In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 22 november 2023, wordt de beëindiging van het gezamenlijk ouderlijk gezag over de minderjarigen [kind 2] en [kind 3] aan de vrouw toegewezen. De man heeft zich niet verzet tegen het verzoek van de vrouw om het gezag te wijzigen, wat de rechtbank als niet weersproken en op de wet gegrond heeft beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat deze wijziging in het belang van de minderjarigen noodzakelijk is.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om wijziging van de alimentatiebijdrage, die in het echtscheidingsconvenant was vastgesteld. De vrouw vraagt om de bijdrage te verhogen naar € 150,- per maand per kind, met ingang van 28 oktober 2022. De man heeft verweer gevoerd, maar de rechtbank oordeelt dat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn financiële situatie. De rechtbank benadrukt dat het aan de alimentatieplichtige is om zijn financiële draagkracht aan te tonen, wat de man niet heeft gedaan. Hierdoor wordt het verzoek van de vrouw toegewezen.
De rechtbank heeft ook bepaald dat de proceskosten door elke partij zelf gedragen worden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een termijn van drie maanden gesteld voor het instellen van hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag.