Wat vindt de rechtbank?
8. De rechtbank ziet allereerst aanleiding om in te gaan op de vraag of de ingebrachte medische stukken van PsyQ/I-Psy en van de huisarts buiten het geding moeten worden gelaten, zoals gemotiveerd door het UWV ter zitting is verzocht. De rechtbank stelt vast dat deze stukken met begeleidend e-mailbericht zijn ontvangen op de zevende dag voor de zitting; dit terwijl de stukken dateren uit maart 2022 en de gemachtigde ter zitting heeft verklaard dat zij de stukken al langer dan tien dagen voor de zitting in haar bezit had. Gelet op artikel 8:58, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn de medische stukken daarmee te laat ingediend. De rechtbank laat de medische stukken, ingestuurd bij brief van 6 september 2022, niet toe in het geding wegens strijd met de goede procesorde.
9. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
10. De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres, waaronder de stukken van de Turkse arts, van de huisarts en van I-Psy, bestudeerd. Hij heeft eiseres op 8 februari 2021 telefonisch gesproken. Op 12 februari 2021 heeft een lichamelijk onderzoek plaatsgevonden. Hij heeft het dagverhaal en de diagnose beschreven als ook welke klachten medisch verklaarbaar zijn, waarvoor ook beperkingen worden aangenomen in de FML. Verder is een prognose weergegeven.
11. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 1 juni 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd, kennis genomen van de bezwaargronden en van de in bezwaar door eiseres overgelegde stukken en informatie van de behandelaars bestudeerd. Ook heeft hij eiseres gesproken tijdens de telefonische hoorzitting en hij heeft overleg gehad met de verzekeringsarts. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts.
12. De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Er is geen reden om aan te nemen dat de verzekeringsartsen aspecten van de gezondheidstoestand van eiseres hebben gemist. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
13. De verzekeringsarts stelt vast dat bij de WIA-beoordeling in 2019 zware beperkingen zijn aangenomen voor eiseres voor onder meer dynamische handelingen en statische houdingen, naast vele beperkingen op persoonlijk en sociaal functioneren. Deze beperkingen zijn in zijn onderzoek niet beargumenteerd. De verzekeringsarts maakt hieruit indirect op dat deze beperkingen gegeven zijn vanwege de fysieke pijnen en beperkte actieradius van eiseres. Wanneer nu gekeken wordt naar wat eiseres objectief aan medisch verklaarbare klachten heeft dan komt alleen fibromyalgie naar voren naast blaasproblematiek (DD stressincontinentie) en is zij verder bekend met hypothyroïdie, waarvoor medicatie, hartklachten, waarvoor medicatie, en een hernia diafragmatica in de voorgeschiedenis. De verzekeringsarts concludeert dat veel van de toen gegeven beperkingen in ieder geval niet meer aan de orde zijn, ongeacht dat eiseres onverminderd dezelfde klachten claimt. De verzekeringsarts houdt wel rekening met de fibromyalgie en volgens hem is enige artrose niet ondenkbaar. Eiseres is beperkt voor bovengemiddelde zware fysieke arbeid. Verder is eiseres beperkt op de items in de FML die nadrukkelijk gepaard gaan met bovengemiddeld stresserende omstandigheden. Zoals zwaar leidinggeven, deadlines en productiepieken. Met deze beperkingen wordt ook rekening gehouden met de psychische klachten die eiseres claimt, maar waarvoor zij geen behandeling volgt. In verband met de duizeligheid wordt vanuit preventief oogpunt beperkingen aangenomen voor een verhoogd persoonlijk risico. Tot slot is eiseres aangewezen op werk in de nabijheid van een wc.
14
.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 1 juni 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. De verzekeringsarts bezwaar en beroep motiveert hierin mede aan de hand van de CBBS basisinformatie waarom er geen grond is voor aanpassing van de FML. Zo ziet hij geen reden om beperkingen aan te nemen voor het verdelen en vasthouden van de aandacht en herinneren. Eiseres heeft geen ernstige stoornis (ernstige schade in de hersenen, een psychose, dementie of een verstandelijke beperking) waarbij onder andere de zelfverzorging en de rol in de samenleving verstoord is. Op het spreekuur van 8 en 12 februari 2021 waren de aandacht, de concentratie en het geheugen ongestoord. Verder is er geen reden om doelmatig handelen te beperken. Hetzelfde geldt voor zelfstandig handelen en handelingstempo. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet geen aanleiding om beperkingen aan te nemen voor het gehoor. Ook leidt het rapport van de GGD-arts niet tot het aannemen van meer psychische beperkingen omdat al een zeer breed scala aan beperkingen zijn aangegeven en dit rapport dateert van meer dan 10 jaar vóór de datum in geding. Verder zijn de door eiseres in bezwaar genoemde beperkingen volgens de CBBS basisinformatie alleen aan de orde bij bepaalde problematiek, waarvan niet is gebleken dat eiseres die heeft. Uit het lichamelijk onderzoek volgt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen grond om een beperking aan te nemen voor tillen en dragen. Voor het medicatiegebruik zijn beperkingen aangenomen op verhoogd persoonlijk risico en beroepsmatig vervoer. Tot slot voldoet eiseres volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet aan de criteria zoals genoemd in de Standaard Duurbelasting in Arbeid zodat geen urenbeperking wordt aangenomen.
15. De rechtbank begrijpt dat eiseres het lastig vindt te begrijpen dat zij eerst voor 100% arbeidsongeschikt is geacht en dat zij nu voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard. Anders dan eiseres stelt heeft het UWV dit verschil wel, en naar het oordeel van de rechtbank ook, voldoende gemotiveerd. De rechtbank wijst in dit verband op het rapport van de verzekeringsarts (pagina 9).
16. De rechtbank is verder van oordeel dat de verzekeringsartsen de belastbaarheid van eiseres voldoende hebben onderbouwd en deugdelijk hebben gemotiveerd waarom geen verdergaande beperkingen hoeven te worden aangenomen. Dat eiseres kampt met psychische klachten is niet in geschil. De verzekeringsartsen hebben deze klachten en haar medicatiegebruik in dat verband ook erkend en betrokken bij hun medische beoordeling. Daarbij is ook rekening gehouden met de beschikbare medische informatie over deze klachten. De verzekeringsartsen hebben ook – zoals de verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt – een zeer breed scala aan psychische beperkingen aangenomen en eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat daarmee niet voldoende is tegemoet gekomen aan haar psychische toestand per de datum in geding. Ook voor de stelling van eiseres, dat er beperkingen hadden moeten worden aangenomen voor haar gehoorklachten en voor het tillen en dragen, heeft zij geen onderbouwing aangedragen in de vorm van (nieuwe) medische gegevens. Met het UWV is de rechtbank van oordeel dat het rapport van de GGD-arts, voor wat betreft de gehoorklachten, daarvoor onvoldoende is. Gegeven de informatie in het dossier is daarom niet aannemelijk geworden dat voor de noodzaak om deze beperkingen aan te nemen een medische reden bestaat. De verzekeringsarts bezwaar en beroep kan bovendien gevolgd worden in zijn standpunt dat een urenbeperking niet te rechtvaardigen valt en de motivering die hij daarvoor heeft gegeven. Dat geldt ook voor de stelling van eiseres dat voor haar beperkingen hadden moeten worden aangenomen in verband met haar slechte beheersing van de Nederlandse taal (spreken, schrijven en lezen). Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep (rapport van 24 september 2021) ligt hieraan namelijk geen medische stoornis ten grondslag. Eiseres heeft dit niet weersproken.
17. Eiseres stelt nog dat zij niet in staat is om haar eigen huishouden te verrichten en dat zij in dat verband een indicatie heeft op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De rechtbank volgt het standpunt van het UWV dat een indicatie op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt verleend op basis van een ander toetsingskader dan onderhavige arbeidsongeschiktheidsbeoordeling. Dat deze indicatie desalniettemin zou moeten leiden tot verdergaande beperkingen in de FML heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt.
18. Met de verzekeringsarts bezwaar en beroep overweegt de rechtbank dat de FML geen één op één weergave is van de klachten en beperkingen die eiseres ervaart. De beoordeling van de belastbaarheid van eiseres is – zo volgt uit het dossier – verricht op basis van anamnese, psychisch en lichamelijk onderzoek en informatie van de behandelend sector. Hierna werd een FML opgesteld en deze is in bezwaar gemotiveerd gehandhaafd. De rechtbank is zich ervan bewust dat eiseres klachten ervaart, maar in de verzekeringsgeneeskundige beoordeling kan niet uitsluitend worden afgegaan op hoe eiseres haar klachten zelf ervaart. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd.
19. Gelet op voorgaande ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische grondslag van het bestreden besluit. De rechtbank komt tot de slotsom dat eiseres op de datum in geding in staat moet worden geacht arbeid te verrichten die in overeenstemming is met de voor haar vastgestelde medische belastbaarheid, zoals verwoord in de FML van 20 februari 2021.
De arbeidskundige beoordeling
20. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de FML van 20 februari 2021 functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan uitvoeren. Het gaat om:
- ( sbc-code 111160) Textielproductenmaker (excl. vervaardigen textiel);
- ( sbc-code 264122) Machinaal metaalbewerker (excl. bankwerk);
- ( sbc-code 111220) Medewerker intern transport.
21. Eiseres voert aan dat de geduide functies ongeschikt zijn. In dat verband overweegt de rechtbank als eerste dat de functies zijn geselecteerd op basis van de inhoud van de FML van 20 februari 2021. Voor zover eiseres de geschiktheid van de functies betwist omdat zij stelt verder beperkt te zijn dan is aangenomen door de verzekeringsartsen, kan haar stelling niet slagen. Deze stelling is namelijk in feite gericht tegen de door het UWV vastgestelde medische belastbaarheid van eiseres in de FML van 20 februari 2021, waarvan de rechtbank hiervoor al heeft geoordeeld dat er geen reden is om aan die FML te twijfelen. Verder hebben de arbeidsdeskundigen in hun rapporten voldoende uitgelegd waarom deze functies ondanks enkele signaleringen geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. Daarbij zijn de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn.
Textielproductenmaker (excl. vervaardigen textiel)
22. Volgens eiseres is deze functie niet geschikt, omdat de werkzaamheden worden uitgevoerd in een kantoortuin. Dit is voor eiseres een onrustige werkruimte. Gezien eiseres beperkt is geacht voor contact met mensen, is zij niet in staat om deze functie uit te oefenen. Daarnaast geeft eiseres aan dat deze functie hoog niveau concentratie vereist met hoog tempo werken. Ook is de toilet op een afstand van 100 meter, wat te ver is.
23. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 5 oktober 2021 voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eisers. Zo heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep gemotiveerd dat er geen sprake is van rechtstreeks contact, dan wel deadlines. Het betreft een eenvoudige routineuze productiefunctie. Ten aanzien van de afstand van het toilet beargumenteert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat de werkzaamheden gemakkelijk onderbroken kunnen worden en dat de toilet zich op een gebruikelijke afstand bevindt in overeenstemming met de Arbowet. Deze toelichting is voor de rechtbank – in het licht van de vaste jurisprudentie – begrijpelijk.De rechtbank merkt tevens op dat in de uitspraak waar eiseres naar verwijst, naast het feit dat de afstand naar de toilet te ver was, het ook van belang was dat de betrokkene niet zonder meer haar werkplek kon verlaten. Immers moest er eerst een vervanging geregeld worden. Ingeval van eiseres heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep gemotiveerd dat zij haar werkplek op ieder moment kan verlaten. De rechtbank ziet dan ook een wezenlijk verschil tussen de situatie van eiseres en de zaak waarnaar wordt verwezen. Deze grond slaagt niet.
Machinaal metaalbewerker (excl. bankwerk)
24. Eiseres voert aan dat ook deze functie niet geschikt is voor haar. Volgens eiseres is er sprake van verwondingsrisico en van werken op tempo met deadlines. Tevens kan zij de Nederlandse taal onvoldoende spreken, lezen en schrijven.
25. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft gemotiveerd dat er geen signaleringen zijn betreft het verwondingsrisico; dat betekent de belasting in de functie de belastbaarheid van eiseres niet overschrijdt. Ten aanzien van het uitvoeren van handelingen op tempo beargumenteert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat de handelingen na verloop van tijd routineus worden. Pas wanneer de handelingen ‘eigen gemaakt zijn’ genereert men een tempo, welke een enige tijd duurt. Deadlines zijn door de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep niet gesignaleerd. Tot slot beargumenteert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat taalbarrière geen obstakel is voor het uitoefenen van deze functie. Immers is lezen geen vereiste en worden de vaardigheden geleerd door het voordoen en training ‘on the job’. De rechtbank vindt deze motivering begrijpelijk en voldoende. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat uit rechtspraak volgt dat als het om eenvoudige routinematige functies gaat met opleidingsniveau 2, waarin volgens een vast patroon met mondelinge opdrachten en eenvoudige schriftelijke instructies wordt gewerkt, eiseres in staat moet worden geacht te voldoen aan de zeer beperkte schriftelijke en mondelinge beheersing van de Nederlandse taal.
Medewerker intern transport
26. Eiseres voert tot slot aan dat ook deze functie niet geschikt is, omdat de vereiste handelingen zoals laden, lossen, controleren en verplaatsen te zwaar is. Daarnaast benoemt eiseres wederom dat ook in deze functie er sprake is van een snel handelingstempo.
27. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep licht toe dat ook ten aanzien van deze functie er geen signaleringen zijn betreft zwaar lichamelijk inzet en snelle handelingstempo. De rechtbank verwijst in dit verband dan ook naar wat zij heeft overwogen in rechtsoverweging 21. Daarnaast merkt de arbeidskundige bezwaar en beroep op dat de belasting fysiek als licht aan te merken is. Ook deze motivering is voor de rechtbank navolgbaar.
28. De rechtbank vindt de toelichtingen op de signaleringen bij de geduide functies begrijpelijk. Verder is de aanvullende motivering van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in zijn rapport van 5 oktober 2021 navolgbaar. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit.