ECLI:NL:RBROT:2022:8400

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2022
Publicatiedatum
11 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/644119 / KG ZA 22-754
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming aannemingsovereenkomst in kort geding met dwangsom

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. de Bruijn, een kort geding aangespannen tegen de besloten vennootschap De Mik & Luid B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A.W. Alders. De vordering betreft de nakoming van een aannemingsovereenkomst voor werkzaamheden aan de woning van eiseres, die in oktober/november 2020 tot stand is gekomen. De werkzaamheden zijn op 20 november 2020 gestart, maar eiseres heeft geconstateerd dat deze niet naar behoren zijn uitgevoerd. Na een bouwtechnische inspectie op 12 mei 2022, waaruit gebreken bleken, heeft eiseres De Mik & Luid in gebreke gesteld en een ultimatum gesteld voor de voltooiing van de werkzaamheden op 30 september 2022.

Eiseres vordert in dit kort geding dat De Mik & Luid wordt veroordeeld tot nakoming van de verbintenissen uit de overeenkomst, met een deadline van 11 november 2022 voor de oplevering van de werkzaamheden. Daarnaast vordert zij een dwangsom van € 10.000,- per dag voor elke dag dat De Mik & Luid niet aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 500.000,-. De Mik & Luid heeft verweer gevoerd en stelt dat er geen concrete opleverdatum was afgesproken.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van eiseres toewijsbaar zijn, omdat de termijn van 11 november 2022 redelijk is, gezien de omstandigheden en de ingebrekestelling. De rechter legt een dwangsom op van € 1.000,- per dag, met een maximum van € 50.000,-, en bepaalt dat deze niet eerder dan 25 november 2022 verschuldigd kan worden. De Mik & Luid wordt ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die in totaal € 1.460,11 bedragen. Het vonnis is uitgesproken op 10 oktober 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/644119 / KG ZA 22-754
Vonnis in kort geding van 10 oktober 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. J.A. de Bruijn te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE MIK & LUID B.V.,
gevestigd te Bergschenhoek,
gedaagde,
advocaat mr. A.A.W. Alders te Rotterdam.
Partijen worden hierna [eiseres] en De Mik & Luid genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding en 33 producties van [eiseres]
  • de 3 producties van De Mik & Luid
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiseres]
  • de pleitnota van De Mik & Luid
  • de twee wijzigingen van eis van [eiseres] , waarvan de eerste tijdens de mondelinge behandeling ingetrokken is.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[eiseres] en De Mik & Luid hebben een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten betreffende de woning aan de [adres] in Berkel en Rodenrijs. De overeenkomst is (omstreeks) eind oktober/begin november 2020 tot stand gekomen. In de offerte noch in de werkomschrijving staat een concrete opleveringsdatum.
2.2.
Op 20 november 2020 is De Mik & Luid begonnen met de werkzaamheden aan de woning van [eiseres] .
2.3.
Op 12 mei 2022 heeft [eiseres] een bouwtechnische inspectie laten uitvoeren door Perfectkeur. Op 13 mei 2022 heeft Perfectkeur een rapport van die inspectie opgemaakt.
2.4.
Op 28 juli 2022 heeft de advocaat van [eiseres] een brief, met in de kop het woord ingebrekestelling, gestuurd aan de advocaat van De Mik & Luid. Daarin wordt De Mik & Luid gesommeerd om uiterlijk op 30 september 2022 alle overeengekomen werkzaamheden aan de woning volledig en zonder gebreken te hebben afgerond en te hebben opgeleverd.
2.5.
Op 19 september 2022 heeft De Mik & Luid gereageerd op de punten zoals opgenomen in het rapport van Perfectkeur van 13 mei 2022.

3..Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert na wijziging van eis het volgende:
1. De Mik & Luid te veroordelen tot nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst betreffende het verrichten van werkzaamheden aan het dak van het hoofdgebouw uiterlijk op 11 november 2022 door dezen vrij van de in het Perfectkeurrapport van 13 mei 2022 geconstateerde gebreken aan [eiseres] op te leveren overeenkomstig productie 2 van De Mik & Luid;
2. De Mik & Luid te veroordelen tot nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst betreffende het verrichten van werkzaamheden aan de elektra in de woning uiterlijk op 11 november 2022 door dezen vrij van de in het Perfectkeurrapport van 13 mei 2022 geconstateerde gebreken aan [eiseres] op te leveren overeenkomstig productie 2 van De Mik & Luid;
3. De Mik & Luid te veroordelen tot nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst betreffende het verrichten van werkzaamheden aan het stucwerk uiterlijk op 11 november 2022 door dezen vrij van de in het Perfectkeurrapport van 13 mei 2022 geconstateerde gebreken aan [eiseres] op te leveren overeenkomstig productie 2 van De Mik & Luid;
4. De Mik & Luid te veroordelen tot nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst betreffende het verrichten van werkzaamheden aan de badkamer uiterlijk op 11 november 2022 door dezen vrij van de in het Perfectkeurrapport van 13 mei 2022 geconstateerde gebreken aan [eiseres] op te leveren overeenkomstig productie 2 van De Mik & Luid;
5. De Mik & Luid te veroordelen tot nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst betreffende het verrichten van werkzaamheden omtrent het realiseren van de aanbouw uiterlijk op 11 november 2022 door dezen vrij van de in het Perfectkeurrapport van 13 mei 2022 geconstateerde gebreken aan [eiseres] op te leveren overeenkomstig productie 2 van De Mik & Luid;
6. De Mik & Luid te veroordelen tot nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst betreffende het verrichten van werkzaamheden omtrent het realiseren van een garage;
7. De Mik & Luid te veroordelen tot nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst betreffende het verrichten van werkzaamheden omtrent het realiseren van een carport;
8. De Mik & Luid te veroordelen tot nakoming van haar verbintenissen uit de overeenkomst betreffende het verrichten van werkzaamheden omtrent het realiseren van een overdekt terras;
9. De Mik & Luid te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 10.000,-, althans een door u E.A. in goede justitie te bepalen dwangsom, voor elke dag, of deel daarvan na 12 november 2022, althans een door u in goede justitie te bepalen datum, dat De Mik & Luid niet voldoet aan het gevorderde onder 1 tot en met 8, beperkt tot een maximum van € 500.000,-;
10. zodanige voorzieningen en/of maatregelen te treffen als U.E.A. in goede justitie passend acht teneinde te bewerkstelligen dat De Mik & Luid haar verbintenissen jegens [eiseres] nakomt;
11. De Mik & Luid te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De Mik & Luid voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

Voltooiing werkzaamheden

4.1.
De kern van het geschil tussen partijen komt neer op de vraag wanneer De Mik & Luid de werkzaamheden aan de woning van [eiseres] gereed moe(s)t hebben. Volgens [eiseres] is De Mik & Luid al in verzuim en hadden de werkzaamheden al in mei 2021 gereed moeten zijn. Volgens De Mik & Luid is geen termijn overeengekomen voor de oplevering van de werkzaamheden. De Mik & Luid heeft ten behoeve van dit kort geding een planning overgelegd voor het uitvoeren van alle resterende werkzaamheden, waarbij deze uiterlijk op 11 november 2022 zullen zijn afgerond.
4.2.
Gelet op de eiswijziging van [eiseres] , die nu vordert dat de werkzaamheden die in die vorderingen worden genoemd uiterlijk op 11 november 2022 zullen zijn uitgevoerd, hoeft de voorzieningenrechter niet te beoordelen of deze werkzaamheden al gereed hadden moeten zijn. Voor toewijzing van de gewijzigde vorderingen hoeft alleen voldoende aannemelijk te zijn dat het recht van [eiseres] op uitvoering (en daarmee voltooiing) van de werkzaamheden op uiterlijk 11 november 2022 opeisbaar is. De voorzieningenrechter acht dat, gelet op de ingebrekestelling van 28 juli 2022 en het verloop van mondelinge behandeling en de eigen uitlatingen van De Mik & Luid tijdens die zitting, voldoende aannemelijk. Anders geformuleerd is 11 november 2022 gelet op het gehele verloop van de bouwwerkzaamheden, de discussie van partijen en de ingebrekestelling een redelijke termijn voor nakoming.
De omstandigheden die De Mik & Luid heeft genoemd om de lange duur van de werkzaamheden te verklaren, komen allemaal voor haar rekening en risico als opdrachtnemer. De vorderingen van [eiseres] die strekken tot nakoming van de overeenkomst uiterlijk op 11 november 2022 zijn daarom toewijsbaar, in die zin dat de voorzieningenrechter De Mik & Luid zal veroordelen om de nog uit te voeren werkzaamheden uiterlijk op die datum volgens de eisen van goed en deugdelijk werk aan [eiseres] op te leveren.
4.3.
Om misverstanden te voorkomen wordt in onderstaande tabel weergegeven welke werkzaamheden uit het rapport van Perfectkeur van 13 mei 2022 vallen onder de gewijzigde vorderingen sub 1 tot en met 5 van [eiseres] en welke werkzaamheden De Mik & Luid dus op 11 november 2022 zal moeten opleveren, naast het realiseren van de garage, de carport en het overdekte terras.
Vordering nummer / categorie
Nummers rapport Perfectkeur
1: dak
4, 8, 12, 76, 77, 85
2: elektra
20, 21, 26, 27, 28, 39
3: stucwerk
22, 45, 51, 67
4: badkamer
44, 46, 47, 52, 60
5: aanbouw
74, 75
Dwangsom en ingangsdatum; hersteltermijn oplevergebreken
4.4.
De voorzieningenrechter verbindt aan de veroordeling van De Mik & Luid tot nakoming van de overeenkomst een dwangsom. De Mik & Luid heeft een beroep gedaan op matiging van de dwangsom. Daartegen heeft [eiseres] geen verweer gevoerd. De voorzieningenrechter oordeelt dat een dwangsom van € 1.000,- per dag een voldoende prikkel moet zijn voor De Mik & Luid om gevolg te geven aan de veroordeling; een hoger bedrag acht zij disproportioneel. Het maximum van de gevorderde dwangsom wordt gesteld op € 50.000,-.
4.5.
De Mik & Luid kan niet eerder dan 25 november 2022 dwangsommen verbeuren. De Mik & Luid heeft zich er op beroepen dat zij recht heeft op een redelijke hersteltermijn en dat recht heeft zij op grond van artikel 7:759 BW inderdaad. [eiseres] heeft ook geen verweer gevoerd tegen het beroep op een redelijke hersteltermijn. Dit betekent dat De Mik & Luid, nadat zij uiterlijk op 11 november 2022 de werkzaamheden opgeleverd moet hebben, nog een termijn van twee weken heeft om eventuele oplevergebreken te herstellen. De voorzieningenrechter acht die termijn in de gegeven omstandigheden redelijk. Dit geldt ook voor de garage, de carport en het terras, die uiterlijk op 11 november 2022 moeten worden opgeleverd (wat volgens De Mik & Luid haalbaar is).
Proceskosten
4.6.
De Mik & Luid wordt, als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op € 130,11 aan dagvaardingskosten, € 314,- aan griffierecht en € 1.016,- aan salaris voor de advocaat. Dit is in totaal € 1.460,11. Over de gevorderde nakosten hoeft in dit vonnis geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente wordt toegewezen.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt De Mik & Luid om de werkzaamheden als bedoeld in 4.4 van dit vonnis, de garage, de carport en het overdekte terras uiterlijk op 11 november 2022 volgens de eisen van goed en deugdelijk werk aan [eiseres] op te leveren;
5.2.
veroordeelt De Mik & Luid tot betaling van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat zij niet aan de veroordeling als onder 5.1 uitgesproken voldoet, met een maximum van € 50.000,-, welke dwangsom niet eerder dan 25 november 2022 verschuldigd kan worden;
5.3.
veroordeelt De Mik & Luid in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 1.460,11,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zo ver uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2022.
3614 / 2009