ECLI:NL:RBROT:2022:9766

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 september 2022
Publicatiedatum
14 november 2022
Zaaknummer
KTN-10041742_14112022
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mondelinge uitspraak over vordering heffing vrijstelling van werkzaamheden

Op 9 september 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam, vertegenwoordigd door kantonrechter J.J. Willemsen, een mondelinge uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres, Gemeente Rotterdam, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M.M. de Jonge. De zaak betreft een vordering van eiseres om een vrijstelling van werkzaamheden op te heffen. Tijdens de zitting is vastgesteld dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen. De Gemeente Rotterdam heeft toegezegd de ziekmelding van eiseres van 16 juni 2022 te verwerken en binnen twee weken na het vonnis schriftelijk te reageren op de bezwaren van eiseres tegen een eerdere beoordeling. Deze vorderingen zijn toegewezen.

De kantonrechter heeft echter de vordering tot opheffing van de vrijstelling van werkzaamheden afgewezen. Eiseres vertoonde emotionele reacties en de kantonrechter constateerde dat er zorgen waren over de veilige werkomgeving van de medewerkers in combinatie met een mogelijke terugkeer van eiseres op de werkvloer. Ook de vordering tot hervatting van het verbetertraject is afgewezen, omdat de Gemeente Rotterdam voldoende tijd en begeleiding heeft geboden zonder dat dit heeft geleid tot verbetering van het functioneren van eiseres. De vordering tot verlenging van het herplaatsingsonderzoek werd eveneens afgewezen, evenals het verbod op het eisen van een niet-Cotan goedgekeurde psychologische test. De proceskosten werden gecompenseerd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 10041742 VV EXPL 22-326
Datum: 9 september 2022
proces-verbaal van mondelinge uitspraak ex artikel 30p Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van

[eiseres01] ,

wonende te [woonplaats01] ,
eiseres,
procedeert in persoon,
tegen

Gemeente Rotterdam,

gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.M. de Jonge.
Aanwezig is mr. J.J. Willemsen, kantonrechter, bijgestaan door mr. R.L. Tissink, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
aan de zijde van de eisende partij:
- mevr. [naam01] ;

aan de zijde van de gedaagde partij:

  • mevr. [naam02] , HR-adviseur;
  • dhr. [naam03] , afdelingsmanager;
  • mr. M.M. de Jonge.
De kantonrechter gaat over tot de mondelinge behandeling.
De zaak is met partijen besproken. Daarbij hebben partijen hun standpunten ten aanzien van de door de kantonrechter voorgelegde vragen nader toegelicht. De kantonrechter heeft de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de kantonrechter op de voet van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in aanwezigheid van beide partijen mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

De gronden van de beslissing

1.1.
In dit kort geding dient, mede op basis van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vorderingen van [eiseres01] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van voorziening zoals gevorderd. Daarbij dient de kantonrechter uit te gaan van de feiten met beperkte toetsing daarvan, aangezien een kort geding procedure zich niet leent voor nader feitenonderzoek en/of nadere bewijslevering. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
1.2.
Het is de kantonrechter gebleken dat [eiseres01] een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorzieningen, zodat zij ontvankelijk is in haar vordering.
1.3.
Ter zitting heeft de Gemeente Rotterdam toegezegd de ziekmelding van [eiseres01] van 16 juni 2022 te verwerken en de ziekmelding door te geven aan de bedrijfsarts alsmede binnen twee weken na datum vonnis een schriftelijke reactie te geven op de door [eiseres01] ingediende bezwaren tegen de beoordeling van 11 januari 2022. Deze vorderingen van [eiseres01] worden dan ook toegewezen.
1.4.
Voor wat betreft de gevorderde opheffing van de vrijstelling van werkzaamheden wordt het volgende overwogen. Tijdens de zitting heeft de kantonrechter meermalen kunnen constateren dat [eiseres01] zeer emotioneel is en zij zich niet herkent in de door de Gemeente Rotterdam genoemde verbeterpunten op het gebied van communicatie, houding en gedrag. Daarnaast heeft de kantonrechter geconstateerd dat [naam03] van de Gemeente Rotterdam zich ernstig zorgen maakt over de veilige werkomgeving van de medewerkers uit zijn team in combinatie met een mogelijke terugkeer van [eiseres01] op de afdeling.
Gelet op hetgeen partijen voorts in de overgelegde stukken en op de zitting naar voren hebben gebracht acht de kantonrechter in deze situatie een terugkeer bij wege van voorlopige voorziening op de werkvloer in niemands belang. De gevorderde opheffing van vrijstelling van werkzaamheden wordt dan ook afgewezen.
1.5.
De gevorderde hervatting van het verbetertraject wordt ook afgewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft de Gemeente Rotterdam [eiseres01] ruimschoots de tijd en de begeleiding gegeven om inzicht te krijgen in haar verbeterpunten en zij heeft daaraan concrete actiepunten gekoppeld om tot verbetering te komen. Desondanks blijft [eiseres01] haar onvrede uiten over de met haar besproken verbeterpunten, blijft [eiseres01] de oorzaak van de verbeterpunten buiten zichzelf zoeken en heeft een en ander niet geleid tot -voldoende - verbetering van het functioneren van [eiseres01] . De kantonrechter ziet in het kader van de onderhavige procedure geen aanleiding tot toewijzing van het hervatten van het verbetertraject.
1.6.
Verlenging van het herplaatsingsonderzoek zoals door [eiseres01] gevorderd, wordt niet toegewezen. Het herplaatsingstraject voor [eiseres01] duurt drie maanden. Door [eiseres01] is niet onderbouwd dat het herplaatsingstraject in de zomerperiode heeft stilgelegen. Bovendien blijkt uit het overzicht van DM Back On Track dat dat de begeleiding van [eiseres01] in de zomerperiode is voortgezet.
1.7.
Het door [eiseres01] gevorderde verbod dat de Gemeente Rotterdam niet mag eisen dat zij een niet-Cotan goedgekeurde psychologische test moet ondergaan wordt afgewezen. De Gemeente Rotterdam heeft ter zitting toegelicht dat het doen van een niet-Cotan goedgekeurde psychologische test niet van [eiseres01] wordt geëist. Dit is ook bevestigd door [naam04] , de begeleider van DM Back On Track.
1.8.
Nu partijen over en weer deels in het (on)gelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.
1.9.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De beslissing

De kantonrechter bij wege van voorlopige voorziening:
2.1.
veroordeelt de Gemeente Rotterdam tot het verwerken van de ziekmelding van [eiseres01] van 16 juni 2022, het doorgeven van de ziekmelding aan de bedrijfsarts waarbij [eiseres01] wordt toegelaten tot een regulier consult van de bedrijfsarts;
2.2.
veroordeelt de Gemeente Rotterdam tot het geven van een schriftelijke reactie naar aanleiding van de bezwaren van [eiseres01] tegen de beoordeling van 11 januari 2022 binnen twee weken na de datum van dit vonnis;
2.3.
compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
2.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de kantonrechter is ondertekend.
35789