ECLI:NL:RBROT:2023:12059

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
10719679 CV EXPL 23-26368
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woonruimte wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting QuaWonen en een huurder, aangeduid als [gedaagde01]. De eiseres, QuaWonen, heeft de huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand. De huurachterstand was op het moment van de mondelinge behandeling op 23 november 2023 vastgesteld op € 2.979,99, en de gedaagde had een betalingsverplichting van € 587,98 per maand. De gedaagde heeft erkend dat er een huurachterstand was, maar heeft aangevoerd dat hij in een schuldhulpverleningstraject zat en dat de lopende huur werd betaald. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de huurovereenkomst te ontbinden, mede gezien het feit dat er in het verleden al meerdere huurachterstanden waren geweest. De rechter heeft de ontruiming van de woning bevolen, maar met de toezegging dat QuaWonen niet tot ontruiming zou overgaan zolang de gedaagde de lopende huur betaalde en een betalingsregeling via de schuldhulpverlening werd nagekomen. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten toegewezen aan de eiseres. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10719679 CV EXPL 23-26368
datum uitspraak: 15 december 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting QuaWonen,
vestigingsplaats: Bergambacht,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘QuaWonen’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 20 september 2023, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord;
  • de akte van 13 november 2023 van Flanderijn met bijlagen.
1.2.
Op 23 november 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren mr. J.J.F de Geus van Flanderijn namens QuaWonen en [gedaagde01] aanwezig.

2.De feiten

[gedaagde01] huurt van QuaWonen de woning aan [adres01] . De huur is nu € 587,98 per maand. [gedaagde01] moet de huur elke maand vooraf betalen.

3.Het geschil

3.1.
QuaWonen eist samengevat:
  • de huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde01] te veroordelen de woning te ontruimen;
  • [gedaagde01] te veroordelen aan QuaWonen te betalen:
o € 3.039,99 aan huurachterstand berekend tot en met augustus 2023, met rente,
o de lopende huur vanaf september 2023 tot het einde van de huurovereenkomst en vanaf dat moment een gebruiksvergoeding tot en met de maand waarin de woning zal zijn ontruimd;
o € 306,21 aan buitengerechtelijke kosten;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
QuaWonen baseert de eis op het volgende. [gedaagde01] heeft een huurachterstand laten ontstaan. Deze huurachterstand rechtvaardigt dat de huurovereenkomst wordt ontbonden.
3.3.
[gedaagde01] is het niet helemaal eens met de eis en voert het volgende aan. De huurachterstand klopt. Er is iets mis gegaan met de bewindvoerders. [gedaagde01] zit nu in een schuldhulpverleningstraject. Het traject is net gestart. De lopende huur wordt betaald en er wordt gekeken naar het aflossen van de schulden. [gedaagde01] wil de woning niet verliezen.

4.De beoordeling

Huurachterstand
4.1.
Partijen zijn het erover eens dat de huurachterstand op het moment van de mondelinge behandeling € 2.979,99 was. Dit bedrag is gebaseerd op de huur tot en met de maand november 2023. [gedaagde01] wordt veroordeeld om dit bedrag aan QuaWonen te betalen.
Ontbinding huurovereenkomst
4.2.
De huurder is verplicht om de huur op tijd te betalen. Dat heeft [gedaagde01] niet gedaan. Daarom vraagt QuaWonen de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter wijst dit alleen toe als de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen. Meestal zal een achterstand van meer dan drie maanden genoeg zijn, maar de rechter moet alle omstandigheden afwegen. Van belang is bijvoorbeeld ook of de huur weer wordt betaald en of de achterstand (deels) is ingelopen. [1]
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen. De huurachterstand in de dagvaarding was ruim vijf maanden. [gedaagde01] heeft na de dagvaarding de lopende huur betaald en drie keer € 20,00. De huurachterstand is daarom wel ingelopen, maar slechts met € 60,00. Het is overigens niet de eerste keer dat er een huurachterstand is ontstaan of dat de huur te laat wordt betaald. QuaWonen heeft [gedaagde01] al vanaf 2018 moeten wijzen op het (op tijd) betalen van de huur, wat [gedaagde01] niet altijd deed. QuaWonen en/of de incassogemachtigde van QuaWonen heeft hierover meerdere brieven gestuurd aan [gedaagde01] . De kantonrechter zal de huurovereenkomst ontbinden en [gedaagde01] veroordelen de woning te ontruimen.
4.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde namens QuaWonen toegezegd dat QuaWonen niet zal overgaan tot het ontruimen van de woning zolang de lopende huur wordt betaald en er via de schuldhulpverlening een betalingsregeling wordt afgesproken die wordt nagekomen.
4.5.
[gedaagde01] moet een gebruiksvergoeding van € 587,98 per maand betalen tot en met de dag dat [gedaagde01] de woning met al haar spullen heeft verlaten (artikel 7:225 BW). QuaWonen heeft niet uitgelegd waarom [gedaagde01] een vergoeding moet betalen na die dag, dus de gebruiksvergoeding is alleen toewijsbaar tot en met de dag van de ontruiming.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.6.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De rente wordt toegewezen, omdat QuaWonen genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] dat niet heeft betwist.
Proceskosten
4.7.
[gedaagde01] krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van QuaWonen tot vandaag vast op € 130,49 aan dagvaardingskosten, € 487,00 aan griffierecht en € 464,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 232,00). Dit is totaal € 1.081,49. Voor kosten die QuaWonen maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 116,00 (1/2 punt x € 232,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist. [2]
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan QuaWonen te betalen € 2.979,99 aan huurachterstand berekend tot en met de maand november 2023 en € 306,21 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de hoofdsom die na iedere wijziging vanaf de dag van de dagvaarding heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald;
5.2.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagde01] om binnen 14 dagen na betekening en bevel van dit vonnis het gehuurde aan [adres01] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde01] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van QuaWonen te stellen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde01] aan QuaWonen te betalen, telkens vóór de 1e van de maand, € 587,98 per maand met ingang van de maand december 2023 tot en met de dag waarop de ontruiming plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf de verzuimdata tot de dag dat volledig is betaald;
5.4.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, die aan de kant van QuaWonen tot vandaag worden vastgesteld op € 1.081,49;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
34286

Voetnoten

1.Hoge Raad 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810.
2.Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.