Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
Nieuwe voordeur- en balkondeur met driepuntsluiting;
Er te veel asbest in de woning zit, óók in de muren en er teveel daarin geboord moet worden (geen garantie dat dit goed gaat) te gevaarlijk. Nee geen akkoord.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Indien de hoofdvordering voldoende spoedeisend is om in kort geding te kunnen worden beoordeeld, is de proceseconomie ermee gebaat dat in hetzelfde geding ook over een daarmee nauw verwante nevenvordering als die ter zake van buitengerechtelijke kosten kan worden beslist.’. [1] De kantonrechter is van oordeel dat de vordering onder VIII niet als ‘nauw verwante nevenvordering’ kan worden gezien. Deze vordering is een van de werkzaamheden losstaande (geld)vordering waarvoor een afzonderlijk spoedeisend belang is vereist. Een afzonderlijk spoedeisend belang heeft Woonplus niet gesteld. Niet valt daarom in te zien waarom een bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Dat [gedaagde01] tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard dat zij niet bereid is een bedrag van € 15,00 bovenop de maandelijkse huurprijs te betalen voor de aangebrachte verbeteringen, maakt niet dat een onmiddellijke voorziening is vereist. De vordering onder VIII wordt afgewezen.