ECLI:NL:RBROT:2022:978

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
11 februari 2022
Zaaknummer
9093519 CV EXPL 21-10494
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit koopovereenkomst en aanneming van werk met betrekking tot gebrekkige levering en uitvoering

In deze zaak vordert de vennootschap onder firma [eiseres] betaling van een bedrag van € 2.566,35 van Quadrant Vastgoed B.V. uit hoofde van een koopovereenkomst en een aanneming van werk. De partijen hebben een koopovereenkomst gesloten waarbij [eiseres] bouwmaterialen aan Quadrant heeft geleverd en daarnaast heeft [eiseres] werkzaamheden verricht in de woning van Quadrant. Quadrant heeft een deelbetaling gedaan, maar is van mening dat de geleverde werkzaamheden ondeugdelijk zijn uitgevoerd en vordert in reconventie een bedrag van € 12.448,25 terug, alsook kosten voor timmerwerk en schilderwerkzaamheden. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er onduidelijkheden zijn over de betalingstermijnen en de rechtsgrond van de vorderingen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en partijen zijn uitgenodigd om hun verhinderdata op te geven voor een volgende zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9093519 CV EXPL 21-10494
uitspraak: 4 februari 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
de vennootschap onder firma
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats eiseres],
eiseres,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. drs. J.J.F.M. Konings te ‘s-Gravenhage,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Quadrant Vastgoed B.V.,
gevestigd te Berkel en Rodenrijs,
gedaagde,
eiseres in reconventie,
gemachtigde: mr. J.J. van de Velde te Rotterdam,
Partijen worden hierna aangeduid als ‘[eiseres]’ en ‘Quadrant’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
• de dagvaarding van 17 februari 2021, met producties;
• de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
• het tussenvonnis van 7 juni 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
• de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overlegging nadere producties, met producties;
• de akte houdende overlegging producties van de zijde van Quadrant, met een productie;
• een aanvullende productie van de zijde van Quadrant.
1.2
De mondelinge behandeling is gehouden op 1 september 2021. Van de zijde van [eiseres] zijn [naam 1], directeur, en [naam 2], mede-directeur, verschenen, bijgestaan door mr. De Geus namens de gemachtigde. Van de zijde van Quadrant zijn [naam 3], directeur, en [naam 4] ter zitting verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Van het ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis nader bepaald op vandaag.
2.
De vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1
Partijen hebben een koopovereenkomst met elkaar gesloten, uit hoofde waarvan [eiseres] bouwmaterialen aan Quadrant heeft geleverd. Middels twee facturen met factuurnummers 161/2020 en 167/2020 heeft [eiseres] daarvoor € 13.233,26 bij Quadrant in rekening gebracht.
2.2
Voorts hebben partijen een overeenkomst van aanneming van werk met elkaar gesloten, uit hoofde waarvan [eiseres] diverse werkzaamheden heeft verricht in de woning aan de [adres]. Middels een factuur d.d. 22 juli 2019 met factuurnummer 103/2019 heeft [eiseres] daarvoor € 16.597,66 bij Quadrant in rekening gebracht.
2.3
Onderaan de facturen van [eiseres] wordt – voor zover hierbij van belang – het volgende vermeld:
“Reclames binnen 8 dagen na factuur
Betaling binnen 14 dagen onder vermelding van factuur nummer.
Op alle door ons gesloten overeenkomsten en leveranties zijn uitsluitend van toepassing
“de Algemene Uitvoerings- en Leveringsvoorwaarden van [eiseres]” ”
2.4
In de offerte van [eiseres] van 26 april 2019 is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) Hierbij doen wij u offerte voor het leveren van: 2 st. kozijnen volgens onderstaande specificatie en bijgevoegde kozijntekeningen. (…)
Algemene voorwaarden:
op alle door ons gesloten overeenkomsten zijn uitsluitend van toepassing “ de Algemene Uitvoerings- en Leveringsvoorwaarden van [eiseres]. In te zien op de website. (…)”
2.5
In de Algemene uitvoerings- en leveringsvoorwaarden van [eiseres] (hierna: de algemene voorwaarden) is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…)
Artikel 9: Betaling
9.1
De verkoopprijs is opeisbaar op de vervaldag. De vervaldag is de dertigste dag na levering, dan wel de dertigste dag na datering van de desbetreffende factuur, althans welk moment van de twee zich het eerste voordoet.
9.2
Het recht van verrekening van opdrachtgever is uitgesloten.
9.3
Opdrachtgever, die op de vervaldag nog niet betaald heeft, is zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, over het opeisbare bedrag een vertragingsrente ad 2% boven de wettelijke (handels)rente per maand of een gedeelte van een maand verschuldigd, dit over hoofdsom en omzetbelasting.
9.4
Opdrachtgever, die in verzuim is geraakt, is verplicht aan opdrachtnemer de kosten te vergoeden, gemaakt om tot de buitenrechtelijke inning van de vordering te komen. Deze buitengerechtelijke incassokosten ontstaan op het moment van uit handen geven van de vordering, zulks ter beoordeling van opdrachtnemer, en zijn gefixeerd op maximaal 15% van de hoofdsom.
(…)”
2.6
In een WhatsApp-bericht van Quadrant gericht aan [eiseres] van 17 juli 2019 is het volgende opgenomen:
“Hey [naam 1], kom jij morgen ook naar [plaatsnaam]? Misschien dat ik erg in de ochtend niet ben dus hier even de puntjes die wij laatst al even besproken hebben die ik heel graag veranderd zou willen:
- kozijn woonkamer niet waterpas
- rooster woonkamer grote raam scheef
- Rooster badkamer scheef
- Rooster slaapkamer scheef
- kitwerk niet strak
Tot morgen”
2.7
In een WhatsApp-bericht van Quadrant gericht aan [eiseres] van 11 juni 2020 is het volgende opgenomen:
“Goedenavond [naam 1], Ik ben nu al 3 weken aan het wachten. Allen op meten.. Wat ga je daarna eigenlijk doen als je het opgemeten hebt? Het probleem is daarmee niet opgelost. Zonder te meten ziet iedereen al hoe veel het werkt. Ik begrijp dat jullie het druk hebben en snap ook heel goed dat dit voor jullie ook zeker niet leuk is. Maar ik moet verder met het huis afmaken. Afgelopen week hebben er ook wat andere mensen naar gekeken en iedereen zegt hetzelfde. Dat het bizar is hoeveel het werkt en hoe krom het is. Iedereen geeft ook aan dat dit niet door het aflakken komt. Ik geloof dat jullie hier niet veel aan kunnen doen maar ik heb het immers wel bij jullie gekocht. Bij de [straatnaam] waren de kozijnen toen ook niet goed en dat hebben we zo gelaten/ niets mee gedaan. Wel heb ik toen gezegd als het bij mijn huis allemaal goed komt ben ik blij. Ik kan hier dus gewoon echt niet mee akkoord gaan, hoe vervelend dat ook is. Ik wil alle draaiende delen vervangen hebben. Ik heb er al een paar dagen aan gestaan om alles af te schaven/ netjes te krijgen. Daar heb ik jullie toen ook niet mee belast en nu is alles krom en scheef. Straks laat ik het schilderen voor een paar duizend euro en kan het najaar de boel er weer uit. Dan heb ik weer timmerwerk- en schilderkosten. Ik kan niet aan de gang blijven.. Jullie hoeven ze niet te plaatsen dat doe ik dan zelf. Ik zie je reactie graag deze week tegemoet. Dank! Groet, [naam 4]”
2.8
In WhatsApp-berichten van [eiseres] gericht aan Quadrant van 23 juni 2020 is het volgende opgenomen:
“Draaiende delen vervangen zijn wij het niet mee eens aangezien door jullie gesuggereerd ‘nat’ hour niet de oorzaak is.
Ik zal volgende wek een dag plannen bij je om eea na te stellen.
Vulplaten achter de scharnieren zodat de sluitnaden netjes worden.
Achterdeur komt een nieuwe voor.
Huidige panelen gaan daarvan over.
Voordeur zal ik in het werk beoordelen.”
2.9
In WhatsApp-berichten van [eiseres] gericht aan Quadrant van 31 oktober 2020 is het volgende opgenomen:
“Hierbij even een bericht vanuit onze kant om wat duidelijkheid voor je te creëren. Wij zijn voor de zomervakantie bij de kozijnen en ramen komen kijken op locatie. Daarbij hebben wij een aantal vochtmetingen uitgevoerd waaruit bleek dat onze geleverde onderdelen een vochtigheid in het hout meten tussen de 2 en 4%. Dit percentage is veel te laag voor een houten onderdeel en naar ons inziens dan ook de oorzaak van de problemen die je nu hebt met de draaiende delen. Normaliter hebben onze producten een vochtigheid tussen de 12 en 16 % als ze de fabriek verlaten. Deze vochtigheid zal afhankelijk van de seizoenen wel iets schommelen maar nooit zover afnemen zoals bij jou het geval is.
Waarom de vochtigheid bij jou dusdanig is afgenomen heeft naar ons inzien maar 1 oorzaak en dat is het binnenklimaat wat je zelf hebt gecreëerd in de woning. Het is gedurende de verbouwing veel te droog geweest in de woning waardoor het vochtpercentage in het houtwerk dusdanig heeft kunnen afnemen. Dit is niet alleen vast te stellen in onze nieuw geleverde producten maar ook in de bestaande kozijnen. De verbindingen van deze kozijnen waren allemaal kapot gescheurd nadat ze door jou opnieuw in de verf waren gezet. Hieruit kan je dus concluderen dat ook dit hout aan het werken is. Het is niet aan ons om te achterhalen wat de exacte oorzaak is van de droogte in je woning en dit zal je dan ook zelf moeten regelen met je bouwfysisch adviseur.
Feit is nu dat het hout dusdanig kapot gedroogd is dat het is gaan vervormen en trekken, echter zijn vervormingen in dit stadium (afgewerkt eindproduct) niet meer te herstellen. Wij houden vast aan ons standpunt dat er bij ons geen schuld kan worden neergelegd daar wij geen invloed hebben op het binnenklimaat van jouw woning. We gaan er daarom vanuit dat binnen de gestelde betalingstermijn de factuur betaald zal worden. Mocht dit niet het geval zijn dan zullen wij de zaak uit handen geven.”
2.1
In een e-mailbericht namens [eiseres] gericht aan Quadrant van 4 maart 2021 is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) Cliënte wenst geen gezamenlijke expertise te doen. Het is haar onduidelijk waarom er een expertise gedaan moet worden. Zij wacht de expertise van uw cliënte af en behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om een contra-expertise te doen. (…)”
2.11
In een deskundigenrapport van [naam bedrijf] d.d. 16 april 2021 is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) Zoals in het voorgaande nader omschreven zijn diverse door partij 2 geplaatste ramen en kozijnen niet deugdelijk, hetgeen blijkt uit de volgende gebreken:
1. Het voordeurkozijn is scheef en krom, waardoor de deur niet correct in de kozijnopening sluit;
2. Het raamkozijn in de rechter zijgevel, begane grond niveau, is uit het lood en scheef geplaatst;
3. De achterdeur is te klein voor het kozijn en staat scheluw in het kozijn, waardoor de deur niet correct sluit in het kozijn en in gesloten toestand daglicht zichtbaar is;
4. Het raam van het kozijn ter plaatse van de keuken klemt op de raamgeleider. Tevens is de sluitnaad te groot en volgt het raam niet de scheve vorm van het bestaande kozijn. Door de maatafwijking sluiten de rubbers niet optimaal op de sponning van het oude kozijn, dat de warmte- en geluidsisolatie negatief beïnvloedt;
5. De sluitnaad van het linker raam in de achtergevel is te smal, waardoor het raam klemt. De naad aan de bovenzijde is echter te wijd, wat de geluids- en warmte-isolatie onnodig beperkt;
6. Het rechter raam van het kozijn in de rechter zijgevel, verdiepingsniveau, klemt op de sluiting. Daardoor kan dit raam niet geopend worden. De naden rondom het raam aan de linker zijde van dit kozijn zijn te wijd en de rubbers hebben losgelaten. Dezelfde problemen doen zich voor ter plaatse van de 2 nieuwe ramen aan de linker zijgevelzijde van de verdieping.
(…)
Het noodzakelijk herstel van bovengenoemde punten is als volgt.
1. Het voordeurkozijn kan niet partieel worden hersteld. Daardoor is het nodig het gehele kozijn te vervangen;
2. Het raamkozijn kan niet alsnog recht worden geplaatst. Door de reeds verstreken tijd is het raamkozijn namelijk permanent vervormd. Bovendien is het niet mogelijk het kozijn zonder schade te verwijderen. Het kozijn zal daarom geheel moeten worden vervangen;
3. Het achterdeurkozijn dient inclusief de deur te worden vervangen;
4. Het raam rechts in de achtergevel dient te worden vervangen;
5. Het raam links in de achtergevel dient te worden vervangen;
6. De ramen op de verdieping dienen te worden vervangen;
7. Na vervanging van de kozijnen en bewegende delen dienen deze te worden geschilderd;
8. De aftimmering rondom het scheefgeplaatste raamkozijn aan de binnenzijde dient te worden vervangen. De nieuwe delen dienen te worden geschuurd en gelakt.
Partij 1 beschikt nog niet over een offerte voor herstelwerkzaamheden. Tevens is er geen nadere specificatie van de oorspronkelijke door partij 2 in rekening gebrachte bedragen voor de ramen en raamkozijnen beschikbaar. Echter op basis van onze inspectie concluderen wij dat 75% van het door partij 2 geleverde werk niet correct is uitgevoerd. Op grond van het door partij 2 in rekening gebrachte totaalbedrag van € 16.597,66 komen wij tot de conclusie dat van dit bedrag € 12.448,25 niet van waarde is geweest voor Partij 1.
Het verwijderen en vervangen van het timmerwerk rondom de raamkozijnen wordt begroot op € 675,00 inclusief btw.
Het schilderwerk van de te vervangen kozijnen en draaiende delen wordt begroot op € 1.950,00 inclusief btw.
De totaal noodzakelijke herstelkosten worden hiermee begroot op € 15.073,25 inclusief btw. (…)”

3..De vordering en het verweer in conventie

3.1
[eiseres] vordert dat Quadrant bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van € 2.566,35, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Quadrant in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis.
3.2
[eiseres] heeft nakoming van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst aan haar vordering ten grondslag gelegd. Uit hoofde van deze overeenkomst moest Quadrant € 13.233,26 aan [eiseres] voldoen. Na herhaalde betalingsherinneringen en aanmaningen heeft Quadrant een deelbetaling van € 13.233,26 gedaan. Op het moment van betalen was Quadrant echter tevens wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd geworden. Na afboeking van de deelbetaling ex artikel 6:44 lid 1 BW resteert een bedrag van € 2.566,35 dat nog door Quadrant moet worden betaald.
3.3
Quadrant is het niet eens met de vordering van [eiseres]. Zij voert daartegen - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aan. [eiseres] heeft de in het kader van de overeenkomst van aanneming van werk verrichte werkzaamheden niet deugdelijk uitgevoerd. Ondanks meerdere sommaties bleef [eiseres] weigeren de gebreken te herstellen. Onder protest heeft Quadrant de facturen van [eiseres] voldaan, waarbij zij heeft aangegeven de verschuldigdheid van de bijkomende kosten te betwisten. Uit het rapport van de door Quadrant ingeschakelde expert blijkt dat 75% van de werkzaamheden ondeugdelijk is uitgevoerd door [eiseres], waardoor 75% van de facturen onverschuldigd is betaald. Mocht de vordering van [eiseres] worden toegewezen, dan beroept Quadrant zich op verrekening met het onverschuldigd door haar betaalde bedrag. De algemene voorwaarden van [eiseres] zijn niet van toepassing, aangezien deze niet tussen partijen zijn overeengekomen en de algemene voorwaarden niet aan Quadrant ter hand zijn gesteld. Quadrant is niet bereid de buitengerechtelijke incassokosten te voldoen, omdat [eiseres] geen redelijke poging heeft gedaan om het geschil buiten rechte te regelen. De btw over de buitengerechtelijke kosten dienen te worden afgewezen, omdat [eiseres] dit bedrag kan terugvorderen van de Belastingdienst.

4..De vordering en het verweer in reconventie

4.1
Quadrant vordert dat [verweerster] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad wordt veroordeeld:
- tot betaling van € 12.448,25, zijnde het deel van de facturen dat onverschuldigd is betaald door Quadrant, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 26 juli 2019, dan wel vanaf de dag van de eis in reconventie, tot aan de dag van algehele voldoening;
- tot betaling van € 675,- inzake timmerwerkzaamheden en € 1.950,- inzake schilderwerkzaamheden, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag van de eis in reconventie tot aan de dag van algehele voldoening;
  • tot betaling van de expertisekosten van € 2.205,33, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag van de eis in reconventie tot aan de dag van algehele voldoening;
  • in de proceskosten en de nakosten.
4.2
Quadrant legt - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aan haar vordering ten grondslag. Blijkens het expertiserapport heeft [verweerster] 75% van de werkzaamheden ondeugdelijk uitgevoerd, waardoor 75% van het door Quadrant betaalde bedrag niet van waarde is geweest en dus onverschuldigd is betaald. Quadrant vordert daarom € 12.448,25 terug. Subsidiair vordert zij vanwege de ondeugdelijke werkzaamheden en wanprestatie van [verweerster] betaling van een schadevergoeding van € 12.448,25 op grond van artikel 6:74 BW. Voorts heeft Quadrant schade geleden, omdat er in het kader van het herstel timmerwerkzaamheden en schilderwerkzaamheden verricht moeten worden. Ook heeft zij kosten moeten maken voor het inschakelen van een expert. Over de in reconventie gevorderde bedragen is [verweerster] wettelijke rente verschuldigd.
4.3
[verweerster] is het niet eens met de vordering van Quadrant. Zij voert daartegen - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aan. De werkzaamheden zijn op 19 juli 2019 opgeleverd en de in verband met deze werkzaamheden verzonden factuur is binnen de vervaldatum en zonder enige klachten door Quadrant voldaan. Pas in mei 2019 ontving [verweerster] de klacht dat de draaiende delen zijn gaan werken. Tijdens een bezoek van [verweerster] op 16 mei 2020 heeft zij geconstateerd dat het vochtgehalte in de woning veel te laag was, waardoor het hout is gaan werken. De reden van het lage vochtgehalte is het na-isoleren van de woning door Quadrant, zonder dat Quadrant beschikte over de daarvoor benodigde kennis. Er is dus sprake van eigen schuld van Quadrant. Als de relatieve vochtigheid in een ruimte laag is, gaat de lucht vocht onttrekken aan de omliggende materialen. [verweerster] betwist nat hout te hebben gebruikt. Gelet op het voorgaande is [verweerster] niet in verzuim. De factuur van [verweerster] staat bovendien los van de problemen met het vochtgehalte, omdat deze betrekking heeft op gebruikte materialen. Voorts betwist [verweerster] de verschuldigdheid van de kosten van de deskundige, omdat dit deel van de vordering niet voldoet aan de dubbele redelijkheidstoets en de deskundige slechts een eenzijdig en onjuist beeld van de situatie heeft geschept door daarin niets te melden over de vochthuishouding in de woning. Ook de in het rapport aangehaalde punten met betrekking tot de DTS onderdorpel, kozijnen die niet recht zouden staan, de grootte van de hang- en sluitnaden en het niet voldoen aan de BRL vereisten worden door [verweerster] betwist.

5..De beoordeling

In conventie en reconventie

5.1
De kantonrechter is van oordeel dat op basis van de stukken en de gehouden mondelinge behandeling er een aantal zaken onderbelicht zijn gebleven welke van belang zijn om tot een eindoordeel te kunnen komen. Het gaat daarbij onder andere om het volgende.
5.2
[eiseres] vordert op grond van artikel 6:119a BW wettelijke rente over de tijd dat de Quadrant met betaling in verzuim is geweest. Onduidelijk is van welke ingangsdatum van het verzuim [eiseres] is uitgegaan bij het berekenen van de verschenen wettelijke rente tot de datum van dagvaarding en waar zij dit op heeft gebaseerd. Op de facturen staat een betalingstermijn van 14 dagen, terwijl in de dagvaarding een termijn van 30 dagen na factuurdatum wordt genoemd.
5.3
Quadrant legt aan haar eis in reconventie ten grondslag dat zij onverschuldigd aan [eiseres] heeft betaald. Tijdens de mondelinge behandeling is dit standpunt wel besproken, doch niet verlaten. Op basis van artikel 25 Rv moet de rechter zelfstandig en in beginsel onafhankelijk de rechtsgronden aanvullen ook indien partijen de geldende rechtsregels niet of verkeerd naar voren hebben gebracht. Op grond van artikel 6:203, eerste en tweede lid, BW is degene die een ander zonder rechtsgrond een geldbedrag heeft betaald, gerechtigd een gelijk bedrag van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen. Van onverschuldigde betaling is in de onderhavige zaak echter geen sprake aangezien een rechtsgrond niet ontbreekt. Aan de betaling ligt immers de tussen partijen gesloten koop/aannemingsovereenkomst ten grondslag, terwijl de overeenkomst niet is gewijzigd, ontbonden of vernietigd. Op grond van bovenstaande zal aan partijen de gelegenheid worden gegeven om hun zienswijze hieromtrent naar voren te brengen en de kantonrechter wenst met partijen de mogelijke juridische consequenties daarvan te bespreken.
5.4
In de factuur van 22 juli 2019 met nummer 103/2019 wordt verwezen naar de aanneemsom conform offerte nr. 2019029_2 voor een bedrag van € 13.600,00. Onderbelicht is gebleven hoe dit bedrag zich verhoudt tot de bedragen opgenomen in de facturen 27 oktober 2020 met nummer 161/2020 voor een bedrag van € 10.059,72 en 1 november 2020 met nummer 167/2020 voor een bedrag van € 3.173,54.
5.5
De zaak wordt nu verwezen naar de rol van
woensdag 2 maart 2022om partijen de gelegenheid te bieden hun verhinderdata voor de maanden maart, april en mei 2022 op te geven, zodat daarmee rekening kan worden gehouden bij het vaststellen van een datum en tijd voor de mondelinge behandeling. De kantonrechter zal vervolgens op de beraadrol van maandag 7 maart 2022 een datum en tijdstip voor de mondelinge behandeling bepalen, waarna deze per brief aan partijen worden medegedeeld. Uitstel is niet mogelijk, tenzij beide partijen daar gezamenlijk om verzoeken.
5.6
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6..De beslissing

De kantonrechter:
bepaalt dat partijen (in persoon of behoorlijk vertegenwoordigd en desgewenst met hun gemachtigde) op een nader te bepalen datum en tijd moeten verschijnen in het Gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam, tijdens de mondelinge behandeling van de hierna genoemde kantonrechter;
stelt partijen in de gelegenheid om
uiterlijk op woensdag 2 maart 2022hun verhinderdata voor de maanden maart, april en mei 2022 op te geven;
bepaalt dat de schriftelijke opgaaf uiterlijk op de voormelde dag om 12:00 uur op de griffie moet zijn ontvangen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
43416