Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser 1],
en
1..De procedure
- de dagvaarding van 24 maart 2022;
- de akte aanbrengen producties van [eisers], met producties 1 t/m 11;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 22;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de e-mails van 2 september 2022 van [eisers], met producties 12 t/m 15;
- de brief van 9 september 2022 van DWS, met producties 23 t/m 25.
2..De feiten
3..Het geschil
- vaststelling dat de huurovereenkomst tussen [eisers] en DWS betreffende het gehuurde eindigt op 30 juni 2026, met vaststelling van de ontruiming op datzelfde tijdstip, en met veroordeling van DWS om het gehuurde op dat tijdstip te ontruimen, zulks met machtiging van [eisers] om de ontruiming zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie te doen geschieden;
- DWS te veroordelen in de proceskosten met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.