ECLI:NL:RBROT:2023:11351
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens foutieve zone-aanduiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam over een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen. De naheffingsaanslag, opgelegd op 19 april 2023, bedroeg in totaal € 72,02, bestaande uit € 5,52 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 66,50 aan kosten van naheffing. Eiseres had bezwaar aangetekend tegen deze beschikking, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard bij uitspraak op bezwaar van 26 mei 2023. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 23 november 2023 is eiseres niet verschenen, terwijl de uitnodiging voor de zitting op regelmatige wijze was verzonden en ontvangen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. De rechtbank heeft na sluiting van het onderzoek ter zitting onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder voldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld om aan te tonen dat eiseres geparkeerd stond in zone 10, terwijl zij had betaald voor zone 611. Eiseres had een schermafbeelding overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt, maar de rechtbank oordeelde dat de door verweerder overgelegde bewijsstukken, waaronder een HAS-rapport met foto’s en coördinaten, overtuigend waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet heeft betwist dat zij in zone 10 geparkeerd stond en dat het onjuist aanmelden van de parkeeractie voor rekening en risico van de parkeerder komt. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag.