ECLI:NL:RBROT:2023:1186
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van gehuurde bedrijfsruimte wegens huurachterstand en toewijzing van contractuele boete
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser01] en [gedaagde01]. [eiser01] heeft een bedrijfsruimte met twee parkeerplaatsen verhuurd aan [gedaagde01], maar sinds november 2022 heeft [gedaagde01] de huur niet meer betaald, wat heeft geleid tot een huurachterstand van € 20.872,50. [eiser01] vordert ontruiming van het gehuurde, betaling van de huurachterstand, een contractuele boete van € 900,- en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] in gebreke is gebleven en heeft verstek verleend, aangezien [gedaagde01] niet is verschenen op de zitting.
De kantonrechter oordeelt dat de ontruiming van het gehuurde toewijsbaar is, gezien de huurachterstand en het feit dat er geen bedrijfsactiviteiten meer plaatsvinden. De vordering tot betaling van de huurachterstand wordt eveneens toegewezen. Wat betreft de contractuele boete en de wettelijke rente, oordeelt de kantonrechter dat [eiser01] niet beide kan vorderen, en alleen de boete wordt toegewezen. De buitengerechtelijke kosten worden gematigd tot een bedrag dat redelijk wordt geacht, en de proceskosten worden toegewezen aan [eiser01].
Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [gedaagde01] binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de bedrijfsruimte moet ontruimen en de achterstallige huur moet betalen. De kantonrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.354,16, inclusief wettelijke rente.