Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[persoon A],
1..De procedure
- de dagvaarding van 24 maart 2022, met bijlagen;
- het antwoord van [gedaagde 1] , met bijlagen;
- het antwoord van [gedaagde 2] , met bijlagen;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
2..De feiten
3..Het geschil
- [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te veroordelen aan schadevergoeding aan haar te betalen € 11.072,60 met rente;
- [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te veroordelen aan buitengerechtelijke incassokosten aan haar te betalen € 885,73;
- [gedaagde 1] en [gedaagde 2] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
- medische kosten;
- smartengeld;
- verplaatste schade (huishoudelijke hulp);
- verlies zelfwerkzaamheid;
- reiskosten.
Cl. is een 49 jarige vrouw van Marokkaanse afkomst die zich meldt met angst klachten. Deze klachten zijn ontstaan nadat ze in december 2018 is aangevallen voor haar woning door die jongens uit haar buurt.” Uit de overgelegde factuur van Famed B.V. blijkt dat voor het behandeltraject een bedrag van € 953,38 door de zorgverzekeraar is vergoed en dat € 238,35 voor rekening van [eiseres] is gebleven. De kantonrechter zal daarom het bedrag van € 238,35 als schadevergoeding toewijzen.
De uitkering komt niet in mindering op het recht op schadevergoeding van het slachtoffer jegens derden. Het slachtoffer betaalt de uitkering terug aan het fonds, voor zover de schade waarop de uitkering betrekking heeft op andere wijze is vergoed.”