ECLI:NL:RBROT:2023:11924

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
ROT 22/5592
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting in Dordrecht

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Dordrecht, die op 20 oktober 2022 het bezwaar van eiser tegen een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting ongegrond heeft verklaard. De naheffingsaanslag was opgelegd op 27 augustus 2022, nadat een parkeercontroleur had geconstateerd dat de auto van eiser geparkeerd stond zonder dat aan de betaalplicht was voldaan. De totale naheffingsaanslag bedroeg € 66,80, bestaande uit € 0,30 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 66,50 aan kosten voor de naheffing.

De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van de heffingsambtenaar en mr. A. Khadri, kantoorgenoot van de gemachtigde van eiser, aanwezig waren. Eiser betoogde dat de naheffingsaanslag onterecht was opgelegd, omdat hij voorafgaand aan het parkeren de website van het parkeerterrein had geraadpleegd, waar stond dat parkeren de eerste 24 uur gratis was. Hij stelde dat het niet duidelijk was dat het kenteken moest worden ingevoerd.

De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De informatie ter plaatse was voldoende duidelijk, zoals blijkt uit de foto’s die de heffingsambtenaar had ingediend. Eiser had zijn kenteken niet aangemeld, waardoor hij de verschuldigde parkeerbelasting van € 0,30 per uur niet had betaald. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser de naheffingsaanslag moet betalen en geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.P. Ferwerda en is openbaar uitgesproken op 14 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Zittingsplaats Dordrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/5592

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 december 2023 in de zaak tussen

[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser

(gemachtigde: mr. N.G.A. Voorbach),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Dordrecht

(gemachtigde: [naam]).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 20 oktober 2022.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft aan eiser op 27 augustus 2022 een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. De heffingsambtenaar heeft daarbij de naheffingsaanslag gehandhaafd.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van de heffingsambtenaar deelgenomen. Namens eiser heeft
mr. A. Khadri, kantoorgenoot van gemachtigde, deelgenomen.

Feiten

2. Op 9 augustus 2022 om 14:07 heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat de auto van eiser (kenteken [kenteken]) geparkeerd stond aan de Weeskinderendijk in Dordrecht zonder dat er aan de betaalplicht is voldaan.
3. De heffingsambtenaar heeft eiser bij beschikking van 27 augustus 2022 een naheffingsaanslag in de parkeerbelastingen opgelegd. De naheffingsaanslag beloopt in totaal € 66,80 bestaande uit € 0,30 aan verschuldigde parkeerbelasting en € 66,50 aan kosten naheffing.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank beoordeelt of de naheffingsaanslag terecht aan eiser is opgelegd. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
5. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Is de naheffingsaanslag terecht aan eiser opgelegd?
6. Eiser betoogt dat de naheffingsaanslag onterecht is opgelegd. Eiser heeft vooraf de website van het parkeerterrein geraadpleegd, waarop stond dat parkeren de eerste 24 uur gratis was. Het was niet duidelijk dat het kenteken moest worden ingevoerd. Dat die mededeling nu wel op de website staat, betekent niet dat dat er ook stond toen eiser de website raadpleegde.
6.1.
Uit Bijlage I ‘Tarieventabel’ bij de Verordening parkeerbelastingen Dordrecht blijkt dat het tarief voor parkeren in tariefzone 7 (Weeskinderendijk) € 0,30 per uur bedraagt. Wanneer het kenteken wordt aangemeld, is het tarief voor de eerste 24 uur € 0,00.
6.2.
De rechtbank is van oordeel dat de naheffingsaanslag terecht aan eiser is opgelegd. Het maakt niet uit wat op de website van het parkeerterrein stond, omdat de informatie ter plaatse voldoende duidelijk is. Uit de foto’s die de heffingsambtenaar heeft toegestuurd, blijkt dat bij de enige toegang tot het terrein twee borden staan en ook bij iedere parkeerautomaat op het terrein. Op al die borden staat duidelijk dat het kenteken moet worden ingevoerd. Dat eiser deze informatie kennelijk over het hoofd heeft gezien, blijft voor zijn risico. Omdat eiser zijn kenteken niet heeft aangemeld, bedroeg de verschuldigde parkeerbelasting € 0,30 per uur. Dat heeft eiser niet betaald, zodat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser de naheffingsaanslag moet betalen. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.P. Ferwerda, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.J. Veth, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 december 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Den Haag waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Den Haag vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.