ECLI:NL:RBROT:2023:11287

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
10463681 CV EXPL 23-11299
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding en ontruiming van een huurovereenkomst wegens ernstige overlast door de huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting De Leeuw van Putten, hierna 'Verhuurder', en een huurder, aangeduid als 'Huurder'. De Verhuurder heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning geëist vanwege ernstige overlast die door de Huurder zou zijn veroorzaakt. De Huurder huurt sinds 8 oktober 2015 een sociale huurwoning in Spijkenisse en wordt beschuldigd van geluidsoverlast, intimidatie van omwonenden, parkeeroverlast en het plaatsen van camera's gericht op de openbare weg. De Verhuurder heeft herhaaldelijk geprobeerd om de Huurder te waarschuwen en gesprekken te voeren om de overlast te stoppen, maar zonder resultaat. Tijdens de mondelinge behandeling is ook een incident met een bijl aan de orde gekomen, waarbij de Huurder zijn buurman heeft bedreigd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de Huurder in strijd heeft gehandeld met zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en dat de overlast een ernstige tekortkoming oplevert die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De kantonrechter heeft de vordering van de Verhuurder toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en de Huurder veroordeeld om de woning binnen 14 dagen te ontruimen. Tevens is de Huurder veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 655,86. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10463681 CV EXPL 23-11299
datum uitspraak: 10 november 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting De Leeuw van Putten,
vestigingsplaats: Spijkenisse,
eiseres,
gemachtigde: mr. K.A.M. Jaspers,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert,
De partijen worden hierna ‘Verhuurder’ en ‘‘Huurder’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 11 april 2023, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge verweer op 18 juli 2023;
  • een aanvullend schriftelijk antwoord, met bijlagen;
  • de mail van Huurder van 25 september 2023, met bijlagen;
  • de mail van Huurder van 26 september 2023, met een bijlage;
  • de brief van 2 oktober 2023 van Verhuurder, met een bijlage.
1.2.
Op 10 oktober 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig [naam01] (senior woonconsulente bij Verhuurder) met de gemachtigde en Huurder.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Huurder huurt sinds 8 oktober 2015 de sociale huurwoning aan de [adres01] in Spijkenisse van Verhuurder. Volgens Verhuurder veroorzaakt Huurder door zijn gedrag en houding ernstige en langdurige overlast voor omwonenden. De overlast bestaat uit geluidsoverlast, een agressieve en intimiderende houding, parkeeroverlast en het plaatsen van camera’s gericht op de openbare weg. Volgens Verhuurder schiet Huurder door zijn gedrag en houding tekort in de nakoming van de huurovereenkomst en is tevergeefs langdurig geprobeerd om de overlast te stoppen. Daarom eist Verhuurder in deze procedure dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en dat Huurder wordt veroordeeld om de woning binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen. Huurder is het hier niet mee eens. Op zijn verweer zal hierna bij de verdere beoordeling worden ingegaan. Bij dagvaarding heeft Verhuurder ook gesteld dat Huurder een huurachterstand heeft van € 118,65. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Verhuurder aangegeven dat de huurachterstand inmiddels is betaald. Verhuurder heeft die vordering daarom ingetrokken.
Incident met bijl
2.2.
Op 29 november 2021 heeft Huurder zijn buurman op de [adres02] , de heer [naam02] , bedreigd met een bijl. [naam02] heeft hiervan dezelfde dag aangifte gedaan bij de politie. In de aangifte staat onder meer:
“(…) Vanochtend zag ik dat de auto van de buurman op nummer 11 dwars op het parkeerplaats geparkeerd stond. Hij doet dit vaker en hij veroorzaakt vaak geluidsoverlast voor de omwonenden. Hierdoor heeft hij conflict met bijna iedereen in de straat.(…).
Omstreeks 10:15 uur ging ik bij de buurman van nummer 11 aan de deur. De buurman deed zijn voordeur open en ik vroeg hem: “Buurman waarom parkeer je je auto zo? Vind je dit normaal?” Ik zag dat de buurman gelijk boos werd en ik hoorde hem met luide stem roepen: “Weg van mijn huis! Viezerik, bel de politie!” Ik werd hier bang van en liep naar achteren. Op dat moment zag ik dat de buurman een bijl in zijn linker hand vast hield. Ik zag dat de buurman op mij afkwam en met de bijl aan het zwaaien was.
Ik voelde mij bedreigd door de buurman en liep snel naar mijn woning toe. Ik was echt bang dat de buurman mij zou verwonden met de bijl. Ik zag dat mijn vriendin ook buiten stond in onze voortuin. Ik vroeg haar om snel naar binnen te gaan en ik ging zelf ook onze woning in. Hier na heb ik gelijk 112 gebeld.(…)”
2.3.
Huurder heeft over het incident het volgende verklaard. In de nacht van 18 op 19 november 2021 is een steen door de ruit van zijn voordeur gegooid. Hij heeft daarvan aangifte gedaan bij de politie, maar die deed daar naar eigen zeggen niets mee. Hij wilde aandacht vragen van de politie. Tijdens de mondelinge behandeling heeft hij verklaard dat hij om die reden drie dagen met een bijl op zijn straat heeft gelopen wanneer hij naar zijn werk ging (vanaf zijn huis naar de auto en weer terug). Hij hoopte op die manier dat één van zijn buren de politie zou bellen. Huurder heeft niet gesteld of aannemelijk gemaakt dat zijn buren iets met het ingooien van de ruit te maken hebben. En ook al zou dat zo zijn, dat rechtvaardigt geenszins zijn gedrag. Toen er geen reactie kwam op het op straat lopen met de bijl, heeft Huurder zijn auto overdwars over meerdere parkeerplaatsen geparkeerd (de foto is productie 8 bij dagvaarding). Huurder deed dit wederom om aandacht te vragen en in de hoop dat de politie hem zou helpen. Ook wilde hij op deze manier achterhalen wie de steen door de ruit van zijn voordeur had gegooid. Toen de buurman aan zijn deur kwam om te klagen over het parkeren door Huurder heeft Huurder de bijl uit zijn slaapkamer gehaald en hij is daarmee naar de deur gegaan en heeft de buurman gevraagd om weg te gaan. De politie is toen gekomen en zag Huurder daar staan met de bijl. Huurder heeft naar eigen zeggen drie of vier dagen voor het incident met de bijl vastgezeten en is daarvoor ook strafrechtelijk veroordeeld. Hij heeft ook enige tijd begeleiding gehad van de reclassering maar dat is inmiddels geëindigd. De kantonrechter is van oordeel dat Huurder door het voorgaande volledig in strijd met zijn verplichting zich als goed huurder te gedragen en geen overlast te veroorzaken heeft gehandeld. Daarbij komt nog het volgende.
Overlast
2.4.
Verhuurder stelt dat Huurder ervoor heeft gezorgd dat de situatie met omwonenden na het bijlincident verder is geëscaleerd. Volgens Verhuurder veroorzaakt Huurder de volgende overlast:
  • geluidsoverlast. Hij speelt zijn muziek luid af, zowel vanuit de woning als vanuit zijn auto. Ook slaat Huurder hard met deuren en stampt op de trap, ook ’s nachts. Dit volgt uit meldingen van mevrouw [naam03] (bewoner [adres03] ) aan Verhuurder (productie 3 bij dagvaarding);
  • agressieve en intimiderende houding ten aanzien van omwonenden. Dit volgt uit meldingen van mevrouw [naam03] (productie 3) en meldingen van [naam02] (productie 4 en 6), een melding van een bewoner op de [adres04] en een melding van een bewoner op de [adres05] (productie 12);
  • parkeeroverlast. Huurder parkeert zijn auto met regelmaat dwars in het parkeervak voor de woning, waardoor hij meerdere plekken bezet houdt en andere omwonenden er niet kunnen parkeren. Dit volgt uit meldingen van [naam02] (productie 8) en meldingen van [naam03] (productie 3);
  • het bevestigen van camera’s gericht op de openbare weg en omwonenden. Huurder houdt met zijn camera’s omwonenden in de gaten. Dit volgt uit meldingen van [naam03] (productie 9).
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat Huurder de klachten over de geluidsoverlast niet gemotiveerd heeft weersproken en zelfs heeft erkend. Op de rolzitting heeft hij verteld dat hij soms muziek speelt in zijn auto, die op straat staat, terwijl hij zelf naar binnen gaat en de muziek doorspeelt. Hij speelt die muziek expres af. Volgens Huurder willen de buren zijn muziek niet horen, omdat het gaat over de geschiedenis en over discriminatie. Daarnaast heeft hij op de rolzitting een tegenstrijdige verklaring afgelegd over de muziek in zijn huis. Huurder verklaarde aanvankelijk dat hij geen muziek afspeelt in zijn huis en kort daarna dat hij thuis meezingt met de muziek, die hij afspeelt op een speaker. Verder volstaat Huurder met de stelling dat hij niemand op de [straatnaam01] intimideert of agressief benadert. Een feitelijk onderbouwde andere lezing van de overlastmeldingen daarover heeft hij echter niet gegeven. Ook de parkeeroverlast heeft Huurder onvoldoende weersproken en zelfs deels erkend. Op de rolzitting verklaarde hij dat hij zijn auto zo af en toe buiten het parkeervak plaatst. De laatste keer was volgens Huurder in mei 2022. Tot slot erkent Huurder dat zijn camera’s zijn gericht op de openbare weg en omwonenden. Hij heeft ook beelden van die camera’s overgelegd, waaruit dat blijkt (bijlagen bij antwoord). Volgens Huurder kan
“iedereen zich veilig voelen met die camera’s tenzij er iets aan de hand is met die mensen”.
2.6.
Huurder voert verder aan dat buren hem wegpesten en discrimineren. Huurder heeft op 31 augustus 2021 een melding gedaan bij de politie van discriminatie door ‘vrouwen van de [straatnaam01] ’. Uit de melding blijkt niet over welke vrouwen het gaat, wat er is gebeurd en waarom Huurder vindt dat hij wordt gediscrimineerd. Ook uit de overige door Huurder overgelegde stukken blijkt niet dat buren Huurder wegpesten of discrimeneren. Wel blijkt uit de stukken dat Huurder zijn buren beschuldigt van allerlei ernstige stafbare feiten, zoals het hebben van een hennepkwekerij. Verhuurder heeft ter zitting verklaard dat naar aanleiding van de melding van Huurder de woning van de buren waarover Huurder de melding had gedaan door de politie is onderzocht, maar daar niets werd aangetroffen. Volgens Verhuurder was er sprake van een valse melding.
2.7.
Huurder voert tot slot aan dat zijn buren zelf overlast veroorzaken. Hij heeft 5 meldingen overgelegd die hij bij Verhuurder heeft gedaan. De eerste melding is gedaan op 29 mei 2022. Huurder meldt dat de hond van [naam03] bij hem in de tuin heeft gepoept. De tweede melding is gedaan op 31 maart 2022 en gaat over een bewoner van de [adres02] . Huurder meldt dat deze bewoner iedere ochtend hard toetert met haar auto. Op 31 januari 2023 heeft Huurder 2 meldingen gedaan van geluidsoverlast. In de eerste melding (01:21 uur) is niet ingevuld wie de overlast veroorzaakt. In de tweede melding (01:26 uur) meldt Huurder geluidsoverlast door [naam03] . De laatste melding is gedaan op 26 september 2023. Huurder meldt opnieuw geluidsoverlast door [naam03] . De meldingen van Huurder zijn incidenteel en vrijwel allemaal weinig concreet. Hieruit blijkt in ieder geval niet dat door de buren (structurele) overlast wordt veroorzaakt. Daar staat tegenover dat de meldingen van meerdere buren over de overlast veroorzaakt door Huurder zien op een lange periode (vanaf november 2021 tot op heden) en steeds betrekking hebben op dezelfde gedragingen van Huurder.
Huurder komt afspraken niet na
2.8.
Verhuurder heeft zich naar het oordeel van de kantonrechter voldoende ingespannen om de overlast te stoppen door het voeren van meerdere gesprekken met Huurder (onder meer op 1 december 2021 en op 27 januari 2022). Bij die gesprekken waren ook de wijkagent en mevrouw [naam04] van de reclassering aanwezig. Op 22 februari 2022 is afgesproken met Huurder dat hij geen (geluids)overlast meer veroorzaakt, niet in de deuropening of voor het raam gaat staan om buren te imponeren of te bedreigen en dat hij de buren met rust laat. Huurder is ook verschillende keren schriftelijk gewaarschuwd om de overlast te stoppen. Omdat dit niet tot het gewenste resultaat heeft geleid heeft Verhuurder de gemeente ingeschakeld. Ook de gemeente heeft met Huurder heldere afspraken gemaakt over de overlast. Tijdens een gesprek op 16 juni 2022 is met Huurder afgesproken dat hij 1) geen overlast veroorzaakt, 2) zijn auto parkeert op een daarvoor bestemde parkeerplek, 3) iedere confrontatie met zijn buren vermijdt en omwonenden niet intimideert en 4) dat hij zijn vier camera’s controleert en ervoor zorgt dat deze alleen op zijn eigen terrein gericht zijn. Naast de gevoerde gesprekken heeft Verhuurder in de periode tussen 24 november 2021 en 20 januari 2023 tien brieven gestuurd aan Huurder over de door hem veroorzaakte overlast.
2.9.
De gemeente heeft ook de nodige moeite gedaan om de overlast te stoppen. Zo nodigt de gemeente Huurder uit voor een gesprek op 26 juli 2022 om de overlastmeldingen te bespreken. Huurder komt zonder bericht niet opdagen. De gemeente mailt Huurder voor een nieuwe afspraak op 6 september 2022. Huurder reageert dat hij op vakantie is tot december 2022 en schrijft in zijn e-mail aan de gemeente dat hij zelf bepaalt wat hij mag doen en niet de gemeente. Wanneer Huurder weer terug is wordt hij op 17 januari opnieuw uitgenodigd door de gemeente. Huurder is zonder afmelding niet verschenen. De gemeente heeft Huurder bij brief van 1 februari 2023 nog een laatste kans gegeven om contact op te nemen om een gesprek in te plannen. Dit heeft Huurder niet gedaan, hij heeft niet meer op deze brief gereageerd. Huurder heeft verklaard dat hij het oneerlijk vindt dat hij wel naar gesprekken met Verhuurder of de gemeente moet en de buren niet. Zijn buren zijn niet verschenen op het bemiddelingsgesprek dat was gepland op 22 februari 2022. Volgens Verhuurder zijn de buren gelet op de intimiderende houding van Huurder bang om met hem in gesprek te gaan. De kantonrechter kan zich dit, gelet op het incident met de bijl en de aard van de overlastmeldingen, goed voorstellen. Bovendien betekent de weigering van omwonenden om mee te werken aan een bemiddelingsgesprek niet dat Huurder zich niet aan de gemaakte afspraken hoeft te houden.
Conclusie
2.10.
Ook nadat Verhuurder en de gemeente vele pogingen hebben gedaan om Huurder ertoe te bewegen zijn overlastgevende gedrag te stoppen is hij daarmee doorgegaan, zo blijkt uit de door de Verhuurder overgelegde stukken, waaronder een melding van de buurvrouw van Huurder van 29 september 2023. De kantonrechter is van oordeel dat de hiervoor besproken overlast een zodanige ernstige tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst oplevert, dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
2.11.
De kantonrechter begrijpt dat voor Huurder ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning zeer ingrijpend is. Er moet echter niet alleen rekening worden gehouden met het belang van Huurder maar ook met het belang van de omwonenden om gevrijwaard te blijven van overlast. Verhuurder is als verhuurder van de woning van Huurder voor dat laatste verantwoordelijk. Het belang van de omwonenden weegt, gelet op de duur en mate van overlast, in dit geval zwaarder dan het belang van Huurder. De kantonrechter betrekt hierbij dat Huurder bij herhaling is gewaarschuwd maar steeds doorgaat met het gedrag en er geen zicht is op verbetering. Onder deze omstandigheden kan van Verhuurder niet gevergd worden Huurder nog langer in het gehuurde te laten.
2.12.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Verhuurder zal toewijzen. De huurovereenkomst wordt ontbonden en Huurder zal worden veroordeeld om de woning te ontruimen binnen de gebruikelijke termijn van 14 dagen na betekening van dit vonnis.
Proceskosten
2.13.
Huurder krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Verhuurder tot vandaag vast op € 129,86 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 398,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 199,-). Dit is totaal € 655,86. Voor kosten die Verhuurder maakt na deze uitspraak moet Huurder een bedrag betalen van € 99,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend en in geval de woning moet worden ontruimd als Huurder niet vrijwillig vertrekt. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.14.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt Huurder om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres01] in Spijkenisse te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege Huurder bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Verhuurder te stellen;
3.2.
veroordeelt Huurder in de proceskosten, die aan de kant van Verhuurder tot vandaag worden vastgesteld op € 655,86;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Frikkee en in het openbaar uitgesproken.
47636