In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 7 juli 2022, is een voorlopige zorgregeling vastgesteld tussen de man en de minderjarige. De rechtbank heeft bepaald dat partijen, onder regie van de jeugdbeschermer, zullen toewerken naar een onbelaste omgang tussen de minderjarige en zijn vader. De rechtbank heeft eerder, op 1 juli 2022, de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van rapportages van de bijzondere curator en de raad voor de kinderbescherming. De bijzondere curator, mr. L.A. Middelkoop, was benoemd om de belangen van de minderjarige te behartigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juni 2022 zijn beide partijen, hun advocaten, de bijzondere curator en vertegenwoordigers van de raad voor de kinderbescherming verschenen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over het recht op omgang tussen de man en de minderjarige. De huidige zorgregeling wordt als voorlopige regeling vastgelegd, met de intentie om te komen tot hervatting van de oorspronkelijke zorgregeling zoals vastgelegd in het ouderschapsplan van 30 juli 2019. De rechtbank heeft de taak van de bijzondere curator beëindigd, vertrouwend op de voortzetting van de zorgregeling onder regie van de jeugdbeschermer. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft de behandeling van de zaak aangehouden tot 1 april 2023, in afwachting van nadere berichtgeving van de advocaten.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag, met inachtneming van de wettelijke termijnen voor het indienen van het beroep.