In deze zaak vordert eiseres, [eiser], een verhuiskostenvergoeding van € 6.253,00 en schadevergoeding van € 500,00 van gedaagde, Stichting Wooncompas, in verband met renovatiewerkzaamheden aan haar huurwoning. De huurovereenkomst tussen partijen betreft een woning aan [adres]. Eiseres stelt dat de renovatiewerkzaamheden, die op 24 augustus 2020 zijn gestart, haar hebben gedwongen tijdelijk te verhuizen naar hotels, en dat zij recht heeft op een verhuiskostenvergoeding op grond van artikel 7:220 BW. Wooncompas betwist de noodzaak van de verhuizing en stelt dat de werkzaamheden niet zodanig ingrijpend waren dat een verhuizing noodzakelijk was. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres afgewezen, omdat zij niet voldoende heeft aangetoond dat de renovatiewerkzaamheden een verhuizing noodzakelijk maakten. De kantonrechter oordeelt dat de werkzaamheden niet door de gehele woning plaatsvonden en dat de belangrijkste voorzieningen steeds bruikbaar waren. Eiseres heeft ook geen medische onderbouwing overgelegd die haar stelling ondersteunt dat haar gezondheidssituatie een verhuizing noodzakelijk maakte. Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering tot schadevergoeding van € 500,00 afgewezen, omdat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de schade aan haar wasmachine en vloer het gevolg was van de renovatiewerkzaamheden. De vordering tot schadevergoeding op grond van artikel 7:208 BW is eveneens afgewezen, omdat er geen sprake was van een gebrek aan het gehuurde. Eiseres is in de proceskosten veroordeeld.