4.1.De AFM heeft haar vermoeden van misleidende handelspraktijken gebaseerd op de volgende feiten en bevindingen.
De aanbieding van [verzoekster]
De AFM heeft op 2 oktober 2023 vastgesteld dat de obligaties nog steeds worden aangeboden op de website en dat het informatiedocument dat [verzoekster] bij haar melding van [datum] heeft bijgevoegd eveneens beschikbaar is op de website.
In dit informatiedocument is met betrekking tot de aanbieder het volgende opgenomen:
“[…] Investeren in vastgoed doet u met [verzoekster].”
Over de besteding van de opbrengst is in het informatiedocument de volgende informatie opgenomen:
“[informatie] Financieringsdoel: Aankoop van vastgoed”
“De opbrengst is wel voldoende voor de genoemde investeringen.
De uitgevende instelling heeft naast de kosten met betrekking tot de investering en exploitatie geen andere kosten.”
“De uitgevende instelling is opgericht op [datum] en heeft nog geen feitelijke activiteiten verricht anders dan het maken van het Informatie Memorandum en het werven van fondsen.”
In antwoord op de vraag “Waar wordt uw inleg voor gebruikt?”, antwoordt [verzoekster] in het informatiedocument: “Van elke euro van uw inleg wordt € 0,00 gebruikt om kosten af te dekken. € 1,00 wordt geïnvesteerd door [verzoekster].”.
Over het rendement staat het volgende opgenomen in het informatiedocument:
“Het rendement wordt uitgekeerd in de vorm van rente. De belegger ontvangt de rente en aflossing per kwartaal en deze wordt binnen 15 (vijftien) dagen werkdagen na afloop van de periode waarover de rentevergoeding verschuldigd is, indien en voor zover de liquiditeitspositie naar de mening van het bestuur daarvoor toereikend is. De investering levert wel genoeg inkomsten op vóór de eerste uitbetalingsdatum om uit die inkomsten het rendement van alle beleggers te kunnen vergoeden.
Het rendement wordt niet vergoed uit de inleg van (andere) beleggers. Er zijn naast de beleggers geen andere personen die inkomsten (anders dan als bedoeld onder ‘kosten’) ontvangen uit de investering.”
Over de inschrijving staat het volgende opgenomen in het informatiedocument:
“De aanbiedingsperiode begint op [datum] en eindigt op het moment van volstorting of eerder indien directie hiertoe besluit. De inschrijving op de bedrijfsobligaties is doorlopend totdat het nominale bedrag van de bedrijfsobligatie ad. € [bedrag] is bereikt. [informatie].”
De website van [verzoekster], het informatiedocument en de door [verzoekster] bij haar melding van [datum] eveneens verstrekte brochure maken geen enkele melding van de mogelijkheid dat de aangetrokken gelden van beleggers gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden dan het aankopen van vastgoed.
De besteding van de ingelegde gelden door [verzoekster]
De AFM heeft aan de hand van de afschriften van de rekening van [vennootschap 2] het volgende vastgesteld.
In de periode van 1 februari 2022 tot en met 21 september 2023 zijn op deze rekening 17 betalingen van ‘ronde’ bedragen (zoals € 1.000, 10.000 en 100.000) binnengekomen voor een totaalbedrag van € 952.100, onder vermelding van (onder andere) “obligatie”, “obligatieovereenkomst”, “inleg”, “[naam obligatie]” en/of afgekort “[afkorting]”.
Er is circa € 100.000 op de rekening binnengekomen die niet te relateren is aan (o.a.) “inleg”, waarvan de grootste bedragen betreffen een teruggave van de Belastingdienst van
€ 29.470 en twee intercompany betalingen van € 7.616 en 5.810.
In dezelfde periode zijn vanaf deze rekening de volgende betalingen gedaan:
- 17 betalingen voor een totaal van € 135.369 naar een rekening op naam van
[naam 1];
- 17 betalingen voor een totaal van € 43.205 naar een rekening op naam van [voornaam]. De AFM maakt hieruit op dat het hier vermoedelijk een rekening van [naam 4] betreft;
- 8 betalingen voor een totaal van € 42.120 naar een rekening op naam van [naam onderneming]. [Naam onderneming] is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK) onder nummer [nummer] en is statutair gevestigd te [plaatsnaam]. Bestuurders zijn [naam 5] (geboren op [datum]) en [naam 4] (geboren op [datum]);
- 3 betalingen met een totaal van € 32.420 naar een rekening op naam van [vennootschap 3]. [vennootschap 3] Holding BV. is ingeschreven in het handelsregister van de KvK onder nummer [nummer] en is statutair gevestigd te [plaatsnaam]. Enig bestuurder is [naam 4] (geboren op [datum]);
- 12 betalingen met een totaal van € 161.414 naar een rekening op naam van [vennootschap 4] ([vennootschap 4]). [Vennootschap 4] is ingeschreven in het handelsregister van de KvK onder nummer [nummer] en is statutair gevestigd te [plaatsnaam]. De activiteiten van [vennootschap 4] zoals opgenomen in de KvK zijn: “Het verlenen van consultancy diensten, onder andere op het gebied van commercie, vastgoed, strategie en relatie management; holdingactiviteiten”;
- meerdere betalingen met een totaal van € 57.500 naar rekening op namen van vijf verschillende personen onder vermelding van “rente” of “rente betaling”.
- overige betalingen die betrekking lijken te hebben op privé en/of zakelijke kosten met een totaal van € 497.259, waaronder:
€ 12.500 naar een rekening op naam van [onderneming 1];
€ 17.500 naar een rekening op naam van [onderneming 2];
€ 11.616 naar een rekening op naam van [onderneming 3];
€ 9.850 naar een rekening op naam van [onderneming 4];
€ 5.696,97 naar een rekening op naam van [onderneming 5];
€ 5.668,34 naar een rekening op naam van [onderneming 6];
€ 5.176 naar een rekening op naam van [onderneming 7];
€ 2.900 naar een rekening op naam van [onderneming 8];
€ 2.200 naar een rekening op naam van [onderneming 9];
€ 4.500 naar een rekening op naam van [onderneming 10]; en
overige betalingen die veelal ook in de privésfeer lijken te liggen: (o.a.) betalingen in tankstations, supermarkten, restaurants, snackbars, woonwinkels en bouwmarkten.
Uit de afschriften van de rekening lijkt geen enkele transactie te wijzen op een investering in vastgoed. Op de rekening zijn voorts geen inkomsten zichtbaar die voortkomen uit de verhuur en/of verkoop van vastgoed. Op 21 september 2023 bedraagt het saldo op de rekening € 82.813,32.