In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 19 augustus 2022, heeft Q Advocaten B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] wegens onbetaalde facturen voor juridische bijstand in vier familierechtelijke procedures. Q Advocaten vordert een bedrag van € 6.324,66, bestaande uit een hoofdsom van € 5.666,34 en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde heeft de vordering betwist en stelt dat er geen overeenstemming was over het uurtarief, en dat de opdrachtbevestigingen voor de tweede, derde en vierde procedure niet zijn ondertekend, waardoor er geen overeenkomsten tot stand zijn gekomen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en wijst de vordering van Q Advocaten toe.
In reconventie vordert [gedaagde01] betaling van het honorarium van zijn nieuwe advocaat, vergoeding van proceskosten en een verklaring dat het handelen van de vorige advocaat onprofessioneel was. De kantonrechter wijst deze vorderingen af, omdat [gedaagde01] onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn claims. De rechter concludeert dat Q Advocaten niet aansprakelijk is voor de kosten van de nieuwe advocaat, aangezien de onttrekking van de vorige advocaat tijdig en zorgvuldig was. De proceskosten in conventie worden toegewezen aan Q Advocaten, terwijl de proceskosten in reconventie op nihil worden vastgesteld.