtspersoon betreffen en die betrekking hebben op perioden voorafgaande aan de aandelenoverdracht.
4.5.
Zonder nadere toelichting, die niet is gegeven, valt ook niet in te zien dat en waarom de onder 2.1 aangehaalde statuten- en naamswijziging zou leiden tot een betalingsverplichting voor Délifrance Nederland. Dat de kosten betrekking hebben op een periode waarin Délifrance Nederland aandeelhouder was van Home Bake en/of waarin bestuurders van Home Bake aan Délifrance Nederland gelieerd waren en/of Home Bake nog Délifrance Home Bake heette, is juridisch niet relevant. Home Bake is een zelfstandige rechtspersoon met eigen rechten en verplichtingen. Een wijziging van statuten en/of naam en/of aandeelhouders en/of bestuurders brengt niet mee dat de rechtspersoon een andere identiteit krijgt. Zij blijft dus zelf aansprakelijk voor schulden uit het verleden. Die kan zij niet afwentelen op derden tenzij daarvoor een rechtsgrond bestaat. Het is dan uiteraard aan haar om de in dat verband relevante feiten en omstandigheden te stellen. Dat heeft zij niet gedaan.
Geleverde broodproducten (transportkosten)
4.6.
Home Bake stelt in de dagvaarding dat zij aan Délifrance Nederland broodproducten heeft verkocht en geleverd en dat zij daarvoor (voor zover in deze zaak relevant) op 24 december 2020 (en daarna) facturen naar Délifrance Nederland heeft verstuurd. Délifrance Nederland betwist dat zij de in het geding gebrachte facturen verschuldigd is. Volgens Délifrance Nederland bestaat voor het verschuldigd raken van de gefactureerde bedragen geen grondslag. Ook deze vordering zal de rechtbank afwijzen. De rechtbank motiveert dat als volgt.
4.7.
Voor het eerst tijdens de mondelinge behandeling heeft Home Bake naar aanleiding van vragen van de rechtbank gesteld dat met de facturen van 24 december 2020 met terugwerkende kracht transportkosten in rekening zijn gebracht over de in de omstreeks anderhalf jaar daarvoor (vanaf de overnamedatum) door haar aan Délifrance Nederland geleverde producten. De grondslag voor die kosten zou zijn gelegen in de SA. Volgens Home Bake is er vanaf de overnamedatum van 28 juni 2019 ten onrechte geen rekening gehouden met het feit dat de overeengekomen prijzen op grond van de SA ‘EX WORKS’-prijzen zijn die alleen gelden voor interne doorbelasting en dat daarin de transportkosten niet zijn begrepen. Nu Home Bake sinds de aandelenoverdracht geen onderdeel meer is van Délifrance Nederland, rechtvaardigt de SA volgens Home Bake dat Délifrance Nederland de transportkosten over leveringen vanaf de overnamedatum alsnog dient te betalen.
4.8.
Hetgeen Home Bake hierover ter zitting heeft gesteld vormt een wezenlijk andere grondslag voor betreffende vordering dan hetgeen zij daaraan in de dagvaarding ten grondslag heeft gelegd, namelijk dat het eenvoudigweg volledig onvoldane facturen betrof ter zake van op bestelling geleverde producten.
4.9.
Artikel 130 Rv bepaalt dat een wijziging van eis of de gronden daarvan, schriftelijk bij conclusie of akte ter rolle, moet plaatsvinden. De strekking daarvan is dat voor de wederpartij en de rechtbank duidelijk moet zijn wat de vorderingen na wijziging precies inhouden en welke gronden daaraan ten grondslag zijn gelegd. De wederpartij moet weten waar zij zich tegen moet verweren. De rechtbank moet weten waar zij over moet beslissen. Indien een dergelijke wijziging bij gelegenheid van een mondelinge behandeling wordt doorgevoerd, moet deze in ieder geval tijdig tevoren worden aangekondigd. De wederpartij moet zich daar immers goed op kunnen voorbereiden. Daartoe is dan vaak (nader) overleg tussen (medewerkers aan de zijde van) de wederpartij en haar advocaat nodig en soms ook enig uitzoekwerk aan die zijde. Home Bake heeft de grondslag van haar eis niet expliciet en niet schriftelijk gewijzigd. Ook heeft zij voor de zitting geen wijziging van de grondslag aangekondigd. Dit betekent dat Délifrance Nederland zich daar in het geheel niet op heeft kunnen voorbereiden. Er is geen schriftelijk debat over deze andere/gewijzigde grondslag gevoerd en, gelet op het feit dat daarvan pas ter zitting bleek, kon er uiteraard ook geen volwaardig mondeling debat over worden gevoerd. Dit betekent dat Délifrance Nederland door de wijze van procederen van Home Bake onredelijk in haar verdediging zou worden geschaad als de (impliciete) wijziging van de grondslag zou worden geaccepteerd. Dat zou in strijd zijn met de eisen van een goede procesorde, zoals neergelegd in voornoemd wetsartikel. De rechtbank zal de wijziging van de grondslag, voor zover deze al als zodanig zou kunnen worden aangeduid, daarom buiten beschouwing laten. De rechtbank ziet in de gegeven omstandigheden geen aanleiding om partijen alsnog in de gelegenheid te stellen om het debat over deze andere grondslag in deze instantie alsnog te voeren. Dat zou nadere procesverrichtingen noodzakelijk maken met als gevolg vertraging van de procedure en hogere kosten voor partijen, ook voor Délifrance Nederland die part nog deel heeft aan de gebrekkige wijze waarop Home Bake deze procedure kennelijk heeft voorbereid. Daarvoor bestaat geen rechtvaardiging.
4.10.
Dit betekent dat de rechtbank dit onderdeel van het geschil op de oorspronkelijke grondslag dient te beslissen. Die houdt in dat sprake zou zijn van gewone openstaande facturen ter zake van de (ver)koop en levering van door Délifrance Nederland bij Home Bake bestelde broodproducten. Dat die grondslag niet deugdelijk is, vloeit echter reeds voort uit hetgeen Home Bake ter zitting zelf naar voren heeft gebracht. Délifrance Nederland heeft bovendien gemotiveerd aangevoerd dat zij de door haar verschuldigde bedragen voor die door haar bestelde en aan haar verkochte en geleverde broodproducten steeds tijdig en volledig heeft voldaan en dat zij met betrekking tot die koopovereenkomsten dan ook nimmer voor achterstallige betalingen is aangemaand. Home Bake heeft dat niet weersproken. De vorderingen kunnen dus niet worden toegewezen.
Factuur van 9 januari 2020
4.11.
Ter zitting heeft Home Bake desgevraagd medegedeeld dat de factuur met factuurdatum 9 januari 2020 een reguliere levering betreft en, anders dan de facturen van 24 december 2020, dus geen naheffing. Om onbekende redenen is deze factuur volgens Home Bake altijd onbetaald gebleven. Délifrance Nederland heeft verklaard deze factuur voor 2021 nooit te hebben ontvangen en dat zij evenmin bekend is met een rechtsgrond voor het volgens Home Bake destijds gefactureerde. Zij heeft er voorts op gewezen dat zij in 2020 ook nimmer een bericht van Home Bake heeft ontvangen waar zij uit had kunnen afleiden dat deze factuur open stond. Home Bake heeft ter zitting desgevraagd alsnog medegedeeld dat voor deze factuur op de gebruikelijke wijze is aangemaand. Zij heeft echter geen enkel stuk kunnen tonen dat de ter zitting daarover gedane mededeling ondersteunt. Home Bake heeft in het geheel geen concrete informatie kunnen verstrekken over contacten van voor 2021 tussen partijen met betrekking tot deze beweerdelijk in januari 2020 verzonden en sindsdien openstaande factuur en/of over de overeenkomst die het factureren van betreffend factuurbedrag zou kunnen rechtvaardigen. Dat is temeer merkwaardig nu niet in geschil is dat alle andere facturen voor een veelheid aan bestelde en geleverde producten steeds tijdig door Délifrance Nederland zijn voldaan. De rechtbank is tegen deze achtergrond van oordeel dat Home Bake (ook) het bestaan van een deugdelijke grond voor deze vordering in het licht van de gemotiveerde betwisting door Délifrance Nederland niet voldoende heeft onderbouwd zodat ook deze vordering zal worden afgewezen.
Conclusie
4.12.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat alle vorderingen zullen worden afgewezen.
Proceskosten
4.13.
Home Bake zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Délifrance Nederland worden begroot op:
- griffierecht € 4.200,-
- salaris advocaat €
3.540,-(2 punten × tarief V à € 1.770,-)
Totaal € 7.740,-
4.14.
Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3, leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Home Bake in de proceskosten, aan de zijde van Délifrance Nederland tot op heden begroot op € 7.740,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na dit vonnis;
5.3.
verklaart het vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2022.
[3268/1729]