ECLI:NL:RBROT:2023:11564

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
8 december 2023
Zaaknummer
10689504 CV EXPL 23-24310
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor niet teruggegeven zonnepanelen na beëindiging opdracht

In deze zaak tussen Green Advisor Group B.V. en [persoon A] gaat het om de teruggave van zonnepanelen na beëindiging van een overeenkomst. De samenwerking tussen partijen eindigde op 11 augustus 2022, waarbij [persoon A] verplicht was om een bus en 15 zonnepanelen terug te geven aan Green Advisor Group. [persoon A] stelt dat hij de zonnepanelen op 12 december 2022 bij het bedrijfspand van Green Advisor Group heeft achtergelaten, maar Green Advisor Group heeft deze nooit aangetroffen. De rechtbank oordeelt dat het risico van verlies van de zonnepanelen bij [persoon A] ligt, omdat hij deze buiten en op een verlaten terrein heeft achtergelaten zonder duidelijke afspraken over de teruggave. Hierdoor is [persoon A] aansprakelijk voor de schade die Green Advisor Group lijdt door het niet terugkrijgen van de panelen.

Green Advisor Group vordert primair de teruggave van de zonnepanelen en subsidiair een schadevergoeding van € 4.572,75, de verkoopwaarde van de panelen inclusief btw. De rechtbank vernietigt het eerdere verstekvonnis en oordeelt dat [persoon A] een schadevergoeding van € 2.975,25 moet betalen, wat de inkoopprijs van de panelen is. De rechtbank wijst ook buitengerechtelijke kosten van € 422,53 en proceskosten van € 957,84 toe aan Green Advisor Group. De wettelijke rente wordt eveneens toegewezen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en de kantonrechter heeft de zaak op 17 november 2023 behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10689504 CV EXPL 23-24310
datum uitspraak: 17 november 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Green Advisor Group B.V.,
vestigingsplaats: Ridderkerk,
oorspronkelijk eiseres,
gedaagde in verzet,
gemachtigde: mr. G.W.L. den Haan,
tegen
[persoon A], h.o.d.n.
[handelsnaam A],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats A] ,
oorspronkelijk gedaagde,
eiser in verzet,
gemachtigde: [naam gemachtigde] .
De partijen worden hierna ‘Green Advisor Group’ en ‘ [persoon A] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 17 maart 2023, met bijlagen;
  • het verstekvonnis van deze rechtbank van 19 april 2023, met zaaknummer 10426177 CV EXPL 23-9397;
  • de verzetdagvaarding van 28 juli 2023, met bijlagen;
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigde van Green Advisor Group.
1.2.
Op 31 oktober 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig namens Green Advisor Group de heer [persoon B] en de heer [persoon C] , bijgestaan door de gemachtigde. [persoon A] is in persoon verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
Tussen Green Advisor Group en [persoon A] heeft een overeenkomst bestaan, op grond waarvan [persoon A] werkzaamheden voor Green Advisor Group heeft verricht. Deze samenwerking is op 11 augustus 2022 beëindigd. Partijen zijn het erover eens dat [persoon A] een bus die hij in gebruik had moest inleveren en dat hij een 15-tal zonnepanelen die hij nog onder zich had aan Green Advisor Group moest teruggeven.
2.2.
Partijen twisten over de vraag of [persoon A] de zonnepanelen heeft teruggegeven aan Green Advisor Group. Volgens [persoon A] heeft hij de panelen op 12 december 2022 aan het einde van de avond (rond 23.00 uur) bij het bedrijfspand van Green Advisor Group neergezet. Green Advisor Group heeft deze panelen nooit aangetroffen, zegt zij.
2.3.
Green Advisor Group heeft primair teruggave van de zonnepanelen gevorderd en subsidiair een schadevergoeding van € 4.572,75. Dit is de verkoopwaarde van de panelen inclusief btw. Daarnaast vordert zij buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. In het verstekvonnis van 19 april 2023 is [persoon A] veroordeeld om de panelen terug te geven en voor het geval hij dat niet doet € 4.572,75 aan Green Advisor Group te betalen. Ook de buitengerechtelijke kosten zijn toegewezen, waarbij per abuis in het dictum een te hoog bedrag is vermeld.
2.4.
[persoon A] heeft verzet ingesteld tegen het verstekvonnis en wil dat de vorderingen van Green Advisor Group alsnog worden afgewezen. Voor zover hij een schadevergoeding moet betalen, vindt hij dat deze niet hoger kan zijn dan de inkoopprijs van de panelen. Volgens hem is dat een bedrag van € 2.975,25. Dat is exclusief btw, want de btw kan Green Advisor Group verrekenen.
[persoon A] moet een schadevergoeding betalen
2.5.
Het springende punt in deze procedure is of is komen vast te staan dat [persoon A] de zonnepanelen aan Green Advisor Group heeft teruggegeven. Dat is niet het geval.
2.6.
Zelfs als ervan uit zou worden gegaan dat [persoon A] de panelen bij het pand van Green Advisor Group neer heeft gezet, wat Green Advisor Group overigens betwist, geldt het volgende. Door de panelen buiten neer te zetten, op een verlaten bedrijfsterrein en aan het einde van de avond, heeft [persoon A] het risico genomen dat de panelen daar de volgende dag niet meer zouden zijn en dat Green Advisor Group dus niet in staat zou zijn de panelen weer in bezit te nemen. Tijdens de zitting is nog gesproken over het contact met [persoon A] met Green Advisor Group heeft gehad. Daarbij is gebleken dat er geen concrete afspraak is gemaakt over het tijdstip en de manier waarop [persoon A] de panelen zou teruggeven. Daarom is niet komen vast te staan dat [persoon A] op uitdrukkelijke instructie van Green Advisor Group heeft gehandeld. Het risico dat de panelen er de volgende dag niet meer zouden zijn ligt daarom bij [persoon A] . Dit betekent dat de gevolgen van het (kennelijk) verdwijnen van de panelen voor zijn rekening komen en dat hij de schade die Green Advisor Group daardoor lijdt moet vergoeden. Uit het voorgaande volgt dat niet relevant is of [persoon A] de zonnepanelen daadwerkelijk bij het pand van Green Advisor Group heeft neergezet. Aan het bewijsaanbod dat [persoon A] heeft gedaan, gaat de kantonrechter daarom voorbij.
2.7.
De veroordeling van [persoon A] om de panelen terug te geven kan niet in stand blijven, nu ervan uit moet worden gegaan dat [persoon A] de panelen niet meer heeft. Het verstekvonnis zal daarom worden vernietigd en de kantonrechter zal een nieuwe uitspraak doen over de door [persoon A] te betalen schadevergoeding.
Hoogte van de schadevergoeding
2.8.
De kantonrechter volgt [persoon A] in zijn stelling dat de schade van Green Advisor Group moet worden begroot op de inkoopprijs van de panelen. Artikel 6:96 lid 1 BW bepaalt weliswaar dat vermogensschade zowel geleden verlies als gederfde winst omvat, maar niet gebleken is dat inderdaad sprake is van gederfde winst bij Green Advisor Group omdat zij de panelen niet terug heeft gekregen. Van gederfde winst zou sprake zijn als door het ontbreken van de panelen een opdracht niet zou zijn doorgegaan, waardoor de winst op die opdracht niet meer behaald kan worden. Green Advisor Group heeft echter verklaard dat er geen sprake is geweest van een misgelopen order. Zij kon door het aanschaffen van nieuwe panelen alsnog de beoogde winst maken. Daarom komen alleen de kosten voor het aanschaffen van nieuwe panelen voor vergoeding in aanmerking. Green Advisor Group heeft het door [persoon A] genoemde bedrag van € 2.975,25 niet betwist. Dit bedrag zal dan ook worden toegewezen. Bij de schadevergoeding blijft de btw buiten beschouwing, nu deze door Green Advisor Group verrekend kan worden. Het btw-bedrag vormt daarom geen schade.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
2.9.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De hoogte van de buitengerechtelijke kosten wordt berekend aan de hand van staffel bij het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de toewijsbare hoofdsom. Daarom wordt aan buitengerechtelijke kosten een bedrag van € 422,53 toegewezen. De rente wordt toegewezen, omdat Green Advisor Group genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [persoon A] dat niet heeft betwist.
Proceskosten
2.10.
[persoon A] krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Green Advisor Group tot vandaag vast op €107,84 aan dagvaardingskosten, € 322,- aan griffierecht en € 528,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten × € 264,-). Dit is totaal € 957,84. De kosten van het verzet blijven voor rekening van [persoon A] . Voor kosten die Green Advisor Group maakt na deze uitspraak moet [persoon A] een bedrag betalen van € 132,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist. [1] De wettelijke rente wordt toegewezen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.11.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
vernietigt het op 19 april 2023 tussen partijen gewezen verstekvonnis met zaaknummer 10426177 CV EXPL 23-9397;
3.2.
veroordeelt [persoon A] om aan Green Advisor Group te betalen € 3.397,78 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 2.975,25 vanaf 29 november 2022 tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
veroordeelt [persoon A] in de proceskosten, die aan de kant van Green Advisor Group tot vandaag worden vastgesteld op € 957,84 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag dat volledig is betaald;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
51909

Voetnoten

1.Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853