ECLI:NL:RBROT:2023:11924
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting in Dordrecht
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Dordrecht, die op 20 oktober 2022 het bezwaar van eiser tegen een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting ongegrond heeft verklaard. De naheffingsaanslag was opgelegd op 27 augustus 2022, nadat een parkeercontroleur had geconstateerd dat de auto van eiser geparkeerd stond zonder dat aan de betaalplicht was voldaan. De totale naheffingsaanslag bedroeg € 66,80, bestaande uit € 0,30 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 66,50 aan kosten voor de naheffing.
De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de heffingsambtenaar en mr. A. Khadri, kantoorgenoot van de gemachtigde van eiser, aanwezig waren. Eiser betoogde dat de naheffingsaanslag onterecht was opgelegd, omdat hij voorafgaand aan het parkeren de website van het parkeerterrein had geraadpleegd, waar stond dat parkeren de eerste 24 uur gratis was. Hij stelde dat het niet duidelijk was dat het kenteken moest worden ingevoerd.
De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De informatie ter plaatse was voldoende duidelijk, zoals blijkt uit de foto’s die de heffingsambtenaar had ingediend. Eiser had zijn kenteken niet aangemeld, waardoor hij de verschuldigde parkeerbelasting van € 0,30 per uur niet had betaald. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser de naheffingsaanslag moet betalen en geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.P. Ferwerda en is openbaar uitgesproken op 14 december 2023.