In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 juli 2022 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008. De ondertoezichtstelling is aangevraagd door de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, omdat de ontwikkeling van de minderjarige wordt bedreigd door de voortdurende strijd tussen zijn ouders over de zorgregeling en de verstoorde communicatie tussen hen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een groot risico bestaat op toenemende loyaliteitsproblemen bij de minderjarige.
Tijdens de zitting op 23 juni 2022 zijn de ouders gehoord, waarbij de moeder haar bezwaren tegen de ondertoezichtstelling heeft geuit, terwijl de vader instemde met het verzoek. De kinderrechter heeft geconstateerd dat de ouders niet in staat zijn om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan, wat noodzakelijk is voor de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01]. Ondanks eerdere pogingen tot mediation en de inzet van een bijzondere curator, is er geen blijvend resultaat geboekt in de communicatie tussen de ouders.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] weg te nemen en dat de verwachting is dat zij de noodzakelijke hulpverlening niet zullen accepteren. Daarom is besloten om [voornaam minderjarige01] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van negen maanden, met ingang van 7 juli 2022 tot 7 april 2023. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan door belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten.