In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De eiseres, Zilveren Kruis, vorderde betaling van een achterstand in de zorgpremie en bijkomende kosten van de gedaagde, die een zorgverzekeringsovereenkomst had afgesloten. De gedaagde had een betalingsachterstand van in totaal € 1.882,26 over de periode van april 2018 tot en met september 2021, en had daarnaast een zorgkostennota van 21 september 2017 openstaan. Zilveren Kruis had de gedaagde meerdere keren aangemaand om te betalen, maar de gedaagde had slechts gedeeltelijke betalingen verricht.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet tijdig en volledig had betaald en dat de vordering van Zilveren Kruis, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, gerechtvaardigd was. De gedaagde had weliswaar geprobeerd een betalingsregeling te treffen, maar de kantonrechter oordeelde dat Zilveren Kruis niet verplicht was om hiermee akkoord te gaan. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 767,62, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de gedaagde ook in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.