In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Molenlanden, die de WOZ-waarde van een onroerende zaak in Noordeloos voor het belastingjaar 2022 heeft vastgesteld op € 511.000,-. Eiser betwist deze waarde en stelt dat deze te hoog is, met een voorstel voor een waarde van € 377.000,-. De rechtbank heeft de zaak op 17 oktober 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en de taxateur van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De waarde is bepaald door middel van systematische vergelijking met andere woningen, waarbij de verschillen in kenmerken zoals oppervlakte, bouwjaar en kwaliteit zijn toegelicht. De rechtbank benadrukt dat de WOZ-waarden van voorgaande jaren niet relevant zijn voor de huidige vaststelling en dat de heffingsambtenaar vrij is om nieuwe vergelijkingsobjecten aan te dragen tijdens de procedure.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de vastgestelde WOZ-waarde gehandhaafd blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.P. Ferwerda en is openbaar uitgesproken op 28 december 2023.