In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en [gedaagde01] over een onbetaalde tandartsfactuur. Infomedics, als gemachtigde van de zorgaanbieder, vorderde betaling van € 150,45, bestaande uit een hoofdsom van € 108,07, rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde, [gedaagde01], betwistte de vordering en stelde een tegenvordering in, waarin hij onder andere € 348,48 aan administratiekosten eiste en terugbetaling van € 50,- voor een niet uitgevoerde behandeling. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een dagvaarding, antwoorden en een mondelinge behandeling.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] op 19 oktober 2020 een behandeling heeft ondergaan en dat Infomedics de vordering namens de zorgaanbieder mag incasseren. De rechter oordeelde dat [gedaagde01] € 75,41 aan Infomedics verschuldigd is, na aftrek van een bedrag dat niet toewijsbaar was. De gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente werden eveneens toegewezen. De tegenvordering van [gedaagde01] werd afgewezen, omdat hij de bedragen rechtstreeks aan de zorgaanbieder had betaald en niet aan Infomedics. De proceskosten werden aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 359,58, die ook door [gedaagde01] moeten worden vergoed. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.