Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 december 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser, en [naam eiseres] , eiseres, samen: eisers, uit [plaatsnaam] ,
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder,
Inleiding
Het geschil
Beoordeling door de rechtbank
de waarde van de bezittingen waarover het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, verminderd met de aanwezige schulden. In het tweede lid is bepaald dat het bij de aanvang van de bijstand aanwezige vermogen, voor zover dit minder bedraagt dan de in het derde lid genoemde vermogensgrens, niet als vermogen in aanmerking wordt genomen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.M. Lammerse, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 december 2023.
Informatie over hoger beroep
de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waaropdeze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.