ECLI:NL:RBROT:2022:7771

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 maart 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
9469835 \ CV EXPL 21-32274
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake niet betaalde facturen bij energiecontract en ambtshalve toetsing van informatieverplichtingen

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap Innova Energie B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeert. De eiseres, Innova, heeft een vordering ingesteld wegens onbetaalde facturen voor geleverde energie aan de gedaagde. De overeenkomst tussen partijen is aangegaan voor de duur van een jaar, met ingang van 11 oktober 2019, en is afgesloten via internet. Innova heeft meerdere facturen gestuurd, maar de gedaagde heeft deze, ondanks aanmaningen, onbetaald gelaten. De kantonrechter heeft ambtshalve onderzocht of Innova heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen zoals voorgeschreven in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Innova niet heeft aangetoond dat zij aan deze verplichtingen heeft voldaan, wat kan leiden tot een gedeeltelijke vernietiging van de betalingsverplichting van de gedaagde. De eiseres is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voornemen van de kantonrechter om de betalingsverplichting te verminderen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij Innova zich kan uitlaten over de gestelde informatieverplichtingen en de vermindering van eis.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9469835 \ CV EXPL 21-32274
uitspraak: 18 maart 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Innova Energie B.V.,
vestigingsplaats: Delft,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 22 september 2021,
gemachtigde: B.E.J. Caminada te Alphen aan den Rijn,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als Innova respectievelijk [gedaagde].

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • de dagvaarding van 22 september 2021, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met bijlagen;
  • de tussenvonnissen van 1 november 2021 en 3 januari 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
1.2.
De mondelinge behandeling is gehouden op 16 februari 2022. Van de zijde van eiseres is [naam] ter zitting verschenen. [gedaagde] is zonder bericht niet verschenen, terwijl hij wel op de juiste wijze was opgeroepen. Van hetgeen ter zitting is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
Tussen Innova en [gedaagde] bestond een overeenkomst, op grond waarvan Innova energie (gas en elektriciteit) heeft geleverd aan [gedaagde].
2.2
De overeenkomst is aangegaan voor de duur van een jaar, met ingang van 11 oktober 2019.
2.3.
De overeenkomst is afgesloten via internet en betreft een overeenkomst op afstand. Daarbij is de overeenkomst tot stand gekomen via een tussenpersoon, namelijk Overstappen.nl.
2.3
Innova heeft [gedaagde] de volgende facturen gestuurd:
Factuurdatum factuurnummer bedrag
01/11/2019 3568792 € 138,04
01/11/2019 3568793 € 203,00
01/12/2019 3635263 € 203,00
01/01/2020 3714931 € 203,00
01/02/2020 3788280 € 203,00
06/03/2020 3894722 € 388,29
2.4.
[gedaagde] heeft de facturen, ook na aanmaning onbetaald gelaten, waarna de vordering ter incasso uit handen is gegeven.

3..De vordering

3.1.
Innova heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan Innova te betalen € 1.534,74 vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.338,33 vanaf de dag der dagvaarding tot die der algehele voldoening, en in de kosten van deze procedure.
3.2.
Aan de vordering heeft Innova ten grondslag gelegd dat [gedaagde] de termijnfacturen van 1 november 2019 tot en met 1 februari 2020, alsmede de eindafrekening van 6 maart 2020, met een totaalbedrag van € 1.338,33 onbetaald heeft gelaten, ondanks herhaalde aanmaning.
3.3.
[gedaagde] voert aan dat hij met Call2collect een betalingsregeling heeft getroffen die hij correct nakomt zodat hij niet had mogen worden gedagvaard.

4..De beoordeling

(Pre)contractuele informatieverplichtingen (algemeen)

4.1.
De overeenkomst is gesloten op afstand tussen een handelaar en een consument. Van een overeenkomst op afstand is bijvoorbeeld sprake als deze is aangegaan via een website of telefonisch.
4.2.
Bij het sluiten van deze overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken. [1] Deze informatie moet bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan de consument worden verstrekt en worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Een duurzame gegevensdrager veronderstelt dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen opslaan.
4.3.
De Hoge Raad heeft op 12 november 2021 een uitspraak gedaan die voor deze zaak van belang is [2] . Kort samengevat heeft de Hoge Raad overwogen dat (1) de rechter in zaken met consumenten ambtshalve moet onderzoeken of aan bepaalde informatieverplichtingen is voldaan en (2) dat als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting de rechter een sanctie moet toepassen.
4.4.
Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is in deze zaak niet voldaan aan de volgende informatieverplichtingen zoals vermeld in artikel 6:230m lid 1 BW onder:
c (adresgegevens handelaar),
g (wijze van betaling, levering, uitvoering leveringstermijn),
o (duur overeenkomst of opzeggingsvoorwaarden),
p (minimumduur voor de consument).
sub c: de contactgegevens van de handelaar
4.5.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder c BW moet contactinformatie van de handelaar worden verstrekt. Hierom moet ten minste een e-mailadres, telefoonnummer en een vestigingsadres worden gegeven. Innova heeft vooralsnog niet aangetoond dat hieraan is voldaan.
sub g: de wijze van betaling
4.6.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g BW moet de wijze van betaling worden getoond. Het gaat daarbij om de wijze waarop de consument mag betalen en eventueel de termijn waarbinnen moet worden betaald. Als de betaling loopt via een derde partij (niet zijnde een bank) dan moet dit ook worden vermeld. Innova heeft vooralsnog niet aangetoond dat hieraan is voldaan.
sub o: de duur van de overeenkomst en opzegtermijn na verlenging
4.7.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder o BW moet voor de consument duidelijk zijn hoe lang de overeenkomst loopt als deze niet tussentijds wordt opgezegd. Daarnaast moet duidelijk zijn of de overeenkomst na die periode vanzelf afloopt of doorloopt. Als de overeenkomst doorloopt dan moet ook worden vermeld op welke termijn de consument de overeenkomst daarna kan opzeggen. Al deze informatie moet tijdens het bestelproces aan de consument worden verstrekt zonder dat de consument de informatie zelf moet opzoeken. Niet voldoende is dus dat deze informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Innova heeft vooralsnog niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan.
4.8.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder o in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moeten op een duurzame gegevensdrager de in overweging 4.7. genoemde vereisten worden bevestigd. Innova heeft vooralsnog niet aangetoond dat deze informatie op een duurzame gegevensdrager aan [gedaagde] is verstrekt.
sub p: de periode waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen
4.9.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder p BW moet voor de consument duidelijk zijn voor welke periode hij ten minste aan de overeenkomst gebonden is. In dit geval dient te worden vermeld dat de consument de overeenkomst op elk moment mag opzeggen met een termijn van dertig dagen maar dat de consument – als dat is overeengekomen – dan wel een opzegvergoeding moet betalen. Dit volgt namelijk uit de wet. [3] De consument moet tijdens het bestelproces duidelijk op deze informatie worden gewezen. Niet voldoende is dat de informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Alleen de hoogte van een eventuele opzegvergoeding mag wel in de algemene voorwaarden worden opgenomen. Innova heeft vooralsnog niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan.
4.10.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder p in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moeten de in overweging 4.9. genoemde vereisten worden bevestigd. Innova heeft vooralsnog niet aangetoond dat deze informatie op een duurzame gegevensdrager aan [gedaagde] is verstrekt.
4.11.
Nu de kantonrechter voorlopig van oordeel is dat Innova haar informatieverplichtingen zoals hierboven omschreven heeft geschonden, is hij voornemens om de betalingsverplichting van [gedaagde] (deels) te vernietigen, in lijn met de Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten [4] . Innova mag daarop eerst nog reageren.
Het verweer van [gedaagde]
4.12.
De vordering van Innova ziet op de door haar gestuurde termijnfacturen en de eindafrekening. [gedaagde] heeft niet betwist dat hij de betreffende facturen destijds niet tijdig aan Innova heeft voldaan.
4.13.
In reactie op het verweer van [gedaagde] heeft Innova aangegevoerd dat de betreffende vordering eerst uit handen is gegeven aan het incassobureau Call2collect. Met Call2collect heeft [gedaagde] een betalingsregeling afgesproken van € 50,00 per maand. Deze betalingsregeling is [gedaagde] echter niet volgens afspraak nagekomen, waarna deze is komen te vervallen. Vervolgens is de vordering uit handen gegeven aan het deurwaarderskantoor [naam kantoor]. Met dit kantoor is [gedaagde] wederom een betalingsregeling overeengekomen maar deze is niet nagekomen. Wel is [gedaagde] op eigen initiatief betalingen blijven verrichten aan Call2collect, maar dit was niet in het kader van een regeling. [gedaagde] betaalde wanneer het hem uitkwam.
4.14.
Innova heeft tijdens de mondelinge behandeling aangekondigd haar eis te verminderen met € 450,00. Ook zou zij geen aanspraak willen maken op de buitengerechtelijke kosten, de voor dagvaarding vervallen rente en het gemachtigdensalaris voor de deurwaarder. Zij heeft het daarbij gehad over een totaalbedrag inclusief kosten van € 1.500,00. Als zowel de vermindering van eis als deze “korting” in aanmerking worden genomen zouden dan resteert een lager totaalbedrag. Innova wordt verzocht hierover bij akte opheldering verschaffen. Daarbij dient zij tevens aan te geven welke betalingen van [gedaagde] vóór dagvaarding zijn verricht en welke daarna.

5..De beslissing

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 19 april 2022om 13.30 uur, alwaar Innova zich bij akte uit kan laten over het gestelde onder 4.11. en 4.14;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A. van Egmond en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2022.
3525

Voetnoten

1.Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677
3.Zie artikel 95m lid 7 van de Elektriciteitswet en artikel 52b lid 7 van de Gaswet
4.Te raadplegen via