In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 november 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een grootouder die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn kleindochter, die op het moment van de feiten vier jaar oud was. De verdachte heeft gedurende een periode van meerdere maanden handelingen gepleegd die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van zijn kleindochter door het strelen tussen de schaamlippen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het aanraken en betasten van de vagina van zijn kleindochter, en dat deze handelingen juridisch gekwalificeerd moeten worden als seksueel binnendringen. De verdachte heeft de feiten bekend en de rechtbank heeft geoordeeld dat de handelingen wettig en overtuigend bewezen zijn.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 180 dagen, met aftrek van voorarrest en met oplegging van bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling bij Polikliniek De Waag in Rotterdam. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft geen strafblad en is momenteel onder behandeling bij de reclassering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel de feiten ernstig zijn, er ook verzachtende omstandigheden zijn die een voorwaardelijke straf rechtvaardigen.
De rechtbank heeft benadrukt dat dergelijke handelingen een schadelijke invloed kunnen hebben op de seksuele ontwikkeling van jonge kinderen en dat de verdachte door zijn daden het vertrouwen van zijn kleindochter heeft geschaad. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De rechtbank heeft de zaak zorgvuldig gewogen en de beslissing is genomen met het oog op de bescherming van de samenleving en de rehabilitatie van de verdachte.