ECLI:NL:RBROT:2022:9586

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juli 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
C/10/635329 / JE RK 22-645
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van een zorgregeling tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 juli 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008. De ondertoezichtstelling is aangevraagd door de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, omdat de ontwikkeling van de minderjarige wordt bedreigd door de voortdurende strijd tussen zijn ouders over de zorgregeling en de verstoorde communicatie tussen hen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een groot risico bestaat op toenemende loyaliteitsproblemen bij de minderjarige.

Tijdens de zitting op 23 juni 2022 zijn de ouders gehoord, waarbij de moeder haar bezwaren tegen de ondertoezichtstelling heeft geuit, terwijl de vader instemde met het verzoek. De kinderrechter heeft geconstateerd dat de ouders niet in staat zijn om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan, wat noodzakelijk is voor de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01]. Ondanks eerdere pogingen tot mediation en de inzet van een bijzondere curator, is er geen blijvend resultaat geboekt in de communicatie tussen de ouders.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] weg te nemen en dat de verwachting is dat zij de noodzakelijke hulpverlening niet zullen accepteren. Daarom is besloten om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van negen maanden, met ingang van 7 juli 2022 tot 7 april 2023. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zittingsplaats: Rotterdam
Zaaknummer / rekestnummer: C/10/635329 / JE RK 22-645
datum uitspraak: 7 juli 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van
de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), hierna te noemen de raad,
betreffende
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder01] , hierna te noemen: de moeder,

wonende te [woonplaats01] ,
en

[naam vader01] , hierna te noemen: de vader,

wonende te [woonplaats02] ,
en

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Eindhoven.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de raad van 18 maart 2022, ingekomen bij de griffie op
18 maart 2022.
Op 23 juni 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gelijktijdig is behandeld zaaknummer C/10/618625 / FA RK 21-3805, in welke zaak afzonderlijk wordt beslist.
Gehoord zijn:
  • de raad, vertegenwoordigd door [naam01] ;
  • de moeder in bijzijn van mr. H.E.M.J. van Poppel;
  • de vader, in bijzijn van mr. M.J.S. Spanjersberg, namens mr. Hau-Cheng;
  • de bijzondere curator mr. L.A. Middelkoop;
- de GI, ter zitting vertegenwoordigd door [naam02] .
[voornaam minderjarige01] is in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken. Hij heeft hier geen gebruik van gemaakt.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige01] woont bij de moeder.

Het verzoek

De raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verzocht voor de duur van negen maanden.

Het standpunt van de belanghebbenden

De moeder heeft tijdens de zitting gemotiveerd haar bezwaren tegen de verzochte ondertoezichtstelling naar voren gebracht.
De vader is het eens met het verzoek.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] . De raad heeft signalen waargenomen dat [voornaam minderjarige01] als gevolg van de langdurige strijd tussen zijn ouders over met name de zorgregeling alsmede de verstoorde communicatie tussen zijn ouders, in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, en dat er een groot risico is op toenemende loyaliteitsproblemen.
De ouders zijn tot op heden niet in staat om op ouderniveau respectvol met elkaar om te gaan, zodat zij met elkaar kunnen communiceren over [voornaam minderjarige01] en hem kunnen ondersteunen in het onbelast contact hebben met beide ouders. De ouders zijn evenmin in staat om zonder hulpverlening uitvoering te geven aan een zorgregeling.
Twee eerdere mediationtrajecten en de inzet van de bijzondere curator leken (tijdelijk) een verbetering te brengen in de communicatie tussen de ouders, maar hebben geen blijvend resultaat opgeleverd. Hoewel de kinderrechter heeft geconstateerd dat sprake lijkt te zijn van een voorzichtig herstel van de communicatie tussen de ouders, ziet deze communicatie voornamelijk op de school van [voornaam minderjarige01] niet op de omgang tussen [voornaam minderjarige01] en de vader.
Op dit moment zijn de ouders onvoldoende in staat om zelf de zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] weg te nemen. De verwachting is, gelet op de voorgeschiedenis, dat de ouders niet of onvoldoende de noodzakelijk geachte hulpverlening zullen accepteren waardoor de onderlinge strijd over [voornaam minderjarige01] dus niet zal stoppen.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 BW.
De kinderrechter zal daarom [voornaam minderjarige01] onder toezicht stellen voor de duur van
negenmaanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 7 juli 2022 tot 7 april 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. Woudstra, kinderrechter, in tegenwoordigheid van C. Naujoks als griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.