Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
- € 57.522,97 (€ 62.522,97 -/- €5.000,-) met de overeengekomen rente van 0,351% per maand althans de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 augustus 2022;
- de proceskosten.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Defam B.V. en [gedaagde01]. Defam, als eiseres, heeft [gedaagde01] aangeklaagd voor het resterende saldo van een kredietovereenkomst. De procedure is gestart met dagvaardingen op 11 oktober 2022, waarbij ook de ex-partner van [gedaagde01], [naam01], betrokken was. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2023 zijn er afspraken gemaakt tussen de partijen, maar uiteindelijk hebben Defam en [gedaagde01] geen schikking kunnen bereiken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] een consumentenkredietovereenkomst heeft gesloten met Defam, waarbij hij en [naam01] als kredietnemers zijn aangemerkt. Aangezien [gedaagde01] niet aan zijn aflossingsverplichtingen heeft voldaan, heeft Defam het saldo van het krediet opgeëist. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde01] aansprakelijk is voor het bedrag van € 57.522,97, vermeerderd met rente, en heeft hem veroordeeld tot betaling aan Defam. Tevens is [gedaagde01] veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 3.101,74. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Defam nakoming kan verlangen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.